Een matroos opent voor ons de deur van zijn vaporetto[1] en roept ‘Fondamente Nove’[2]. Passagiers verspreiden zich over de kade. “Voor Burano[3] moet je de boot met de hoge stuurhut nemen, over die brug”, legt de man van in de vijftig uit.
“De arbeiders protesteren tegen de loonsverlaging en de dienstregeling is helemaal van slag. Ik weet niet hoe lang het voor jullie zal duren”, zegt hij schouderophalend. “Welkom in onze wereld!”
Aan de kade van Burano stappen maar enkele mensen uit. De traditionele krantwinkels en restaurants zijn gesloten achter hun felgekleurde gevels. In de smalle straten heerst stilte. Aan het eind van de dag lopen door het centrum toch wat mensen. De meesten van hen hebben witte haren, maar er zijn ook jongeren tussen.
Bruno is 83: “Op dit uur van de dag loopt het meestal vol toeristen, maar kijk hier eens”, zegt hij wijzend naar de kerk op het verlaten plein. Zijn verhaal is zoals dat van vele anderen hier. Geboren op Burano in een grote vissersfamilie, verliet hij op jonge leeftijd het harde leven op zee om in het toerisme te gaan werken.
“Ik ben altijd ober geweest, ik vlieg liever laag”, zegt hij trots. “Nu maak ik vis schoon in de keuken. Ik doe al het werk dat een oude man kan doen”, lacht hij ironisch. “Dit is een historisch restaurant. Ik heb foto’s met Robert De Niro, met de vrouw van Jimmy Carter, met de beroemdste voetballers”, herinnert hij zich.
De Trattoria Da Romano waar hij werkt is de afgelopen maanden slechts sporadisch open geweest als gevolg van de sluitingsmaatregelen die door de pandemie werden opgelegd. “We hopen snel weer open te gaan”, zegt Bruno, “we hebben jullie nodig”.
In de schaduw van de Campanile de San Marco (de grote klokkentoren) wachten volumineuze stapels in plastic gewikkelde stoelen van de cafés langs de arcades. Het is een zonnige dag half april, maar voorbijgangers zijn op één hand te tellen.
De musea en de Campanile zijn gesloten, slechts één kapel in de Basiliek van San Marco is open voor gebed. Reizen doorheen het land werd door de regering sterk beperkt vanwege de pandemie. Wie nu vanaf de andere kant van het plein naar de Basiliek kijkt, zou kunnen blijven hangen in de geometrie van de gebouwen.
Dit is van een ongekende schoonheid, maar ook een verlammende verlatenheid. Dit is het contrasterende schouwspel dat Italiaanse kunststeden, sinds lang verpakt voor toeristische consumptie, in deze perioden van isolement nog te bieden hebben aan het oog van de bezoeker.
Van San Marco tot de Rialto-brug, doorheen de straten die het meest door toeristen worden bezocht, is het tafereel steeds weer hetzelfde: gesloten rolluiken, een verlaten woestijn. Een paar woorden commentaar van enkele winkeliers op de drempel van hun zeldzame open boetieken: “Hoe lang gaat dit nog door?” of “Het zal wel voorbijgaan”.
Op de Rialto-brug slentert iemand die af en toen in de enkele open etalages van winkels gluurt. Verderop ligt de aanlegsteiger voor de vaporetto’s, waar het gewoonlijk druk is, er leeg bij.
In de zon hebben enkele gondeliers hun jasje losgemaakt zodat hun gestreepte overhemden tevoorschijn komen. Een aantal van hen staat te babbelen op de loopplank, anderen zitten comfortabel op de parècio (de zitbalk in het midden) van hun gondel en eten een broodje. Slechts één van hen poogt langs de kade met zijn strooien hoed op een groepje universiteitsstudenten toe te roepen: “gondoa, ragasi gondoa!“.
Giovanna opent voor ons de groene poort naar de prachtige tuin van het hotel dat ze al dertig jaar runt. Die dertigste verjaardag werd afgelopen februari, tijdens de sluiting, zonder gasten gevierd.
In de ontbijtzaal van het Pensione Accademia staan meubels en rekken voor de etenswaren afgedekt onder witte doeken, door het glazen raam is het Canal Grande achter de tuin te zien.
“Voor mezelf zou ik egoïstisch kunnen zeggen dat Venetië nu fantastisch is, maar economisch is het een ramp”, zegt ze, “en het zal bijna twee jaar duren voor dit hersteld is”. Haar hotel heeft de door de regering beloofde steun wel gekregen, maar “de werknemers lijden erg onder deze situatie. De werkloosheidssteun wordt laat uitbetaald en dekt slechts de helft van het normale salaris. Iemand vertelde me dat zijn spaargeld bijna op is”.
Veel uitbaters hebben geïnvesteerd in upgrades om corona-veilig te heropenen. “Als hotelmanagers”, zegt Giovanna, “ervaren wij deze situatie als een onrecht”. Voor haar moet deze periode een nieuwe bewustwording brengen, want blijkbaar “werkte er toch iets niet in dit massatoerisme, we moeten dat wel beseffen”.
Vlak voor de brug die Giudecca met Sacca Fisola verbindt, bevindt zich aan één kant de tuin van Francesca. Het is in deze kleurrijke oase dat zij al bijna vijftien jaar gasten ontvangt in haar eigen huis.
“Ik was een van de eersten die een Bed & Breakfast opende in Venetië”, herinnert Francesca zich glimlachend. Voor haar werd het snel een echte passie: “Door mijn huis te openen, probeer ik gasten een andere kijk op de stad te bieden, hen iets over te brengen”.
Toen Airbnb bijna tien jaar geleden ook in Italië neerstreek, nam het bedrijf contact op met Francesca omdat haar B&B Al Canal een van de meest gerenommeerde was. “Aanvankelijk stond de filosofie van huizen delen centraal bij Airbnb, maar daarna veranderde alles”. Delen moet plaats ruimen voor loutere winst.
Francesca ziet nog andere problemen: “Het is de lokale overheid die zou moeten reguleren en er is vooral een gebrek aan een “huisvestingsbeleid, er is geen steun voor de visserij en voor de traditionele ambachtelijke activiteiten, noch voor innovatieprojecten. In plaats daarvan wordt geld weggegooid aan MOSE – het omstreden project dat de stad en de lagune moet beschermen tegen overstromingen – en dat nu al verrot is”.
In het anderhalf jaar van de pandemie heeft Francesca slechts twee gasten gehad. Nu zijn er helemaal geen boekingen meer en heeft ze al evenmin toegang tot overheidshulp. Francesca hoopt dat deze situatie de mensen tot het inzicht brengt dat een hele stad niet volledig afhankelijk kan worden gemaakt van massatoerisme en van grote cruiseschepen. “Venetië is uniek en we lopen het risico het te vernietigen.”
Geen Grote Schepen meer in Venetië
Er komen minstens tweehonderd mensen samen op het Campo Santa Maria Formosa voor de vergadering georganiseerd door het Comitato No Grandi Navi (Geen Grote Schepen Comité). Deze beweging verzet zich al jaren tegen de reuzenschepen in de lagune van Venetië.
Die zijn zeer nefast voor het ecosysteem en de fragiele fundamenten van de stad. Bovendien zijn ze een onderdeel van een toeristisch model dat Venetië onleefbaar maakt. Nadat de regering op 1 april 2020 de toegang voor de cruiseschepen tot de stad had verboden, kondigde de overheid van de regio Veneto (waar Venetië deel van uitmaakt) aan dat het grote Nederlandse bedrijf MSCCruises in juni 2020 toch zou terugkeren naar het bekken van San Marco.
“Ze houden ons voor de gek!”, roepen de mensen op de bijeenkomst. Dit model dat gebaseerd is op een “monocultuur van toerisme”, heeft de huidige crisis verergerd “die zowel dokwerkers als hotelpersoneel en andere sectoren treft”, zo herinnert Micheletti, een van de meest actieve leden van het comité.
“Dit is een model dat leidt tot de dood van de lagunestad, “die dit jaar is gedaald tot minder dan vijftigduizend inwoners”. Hij eindigt zijn tussenkomst met een nadrukkelijke boodschap: “Dit probleem moet samen met de werknemers worden aangepakt, anders raken we opnieuw verstrikt in valse tegenstellingen tussen leefmilieu en werk”.
Eén van de activisten van het Comitato is Marta. Zij is opgegroeid in het centrum van Venetië en woont sinds een paar jaar in Giudecca (het zuidelijke, minder toeristische eiland van het oude Venetië).
Ze zweert nooit meer in het toeristengebied te willen wonen, want voor een lokale bewoner “is het daar zelfs in normale tijden een woestijn”. De crisis in de toeristische sector heeft bijna iedereen getroffen, want “de enige kansen op werk hier zijn in de openbare sector of in activiteiten die verband houden met toerisme”.
Helaas, aldus Marta, doet deze situatie velen hopen dat de grote cruises en de massa’s toeristen toch zullen terugkeren. In ieder geval, met of zonder toerisme, de diepe sociale problemen van de stad zullen blijven. “Alleen al in het afgelopen jaar heeft Venetië duizend inwoners verloren”, merkt ze nog op.
De historische markt Rialto sluit ‘s middags zijn kraampjes. “Er komen hier weinig Venetianen winkelen en velen hebben nog nooit vis gekocht bij de Pescaria”, legt Sara uit. Ze is 40 jaar en is begin 2019 gestart als gids en organiseert zelf rondleidingen, voornamelijk voor buitenlandse toeristen.
In 2020 werd haar project Tell me a story Venice stopgezet door de pandemie. “Ik verplaatste mijn werk naar online, vond nieuwe contacten en er begon een netwerk te ontstaan”. Bij de heropening in de zomer van 2020 begon ze te werken voor Venetianen en dit heeft Sara’s perspectief volledig veranderd: “Er zijn mensen die in deze stad wonen maar nooit gaan winkelen op de markt, die niet weten hoe gondels worden gebouwd of de eilanden van de lagune niet eens kennen”.
Sara neemt hen mee om te leren over de traditionele visvangst, de teelt van artisjokken op het eiland Sant’ Erasmo of de productie van barena-honing. Ze neemt hen mee naar plaatsen waar ze zelf ook op eigen krachten naar terug kunnen keren.
Op Sant’Erasmo staat de boerderij Gino e Inda, waar Giorgia en Michele zes hectare grond bewerken met groenten, oude granen en olijfbomen. Ze telen er niet alleen de beroemde castraure – een plaatselijke artisjok-variëteit – maar ook meel en olie. Deze producten worden samen met andere producten uit de lagune door Silvia op de boerderij zelf verkocht vanuit de kleine foodtruck met de naam Experientia.
Deze projecten proberen de muur af te breken die is ontstaan tussen de oude stad, die steeds meer gereserveerd werd voor toeristische activiteiten, en haar inwoners. Het zijn voorlopig druppels op een hete plaat, maar ze tonen een ander perspectief dat tot nieuwe sociale verbanden kan inspireren voor een stad die anders gedoemd lijkt te verdwijnen.
Notes:
[1] Letterlijke betekenis is ‘stomer’, de veerboten op de binnenwateren in Venetië varen nu wel allemaal op dieselmotoren (nvdr).
[2] Halte op de veerbootlijn (nvdr).
[3] Burano is een van de eilanden van de stad Venetië, op een vijftal kilometer buiten het oude toeristische centrum (nvdr).