Gabon (en hoofdstaad Libreville). De ex-Franse kolonie telt vandaag 2,3 miljoen inwoners. Foto Flickr
Analyse - and

Staatsgrepen in Gabon, Niger … wat gebeurt er in Afrika?

De recente militaire staatsgrepen in Niger en Gabon illustreren opnieuw hoezeer het Franse imperialisme in Afrika in crisis is. Wie wat breder uitzoomt, ziet daarin ook een illustratie van de kantelende wereldverhoudingen én een factor die deze kanteling kan versnellen.

donderdag 7 september 2023 10:07
Spread the love

 

Na Mali en Burkina Faso waren de voorbije maanden Niger en Gabon het toneel van militaire staatsgrepen. Die werden onmiddellijk veroordeeld door de Franse regering. Die riep op tot sancties en dreigde met militaire interventie zogenaamd om “de democratie te verdedigen en te herstellen”.

Nieuwe historische ontwikkeling in Afrika

Naast deze staatsgrepen is er ook nog eens de crisis in Senegal, die we voor de zomerperiode al in verschillende columns hebben behandeld. Hoewel elke nationale situatie anders is en specifiek geanalyseerd moet worden, zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken, die wijzen op het begin van een nieuwe historische ontwikkeling in Afrika.

We karakteriseren die als de tweede fase van de nationale bevrijding. De eerste was de grote beweging van de jaren ’60 die een einde maakte aan het kolonialisme en het verving door het neokolonialisme.

Het gaat over het behoud van de neokoloniale afhankelijkheid versus nationale soevereiniteit

Of het nu via electorale weg gebeurde, zoals in Senegal, of via een militaire, zoals in Mali, Burkina Faso, Niger of Gabon, de confrontaties stelden de voorstanders van het behoud van de neokoloniale afhankelijkheid tegenover de min of meer coherente, min of meer strategisch denkende verdedigers van een beleid van nationale soevereiniteit.

Frankrijk overal het mikpunt

Het eerste gemeenschappelijke kenmerk van al deze nationale situaties is de afhankelijkheid van hetzelfde Europese imperialisme in het algemeen en het Franse imperialisme in het bijzonder. De defensie- en samenwerkingsovereenkomsten en de invoering van de CFA-frank, opgelegd door Frankrijk ten tijde van de onafhankelijkheid, sluiten al deze landen op in een geldeconomie, d.w.z. een economie die gespecialiseerd is in één of twee producten voor de export in plaats van voor de nationale ontwikkeling.

Deze overeenkomsten binden deze landen in een militaire afhankelijkheid van Parijs, waarbij alle soorten inmenging in het nationale politieke leven en alle soorten militaire interventies worden toegestaan om staatshoofden die hun orders krijgen van het Élysée-paleis of Brussel, aan de macht te brengen en te houden.

Opnieuw op weg naar nationale soevereiniteit

Toen de minister van Buitenlandse Zaken van Burkina Faso afgelopen februari de overeenkomst voor militaire technische bijstand die op 24 april 1961 in Parijs werd gesloten tussen de Republiek Opper-Volta en de Franse Republiek opzegde, sloeg hij opnieuw de weg in van de nationale soevereiniteit.

Toen de Malinese regering afgelopen mei via haar woordvoerder kolonel Abdoulaye Maiga verklaarde dat “de regering van de Republiek Mali heeft besloten om de defensieovereenkomsten met Frankrijk met onmiddellijke ingang op te zeggen”, beroofde hij het hele neokoloniale bouwwerk van een van zijn essentiële fundamenten.

Toen de Conseil National pour la Sauvegarde de la Patrie au Niger (CNDP) (Nationale Raad voor de Bescherming van het Vaderland in Niger) afgelopen augustus in een persbericht verklaarde dat de CNDP “gezien de nonchalante houding en reactie van Frankrijk op de situatie in Niger, de samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van veiligheid en defensie met die staat opzegt”, sloeg die opnieuw de weg in van de nationale onafhankelijkheid.

De ene militaire staatsgreep is de andere niet

Het tweede gemeenschappelijke kenmerk is de rol van het leger. De grote westerse media gebruiken dit kenmerk om de nieuwe regeringen volledig te delegitimeren. Deze ideologische operatie van delegitimering is gebaseerd op een doelbewuste verwarring tussen twee politieke concepten: legaliteit en legitimiteit.

Er wordt een doelbewuste verwarring gecreëerd tussen legaliteit en legitimiteit

Maar een legaliteit kan in de geschiedenis van een land illegitiem worden en omgekeerd kan een illegale politieke handeling in een specifieke context legitiem zijn. Toen het Algerijnse en Kameroense volk in de jaren 1950 besloot om de gewapende strijd aan te gaan, overtraden ze de koloniale legaliteit, maar ze hadden onmiskenbaar de legitimiteit van het volk.

De volksdemonstraties ter ondersteuning van de nieuwe leiders in deze landen, en recentelijk weer in Gabon, onderstrepen hoeveel het volk van deze staatsgrepen verwacht, d.w.z. de legitimiteit die het erin erkent. Het is nog te vroeg om te weten of deze hoop zal worden teleurgesteld, en de situatie verschilt van land tot land, maar wat onbetwistbaar is, is de steun van een groot deel van de werkende klasse.

Westen veroordeelt staatsgreep in Gabon, steunt die in Senegal

Het geval Gabon is een uitstekend voorbeeld van de verwarring die door de meeste grote westerse media in stand wordt gehouden. Terwijl deze kranten de militaire staatsgreep breedvoerig aan de kaak stellen, zwijgen ze over een andere staatsgreep, deze keer een electorale, die vier dagen eerder plaatsvond.

Op 26 augustus riep president Ali Bongo Ondimba op frauduleuze wijze zijn overwinning uit voor een derde presidentiële termijn. Parijs erkende en steunde die nog dezelfde dag. De Bongo-dynastie, die het land sinds 1967 namens Parijs en Brussel bestuurt, wordt dus als “legaal” beschouwd, maar is in feite illegitiem.

Ali Bongo en François Hollande, de toenmalige president van Frankrijk (maart 2016). Foto: GPA Photo Archive, Flickr, Public Domain Mark 1.0

Domino-effect

Het derde gemeenschappelijke kenmerk is het domino-effect dat aan het ontstaan is. Daarmee bedoel ik niet dat de situaties volledig vergelijkbaar zijn of dat het een kwestie is van eenvoudige nabootsing. Het betekent wel dat elke terugtrekking van Françafrique in één land gunstiger omstandigheden creëert voor verandering in andere landen.

De kracht van neokoloniale afhankelijkheid ligt in haar systemische aanpak en haar regionale geografische verankering. In een dergelijk systeem vindt de confrontatie met het imperialisme plaats in een bijzonder ongelijke machtsverhouding. De perceptie van een lotsverbondenheid wordt versterkt bij elke nationale breuk, wat leidt tot een verscherping van de tegenstellingen in andere landen.

Dit groeiende besef van een gedeelde lotsbestemming kwam in alle landen van de regio tot uiting in demonstraties tegen de Fransen en de eis tot terugtrekking van de Franse troepen.

Opnieuw wordt dit groeiende besef van een pan-Afrikaanse lotsgemeenschap in de mainstream Europese media afgedaan als “wrok” of “Russische manipulatie”. Die media koesteren impliciet nog altijd het oude koloniale beeld van kinderlijke, onvolwassen volkeren die gemanipuleerd en geïnstrumentaliseerd kunnen worden.

De media koesteren nog altijd het oude koloniale beeld van kinderlijke, onvolwassen volkeren die gemanipuleerd en geïnstrumentaliseerd kunnen worden

Ze zien deze volkeren als niet in staat tot een politieke en strategische analyse die hen in staat zou stellen om hun legitieme belangen te verdedigen en oog te hebben voor het mondiale machtsevenwicht.

Een nieuwe mondiale context

Nationale en internationale situaties staan nooit helemaal los van elkaar. Een van de wetten van de dialectische methode werpt licht op deze realiteit. Dit is de zogenaamde “wet van universele verbondenheid van verschijnselen”. Zo veranderde bijvoorbeeld de nederlaag van het nazisme in 1945 het mondiale machtsevenwicht en zette ze de enorme beweging voor nationale bevrijding in gang.

Hoewel de strijd van de volkeren tegen de koloniale nacht nooit ophield, moest de wereldwijde situatie nog de voorwaarden scheppen voor de vernietiging van het koloniale systeem.

De verdwijning van de USSR, en daarmee het einde van de grote evenwichten van de Tweede Wereldoorlog, luidde een nieuwe historische opeenvolging in die de dominante machten en hun pers “de globalisering” hebben genoemd, en die voor alle overheerste volkeren een ware afdaling naar de hel heeft betekend.

Die nieuwe internationale situatie verruimt de mogelijkheden voor strategische allianties in elk land

De verscherping van de economische tegenstellingen met de opkomende landen en vooral met China in het bijzonder aan de ene kant, en de oorlog in Oekraïne aan de andere kant, luidden opnieuw een nieuw historisch tijdperk in. Die nieuwe internationale situatie verruimt de mogelijkheden voor strategische allianties in elk land. De horizon voor verandering wordt niet langer zo sterk vertroebeld door een onontkoombare en ongelijke confrontatie met de voormalige koloniale macht.

Multipolaire wereld creëert kansen en uitdagingen

Kortom, het scala aan mogelijkheden is aanzienlijk verbreed door de crisis van de unipolaire hegemonie. De multipolaire wereld die nu vorm krijgt, is ontegenzeggelijk een factor die echte veranderingen mogelijk maakt die voorheen ofwel onmogelijk waren, ofwel veel moeilijker en duurder voor de mensen.

Natuurlijk is niets vanzelfsprekend, en het zal zeker niet ontbreken aan tegenoffensieven om het verloren terrein terug te winnen. De kroniek van de afgelopen halve eeuw leert ons dat er veel manieren bestaan om de radicale verandering die het Afrikaanse volk nodig heeft, tegen te houden.

Van het organiseren van zogenaamde “interetnische spanningen”, fluwelen revoluties, het anticiperen op preventieve staatsgrepen om andere staatsgrepen te vermijden die gevaarlijk worden geacht voor de Europese en Franse belangen, tot terroristische destabilisatie met een religieus masker en economische wurging … het arsenaal aan mogelijke valstrikken is enorm.

“Samen met het volk de toekomst uitvinden”

Zeker is ook dat deze manoeuvres alleen verijdeld worden als de nationale staten vertrouwen op hun volkeren en op de verdediging van hun materiële belangen. Dit betekent aan de ene kant vertrouwen op de politieke- en vakbondsorganisaties van het volk, en aan de andere kant de breuk met het imperialisme uitbreiden naar de economische sfeer.

De renationalisatie van strategische industrieën aan de ene kant, de geleidelijke heroriëntatie van de nationale economie naar een op zichzelf gerichte logica en/of regionale complementariteit aan de andere kant, en territoriale eenwording die een einde maakt aan de leegloop van bepaalde regio’s aan de derde kant, zijn drie vereisten die naar voren komen uit alle ervaringen van de Afrikaanse emancipatie in de jaren 1960 en 1970.

Zoals Thomas Sankara benadrukte, “moeten we de toekomst durven uitvinden”.

 

Dit is de vertaling door Frans De Maegd van een videoboodschap in de reeks ‘De wereld van onderuit’ op Investig’action.

Om meer te weten:

Le Mali rompt sa dépendance avec la France en annulant 11 accords coloniaux imposés aux pays africains depuis 1960
Au Niger, nouvelles manifestations pour réclamer le départ des soldats français

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!