Als er iets revolutionair veranderd is het voorbije decennium, dan is het wel ons mediagebruik. Doe maar eens de test. Hou een dag bij wat u allemaal leest, bekijkt, beluistert en becommentarieert en vergelijk dat eens met vijftien jaar geleden. Veel kans dat u vroeger ‘s morgens een krant las, misschien speelde er op het werk een radio en ‘s avonds keek u tv. Om interactief te zijn, kon u een lezersbrief schrijven of een gele briefkaart opsturen voor een prijsvraag.
In 2013 gebruiken veel mensen de hele dag door verschillende media. Vroeger werd dat bijna uitsluitend aangereikt en gefilterd door mainstreambronnen. Nu komt het tot ons via sociale media en kunnen we zelf kiezen uit duizenden bronnen. Je kan interessante artikels zelf verder verspreiden of foute berichten rechtzetten en bekritiseren. Als u op Twitter de betrokken journalist aanspreekt, is er kans dat hij verplicht is te antwoorden op uw kritiek of commentaar.
Dat zijn veranderingen die nog heel nieuw zijn en het zal nog lang duren voor ze helemaal ingeburgerd geraken en voor de oude gewoontes verdwijnen. Recent was ik getuige van een tafereel dat we in de toekomst nog vaak zullen zien. Ik beschrijf het even zonder waardeoordeel uit te spreken over de feiten zelf.
Een jonge vrouw zag aan het politiecommissariaat enkele ontredderde familieleden van een minderjarige jongen die opgepakt was wegens een drugsdelict. De politie was hardhandig en met gebruik van traangas binnengevallen in het huis van de jongen waar het gezin net het Offerfeest aan het vieren was. Vier familieleden werden opgepakt.
De jonge vrouw probeerde RTL en andere Franstalige media te contacteren, maar die gaven niet thuis. Uiteindelijk nam ze met haar smartphone zelf een interview af van de familieleden van de gearresteerden, zette dat op Facebook en tagde enkele politici uit Molenbeek. Het videootje werd die avond meer dan 30.000 keer bekeken en binnen de kortste keren hingen alle Brusselse media aan de telefoon bij de jonge vrouw. Verschillende politici reageerden op haar Facebookprofiel.
“Don’t hate the media, become the media”
Deze manier van media maken, zien we nog heel weinig, maar het zal de komende jaren steeds normaler worden. De Amerikaanse spoken word-artiest Jello Biafra zei in 2000: “Don’t hate the media, become the media”. Pas nu, met de komst van smartphones, mobiel internet en sociale media als Facebook en Twitter, kunnen we die slogan echt beginnen waarmaken.
Heb je in dat proces geen journalisten meer nodig? Jawel, maar hun rol verandert. Het is niet langer een kleine gesloten kring die beslist wat nieuwswaardig is. Het biedt ook kansen aan een nieuw soort journalisten. Glenn Greenwald bijvoorbeeld, de journalist die nu al maanden het nieuws beheerst met zijn artikels over de spionagepraktijken van de NSA, was – toen klokkenluider Edward Snowden bij hem aanklopte – gastblogger bij The Guardian.
Ook Chelsea Manning – die andere grote klokkenluider van de 21ste eeuw – kwam pas bij WikiLeaks terecht nadat hij/zij werd afgewezen door The New York Times en The Washington Post. Het zegt iets over het veranderde medialandschap dat twee van de grootste nieuwsverhalen van de voorbije jaren door traditionele kranten te min werden gevonden (of te gevaarlijk natuurlijk).
Dat nieuwe mediaweefsel krijgt vorm onder onze ogen. Het is nog te vroeg om te zien hoe het er precies zal uitzien. Maar het biedt wel kansen op een democratischer, minder hiërarchisch en minder gesloten mediasysteem.
Volgens Glenn Greenwald was nieuws tot nu toe altijd de officiële versie van de feiten en de officiële kritiek op die gebeurtenissen. Niet-officiële kritiek was een smaakmaker die in kleine dosissen werd toegediend. Maar door de nieuwe media en de grotere mondigheid van burgers kan die smaakmaker het hoofdgerecht worden, meent Greenwald.
Burgers en bewegingen die zich te kort gedaan voelen door de traditionele media beseffen nog te weinig de macht die ze hebben dankzij die nieuwe mogelijkheden. Het blijft nog te vaak bij ‘hate the media‘, bij zure tweets en de pantoffel naar de tv.
Verschuivingen in het medialandschap in eigen land
In eigen land kruipen de traditionele media steeds dichter bij elkaar. Letterlijk dan. De mededingingsautoriteit gaf groen licht voor de krantenfusie van Corelio en Concentra. Dat betekent dat twee blokken mediabedrijven binnenkort het hele Vlaamse medialandschap controleren.
Aan de ene kant staat De Persgroep van Christian Van Thillo met de kranten Het Laatste Nieuws, De Tijd en De Morgen, de tv-zenders VTM (waarvan ook Roularta 50 procent heeft), 2BE en Vitaya en weekbladen als Dag Allemaal en Joepie. Daar pal tegenover staat Het Mediahuis met Het Nieuwsblad, De Standaard, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg en – samen met Sanoma en de oprichters van Woestijnvis – de tv-zenders Vier en Vijf en bladen als Humo.
Bij het Mediahuis worden 200 banen geschrapt. Dat is dan nog zonder de freelancers gerekend. Ook aan de overkant viel al een slachtoffer.
Met het mes op de keel moest de redactie van De Morgen het verzet tegen de verhuizing uit Brussel opgeven. De medewerkers van de krant zitten voortaan aan een bureau in Kobbegem waar ook Het Laatste Nieuws huist. Voor De Persgroep biedt dat nieuwe ongeziene mogelijkheden om te besparen door de redacties en de ondersteunende diensten nog meer samen te voegen.
Dat zal de huidige kwalijke tendensen alleen maar versterken: de snel voorbij waaiende mediastormpjes, de eeuwige stoet van dezelfde meningenspecialisten, de oppervlakkigheid, de fixatie op de kerktoren en de smalle debatruimte.
De recente verschuivingen in het Vlaamse medialandschap krijgen weinig aandacht. Ook politici houden zich afzijdig. Ze hebben nochtans enkele hefbomen in handen om een rijker medialandschap te stimuleren. Elk jaar vloeien meer dan 300 miljoen euro subsidies naar de (papieren) kranten.
De steun voor de vroege postbedeling neemt de grootste hap uit dat bedrag. Zonder die overheidssteun stort de krantenmarkt meteen in elkaar. Om een beter zicht te krijgen op de omvang van dat bedrag: met 300 miljoen euro kan je alle erkende journalisten in België een loon geven.
Dat wordt mee de inzet van de komende jaren. Gebruiken we dat geld om het leven van de bestaande aan elkaar klittende kranten zo lang mogelijk te rekken? Of stoppen we het in vernieuwende initiatieven en proberen we dat duopolie te doorbreken?
Je zou de middelen meer kunnen oriënteren naar journalisten zelf en minder naar grote commerciële mediagroepen. Initiatieven die lacunes opvullen, houden nu nauwelijks het hoofd boven water. Denk aan die media die wat meer aandacht proberen te geven aan buitenlandse berichtgeving, onderzoeksjournalistiek of aan verhalen en stemmen die te weinig worden opgepikt door de traditionele media.
Los van de financiële steun moet er een kader komen dat klokkenluiders beter beschermt. Het is een schande dat Snowden in geen enkel westers land asiel kreeg aangeboden. Klokkenluiders stellen zich vandaag extra kwetsbaar op omdat ze niet langer kunnen schuilen onder de institutionele paraplu van de grote media.
Ook mensen die klokkenluiders helpen hun nieuws naar buiten te brengen, lopen gevaar. Kijk naar wat er met Julian Assange en Glenn Greenwald gebeurt. Die mensen verdienen onze steun.
Ook op dat vlak verschuift er dus nogal wat macht naar u, lezer en mediagebruiker en naar de politici die u vertegenwoordigen. Doe er iets nuttig mee.