Er werd geen verklaring gegeven voor de plotse dood van deze 24-jarige Jemeniet, die niet aarzelde de dingen bij de naam te noemen, in een land waar dat allesbehalve evident is.
Ibrahim Mothana legde op een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat in mei 2013 nog een getuigenis af, die goed uitdrukte waar deze dappere jongeman zijn verontwaardiging haalde. Een gelijkaardige tekst verscheen eerder ook als editoriaal in de New York Times van 13 juni 2012 onder de veelzeggende titel: “Hoe drones Al Qaida helpen”. Enkele citaten:
“Wij Jemenieten kregen onze eerste ervaring met doelgerichte moordaanslagen onder de regering van Obama op 17 december 2009, met de inslag van een kruisraket in al-Majala, een dorpje in een verafgelegen gebied in het zuiden van Jemen. Deze aanval doodde 44 mensen, waaronder 21 vrouwen en 14 kinderen, volgens Jemenitische en internationale mensenrechtenorganisaties waaronder Amnesty International …”.
“Drone-aanvallen zijn de reden dat meer en meer Jemenieten Amerika haten en radicale militanten vervoegen. Zij worden niet door ideologie gedreven maar door een gevoel van wraak en wanhoop …”
“Ik roep de VS op om zich kritisch te buigen over het gebruik van doelgerichte aanvallen en over hun huidig contraterroristisch beleid in Jemen, om in te zien dat het onveiligheid, niet veiligheid is, die jullie creëren in mijn land, in de regio, in de VS en in de hele wereld.”
In een wereld die echt met de medemens begaan zou zijn, zou deze man op de frontpagina’s van alle kranten staan. De kans is echter groot dat u nog nooit van hem had gehoord.
Ibrahim Mothana is een symbool van de andere stem, niet die van machtige staatshoofden maar die van de gewone mens, die veel te weinig gehoord wordt.