“Vijf jaar geleden al brachten we in Terzake een reportage over de Peterboswijk in Anderlecht en de problemen die er waren met agressieve jongeren. Intussen ging het van kwaad naar erger. Peterbos is nu in handen van drugsdealers die de toegangswegen en de gebouwen controleren. Het vandalisme is er extreem. De bewoners worden bedreigd.”
Met die woorden leidde Kathleen Cools dinsdag 13 februari de reportage over Peterbos in Terzake in. De toon was gezet. Stein Falk trekt met cameraploeg, politiebegeleiding en kogelvrije vest de wijk in.
“Een gezellige wandeling is het niet”, vertelt hij terwijl de onheilspellende muziek die onder de reportage is gemonteerd wat zachter wordt. “Niet dat het nu zo gevaarlijk lijkt, maar je voelt wel aan alles dat je bekeken wordt.”
Zou dat niet gewoon kunnen liggen aan de manier waarop hij zijn intrede maakt?, zo bedacht ik me tijdens het kijken naar de reportage. Zo kwam het dat ik enkele dagen later de trein naar Brussel-Zuid nam om van daaruit met bus 49 langs het voetbalstadion van Anderlecht naar Peterbos trok.
Ik deed dat zonder kogelvrijevest, camera of politiebegeleiding, maar met mijn recorder en bereidheid om te luisteren naar mensen die de wijk van binnenuit kennen. Ik had afgesproken in het buurthuis STEK van opbouwwerkorganisatie SAAMO Brussel. Dat lokaal ligt in blok 15, zo was me verteld, maar het duurde even voor ik die gevonden had.
Met 3.000 bewoners is Peterbos de grootste sociale woonwijk van ons land. Ze bestaat uit 18 enorme woonblokken die wat kris kras op een groot plein zijn neergezet. Elk woonblok heeft een nummer, maar de logica achter de ordening ontging me volledig. Gelukkig toonden een aantal jongens die wat waren aan het rondhangen me de weg nadat ik voor de tweede keer dezelfde apotheker gepasseerd was.
Wanneer ik aankom is Katleen Vanlerberghe, de teamcoördinator van SAAMO Brussel nog druk in de weer om een vrouw te helpen met papieren waar ze niet aan uitkan. Ik krijg een tas koffie van M’hamed El Ouali, mijn buurman in Kessel-Lo die hier werkt als opbouwwerker voor SAAMO. Hij stelt me voor aan Younes Dahbi en Mohamed Fallouj die allebei in Peterbos zijn opgegroeid. Vandaag is Younes er jeugdwerker voor D’BROEJ en werkt Mohamed ook als opbouwwerker voor SAAMO.
Cinema
Een diepe zucht klinkt er wanneer ik hen vertel over de reportage van Terzake. “Het is cinema”, haalt Younes zijn schouders op. “Voor hen levert het sensatie op, maar het is een klap voor iedereen die hier in de wijk actief is. Het is erover. We weten dat er problemen zijn, zoals in veel Brusselse wijken, maar dit maakt de zaken alleen maar erger.”
“Het doet toch wel pijn” vult Mohamed aan. “Als iemand die hier opgegroeid is, kan ik zeggen dat het beeld dat de reportage toont niet correct is. Als opbouwwerker is één van onze doelstellingen om een positief imago voor de wijk herop te bouwen. Zo’n reportage maakt heel veel van dat werk kapot.”
“Zo’n reportage maakt veel van ons werk kapot”
“Als je als jongere op je cv hebt staan dat je in Peterbos woont, kan dit voldoende zijn om niet uitgenodigd te worden voor een gesprek”, gaat Mohammed verder. “Dit versterkt alleen die vooroordelen.” Katleen beaamt. “Daarnet hoorde ik nog dat een kind uit de wijk advies heeft gekregen om naar het buitengewoon onderwijs te gaan, terwijl iedereen die haar kent weet dat dit helemaal niet nodig is.”
Er is echt wel een probleem van drugshandel in de wijk, dat wordt duidelijk erkend. Wat de mensen me wie ik spreek stoort is dat men van buitenaf dat ene aspect van hun wijk uitlicht en niets zegt over de oorzaken, laat staan over de oplossingen. Op die manier krijg je geen inzicht in wat er speelt.
“De mensen die de beslissingen maken in de media maken elke dag een keuze: wil ik meehelpen aan het in beeld brengen van oplossingen of wil ik sensatie zoeken en nog meer negativiteit verspreiden ten opzichte van mensen die het al moeilijk hebben”, zo stelt Mohamed.
Ik leg uit dat we met DeWereldMorgen de ambitie hebben om een alternatief te bieden op dit soort berichtgeving. Ik vertel hen dat ik de tijd wil nemen om een poging te wagen wél te doen wat men in Terzake heeft nagelaten en merk meteen dat ik daarvoor bij de juiste mensen ben terechtgekomen.
Achtergelaten
Als de berichtgeving in de grote media vaak lijkt op een opsomming van negatieve zaken die ons overkomen, dan is dat in de eerste plaats omdat vaak de nodige achtergrond ontbreekt.
De focus op wat actueel, wat nieuws is en het gebrek aan aandacht voor de geschiedenis aan de actualiteit voorafgaat, doet het lijken alsof een problematiek zoals drugshandel vanuit het niets in een wijk als Peterbos opduikt. Tijdens mijn gesprek met de jeugd- en opbouwwerkers merk ik al snel dat dit niet het geval is.
“Toen deze blokken in de jaren ‘60 neergezet werden, werd het voor de mensen uit de lagere middenklasse die hier konden komen wonen gezien als een vooruitgang”, legt Katleen uit. “Maar sinds de jaren ‘90 heeft men de buurt aan haar lot overgelaten. Woningen en de openbare ruimte werden niet goed onderhouden, publieke dienstverlening verdween.”
“Het is ook op het moment dat de wijk echt achteruit is gegaan, dat de dealers naar hier zijn gekomen”, aldus Katleen. De dealers, zo benadrukt iedereen, komen niet uit deze wijk. Ze komen hier hun drugs verkopen omdat men de wijk heeft laten verloederen, dat is het probleem.
“Het is op het moment dat de overheid de buurt aan haar lot over heeft gelaten dat de dealers zijn gekomen”
Younes beaamt uit eigen ervaring. “Toen ik klein was, was er een wijkagent. Er waren er conciërges in elk gebouw, er werd zelfs op toegezien dat er niet over het gras gelopen werd. Alles werd proper gehouden. De mensen werden niet aan hun lot overgelaten. Dat is jaar na jaar afgebroken.”
“Vroeger was er hier een superette, er was een kantoor van de mutualiteit”, gaat Younes verder. “Er was een wassalon, een kapper, een uitstekende apotheker.” Dat alles is achteruitgegaan en dan verdwenen. De winkel verkocht geen rozen meer, vervolgens niet veel groenten meer en tenslotte enkel nog alcohol en sigaretten.”
“Het verdwijnen van die winkels heeft ook te maken met de gestegen armoede in de wijk”, merkt M’hamed op. “Als de mensen niet te besteden hebben, hebben ondernemers ook geen zin om te investeren. Cafés en andere ontmoetingsruimtes verdwijnen. En zo maak je plaats voor andere manieren van geld verdienen.”
Het enige wat er vandaag nog van overblijft is de apotheker, merk ik op. “De problemen in de wijk zorgen ook voor gezondheidsproblemen.” Fysiek, maar ook mentaal. Slaapmedicatie, antidepressiva, angstremmers; bijna iedereen neemt hier iets van medicatie.”
“Vandaar ook dat we met het project zorgzame buurt ernaar streven om hier een wijkgezondheidscentrum op te richten”, vult Katleen aan.
Veerkracht
Wanneer je achtergelaten wordt, bestaat het risico dat een gevoel van gelatenheid zich meester maakt van je. Wanneer je in de schimmel moet wonen, bestaat het risico dat je zelf gaat wegschimmelen.
“Toch vind ik de veerkracht die nog aanwezig is in deze wijk echt opmerkelijk”, vertelt Katleen. “De vrouwen van collectif des habitants organiseren hier een kermis en allerhande activiteiten.”
Twee spelers die begonnen het zaalvoetbalteam FUTSAL Peterbos, gegroeid uit de wijk, zitten vandaag in de nationale ploeg. Als enige ploeg die haar spelers niet betaalt bereikten ze de achtste finale van de Belgische beker. “Toen was de televisie jammer genoeg niet aanwezig”, merkt Mohamed fijntjes op.
“Toen ons zaalvoetbalteam de achtste finale van de Belgische beker haalde, was de televisie jammer genoeg niet aanwezig”
Terwijl we praten staat achter ons de drank klaar voor de barbecue die SAAMO de volgende dag in de wijk zal houden. “Dat was al gepland voor de hele heisa”, zegt M’hamed er bij. Het kadert in het project ‘Samen op straat’.
Als ik alle positieve initiatieven zou willen weergeven, gaat dit artikel veranderen in een heel lange opsomming. Het is indrukwekkend om te horen hoeveel er door een paar organisaties met weinig middelen samen met de mensen op poten gezet wordt.
De energie om op een positieve manier aan de toekomst te bouwen is indrukwekkend, maar wat er ontbreekt zijn de nodige investeringen. “We zijn aanwezig, maar onze middelen zijn beperkt”, zucht Younes. “Het is de overheid die meer aanwezig zou moeten zijn.”
“In 2018 zijn er plannen gemaakt voor de renovatie van de wijk”, vertelt Katleen. “Er komt een gemeenschapscentrum, een aangelegde ontmoetingsruimte in openlucht en sportinfrastructuur. Men heeft de mensen laten dromen, maar we zijn vandaag zes jaar later en er is nog helemaal niets gebeurd. Op die manier verliezen de mensen hier ook hun geloof.”
Populisme
Dat er iets moet gebeuren tegen de drugshandel, daar is iedereen het over eens. “Dat is ook wat we horen van de bewoners. Ze willen dat hun kinderen in een veilige omgeving kunnen opgroeien”, aldus Katleen. “We zijn ook niet noodzakelijk tegen repressie, de politie moet haar werk kunnen doen.”
Een hele diepe zucht weerklinkt er wanneer ik het voorstel van staatssecretaris Nicole De Moor om drugsdealers zonder papieren uit Peterbos prioritair het land uit te zeggen. “Wat valt er te zeggen?”, doorbreekt Mohamed de stilte.
“Het rechtstreeks verband dat er zonder verpinken gelegd wordt tussen mensen zonder wettig verblijf, deze wijk en drugs”, zucht Katleen. “Dat is het moedwillig criminaliseren van mensen aan de onderkant van onze samenleving en de wijken waarin ze wonen”
In de media en de politiek komt de complexiteit van de dingen zelden aan bod
“Terwijl, hier wonen eigenlijk bijna geen mensen zonder wettige verblijfsvergunning”, gaat ze verder, “want die hebben eenvoudigweg geen recht hebben op een sociale woning. De uitspraak van mevrouw De Moor is nogal populistisch. Zowel in de media als in de politiek komt de complexiteit van de dingen nogal zelden aan bod.”
Als de mensen met wie ik net gesproken heb nu maar eens op Terzake kwamen en daar ook de kans zouden krijgen om zich uit te spreken, dat zou al een heel verschil maken, zo bedenk ik me wanneer ik terug ben in Leuven. Wat ze doen is belangrijk, ze hebben iets te vertellen en ze weten waarover ze spreken; dat kan echt niet van iedereen gezegd worden.
Het probleem is dit: zij die het voor het zeggen hebben, hebben niets te zeggen. En zij die iets te zeggen hebben, hebben het niet voor het zeggen. Misschien is het dan toch niet helemaal onbelangrijk dat wij hen met DeWereldMorgen aan het woord laten, denk ik tenslotte.