De crisis van de representatie
Essay, Nieuws, Samenleving, België, Democratie, Democratisch deficit, Tmd -

De crisis van de representatie

Nico Carpentier: "Wat we nu zien, in reactie op de crisis van de representatie, is geen anti-politiek. Het is alter-politiek. Het is de vraag naar een andere politiek en naar een betere politieke representatie, die voorkomt uit een geloof in en bezorgdheid voor onze hedendaagse democratie, gecombineerd met zeer beperkte uitingsmiddelen."

dinsdag 4 mei 2010 01:10
Spread the love

De val van een regering blijft een belangrijk politiek moment, en vraagt om duiding en contextualisering. Het is onderdeel van de politieke logica dat het politieke systeem verklaringen aanreikt voor het falen van de regering, soms verontschuldigend-verklarend vanuit de voormalige regeringspartijen, soms beschuldigend-vitriolisch vanuit de al even voormalige oppositiepartijen, soms een combinatie van beide.

Het is ook noodzakelijk voor de legitimiteit van het politieke systeem dat via deze verklaringen de tijdelijkheid van dit falen wordt benadrukt: Aan de bevolking dient uitgelegd te worden waarom er vervroegde verkiezingen dienen georganiseerd te worden, waarbij bij voorkeur de onvermijdelijkheid van de eerdere gebeurtenissen benadrukt wordt. Verkiezingen zijn dan ook een geruststellend democratisch ritueel, waarbij het “opnieuw schudden van de kaarten” een belofte tot oplossing aanreikt, om op deze manier te voorkomen dat het tijdelijke falen permanent wordt.

Bij de val van de regering Leterme was dit niet anders. De val werd verklaard. Aangezien het communautaire conflict alomtegenwoordig was, leverde dat conflict ook een dankbaar reservoir voor de verklaringen op, waarbij de onwrikbare franstalige Andere een bijna exclusieve verantwoordelijkheid toeschreven kon worden. Een variant hiervan was de constructie van de vlaamse (semi-)Andere, de onverzettelijke Open VLD die een harde interpretatie van het deadline-concept hanteerde en zo de politieke crisis veroorzaakte. Hoe juist of onjuist deze verklaringen ook waren, ze pasten naadloos binnen de traditionele politieke logica, waarbij de verantwoordelijken worden aangeduid, zodat ze in een representatieve democratie al of niet gesanctioneerd kunnen worden, en waarbij de bevolking de toekomstige onderhandelingspositie van de vlaamse Haviken en de vlaamse Duiven -vlaams zijn ze blijkbaar wel allemaal- zal kunnen versterken en/of verzwakken.

Er doken ook andere verklaringen op, die maar half binnen deze traditionele politieke logica pasten. Een voorbeeld hiervan was de crisis-van-het-regime-verklaring, dat een opening creëerde voor structurele kritiek op het politieke systeem. Tegelijk was dit nog een dubbelzinnige verklaring, omdat ze snel onschadelijk gemaakt kon worden door ze te “ver-communautariseren”. Het “politieke regime” werd in dit discours geherarticuleerd als het “belgische regime”, een synoniem voor de belgische staatsstructuur. Het was niet het politieke systeem dat zich in een politiek narcisme had laten verglijden, waar de surrealistische logica van het communautaire antagonisme (over wat op zich een technische discussie over een definitie van een kiesarrondissement had kunnen blijven) alles beheerste. Het was niet het politiek systeem dat zichzelf had opgesloten in een staat van solipsisme, waar zelfs de meest kwaliteitsvolle politici mee in opgezogen werden en waar myopie een gemeenschappelijk kenmerk werd. Het was niet het politieke systeem dat haar eigen legitimiteit uitholde door respect voor diversiteit en wederzijdse empathie te vervangen door een allesbeheersend conflict. Het was wel –tenminste in deze herarticulatie- opnieuw het belgische regime dat faalde, omdat de belangen van “vlamingen” en “walen” nu eenmaal onverzoenbaar waren. Het belgische regime bevond zich in een staat van crisis omdat politici van goede (vlaamse) wil opgesloten zaten in een onmogelijke politieke constructie die dringend aan hervorming (of afbraak) toe is.

Deze herarticulatie van de regimecrisis is een mooi voorbeeld van hoe een hegemonie werkt. Een hegemonie levert een interpretatiekader aan voor alles, en kan alles verklaren vanuit de eigen logica. Het is een horizon waar niet meer buiten gedacht kan worden. Het vlaams-nationalisme is in het vlaamse politieke systeem hegemonisch geworden. Het is het dominante denkkader; het vertrekpunt en eindpunt van onze politieke realiteit. De nationalistische hegemonie werkt als een zwart gat -u vergeeft me de woordspeling- dat alle energie opslorpt, maar tegelijk betekenis verleent aan alles wat het aanraakt. Het lijkt verwonderlijk dat een ideologisch project -want dat is een hegemonie- in de 21ste eeuw nog zo’n dominante rol kan spelen, nadat de grote verhalen toch al enige tijd geleden voor dood werden achtergelaten. Maar in een complexe en meerlagige wereld, waar de idee van de sociale maakbaarheid (en dus ook beleid) permanent gefrustreerd wordt en waar het centrum van de macht intrinsiek leeg is geworden, is het ontwikkelen van grootse ideologische projecten een perfecte reddingsboei. Natuurlijk is dit geen pervers politiek complot, maar een configuratie van globale en lokale maatschappelijke krachten die het politiek systeem van vele mogelijkheden beroofd heeft.

De ontwikkeling van een nieuw groot verhaal, het vlaams-nationalisme, is de ultieme uitweg die “onze” politieke partijen lijkt weg te kunnen voeren uit de doolhof van de machteloosheid, en hen juist de fantasie van de relevantie en de controle aanreikt. De communautaire onderhandelingstafel is de Heerlijkheid waar politieke macht nog aan den lijve ervaren kan worden, waar een “non” / “nee” / “njet” uitgesproken kan worden en zelfs politieke gevolgen kan hebben, waar van opwinding blozende dames en heren op een relatief beschaafde manier de eigen relevantie kunnen celebreren, waar bezwaren van de buitenwereld (de Raad van Europa, om maar een voorbeeld te noemen) weggewuifd kunnen worden als loutere tekenen van onbegrip.

Dit samenvallen van het nationalistische project met de zoektocht naar politieke zingeving brengt een hoge prijs met zich mee. De grote verhalen werden niet voor niets doodverklaard. Met andere woorden, de maatschappelijke complexiteit botst op de homogeniteit die het hegemonische project nodig heeft. Een hegemonie is ook maar een particulier discours, en is vaak kwetsbaarder dan vermoed wordt. In dit concrete geval zit deze kwetsbaarheid mede in de afwezigheid van een breed maatschappelijk draagvlak, waarbij de vele politieke oproepen tot vlaamse eenheid meer tot doel hebben ze creëren dan ze te beschrijven. De vlaams-nationalistische hegemonie heeft vooral zich genesteld in het politieke systeem, onder meer via de virale verspreiding van het politieke personeel van de Volksunie, maar het vlaams-nationalisme is er (nog) niet in geslaagd om haar hegemonie over een ganse bevolking te doen gelden. Ideologisch gezien bevinden we ons dan ook in een hoogst dissonante situatie.

Juist deze context, gekenmerkt door de vereenzelviging van het gehele politieke systeem met dit vlaams-nationalisme, in combinatie met de beperkte(re) impact bij relatief grote delen van de bevolking, creëert een scheuring tussen het representatiesysteem en diegenen die erdoor gerepresenteerd zouden moeten worden, maar waarvoor de representatielogica faalt. Daarom kan dit politieke conflict –meer dan een crisis van het regime- gezien worden als een crisis van de representatie zelf. Natuurlijk is geen enkele politieke representatie perfect: Er is altijd machtsdelegatie, waardoor er een noodzakelijke afstand ontstaat tussen vertegenwoordiger en vertegenwoordigden. Maar de legitimiteit van een politiek systeem steunt op de idee dat de afstand in deze vertegenwoordigingsrelatie niet te groot wordt. De diversiteit aan denkwijzen en belangen van een bevolking dient min of meer gedekt te worden door de diversiteit van de vertegenwoordiging. Als deze vertegenwoordigers echter ten prooi vallen aan een pensée unique en de bevolking deelt deze toestand niet, dan ontstaat er een crisis van de representatie, die op langere termijn de legitimiteit van het democratisch-politieke systeem ernstig kan beschadigen en zelfs kan vernietigen.

Deze crisis van de representatie is niet zonder voorgeschiedenis; ze sluimert al langer. De representatieve democratie is al enige tijd op zoek naar manieren om structureel om te gaan met wat discrediterend omschreven wordt als anti-politiek en politieke apathie, zonder op zoek te gaan naar democratische varianten die deze diepere crisis kunnen verhelpen. Voorlopig lijken strategieën van discreditering en ontkenning de voorrang te krijgen. Het geloof dat deze crisis oppervlakkig is, en sowieso snel zal voorbij gaan, zit even diep ingebakken als de crisis van de representatie zelf.

Een belangrijke indicator van deze crisis van de representatie is de recente oproep van Jeroen Olyslaegers in De Morgen om niet te gaan stemmen maar in plaats daarvan een narrenstoet te organiseren en het politieke systeem uit te lachen. Het is geen toeval dat hier de strategie van het carnavelesque wordt gekozen. Het is een eeuwenoude strategie van de (politiek) machtelozen om –al is het maar voor een moment- de machtigen een hak te zetten en de macht van de machtelozen te laten blijken. In dat opzicht is deze oproep ook een uiting van de machteloosheid van dat deel van de bevolking waarvoor de representatie faalt en wiens mening in de politieke partijen, parlementen en regeringen niet meer structureel aanwezig is.

Het is opvallend hoe snel dit expliciet als democratisch benoemd initiatief door commentatoren als “antipolitiek” (of “a-politiek”) werd benoemd, terwijl het vooral een politieke kritiek is van dat deel van de bevolking dat geen andere mogelijkheid heeft om haar stem te laten doorklinken dan door een tijdelijke opschorting van het vertrouwen in deze politieke klasse. In deze tijden is het geheugen kort, en we zijn al vergeten hoe de alter-globalisten eerst anti-globalisten werden genoemd (bij voorkeur gecombineerd met het adjectief naïef). Denk aan hun slogan: Een andere wereld is mogelijk. Wat we nu zien, in reactie op de crisis van de representatie, is geen anti-politiek. Het is alter-politiek. Het is de vraag naar een andere politiek en naar een betere politieke representatie, die voorkomt uit een geloof in en bezorgdheid voor onze hedendaagse democratie, gecombineerd met zeer beperkte uitingsmiddelen. En die vraag, en de achterliggende crisis, dient ernstig genomen te worden.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!