Vluchtelingenkamp Aida in Betlehem. Foto: Jorn Verschuere
Reportage, Getuigenis -

Een marathon lopen in Palestina, met een Derde Intifada in de rug?

Samen met 10 andere jongeren reisde Jorn Verschuere naar Palestina om er deel te nemen aan de Palestijnse Marathon. Hij schreef zijn indrukken van dit bezoek neer en leerde veel over de strijd voor zelfbeschikking van het Palestijnse volk, die hij hier in zijn eigen woorden overloopt.

maandag 3 april 2023 10:30
Spread the love

 

Met elf Belgen namen we via Viva Salud deel aan de marathon van Palestina. Tijdens ons verblijf leerden we ook de verschillende aspecten van de Israëlische bezetting van Palestina kennen.

Ondanks de feeststemming tijdens de marathon konden we niet ontsnappen aan de confrontatie met de toenemende escalatie in de regio. Loert de Derde Intifada om de hoek? Het is de vraag waarmee we huiswaarts keerden.

Deelnemer aan de marathon loopt langs de apartheidsmuur in Betlehem. Foto: © Palestine Marathon

Het was een gelaten en feestelijke stemming in Bethlehem op vrijdag 10 maart 2023. Ongeveer tienduizend lopers, afkomstig uit 90 verschillende landen, namen deel aan de Freedom of Movement Palestine Marathon.

Het parcours leidt de deelnemers onder andere door het centrum van Bethlehem, langs de apartheidsmuur en door het vluchtelingen kamp van Aida – de meest met traangas bestookte plek ter wereld.

Met de marathon wil de organisatie de beperkingen van de Palestijnse bewegingsvrijheid en de voortdurende Israëlische bezetting onder de aandacht brengen. Exemplarisch wordt er op de website geschreven: “Marathonlopers kunnen overal ‘tegen een muur aanlopen’ door de fysieke en emotionele belasting van het voltooien van het 42 kilometer lange loopparcours. In de staat Palestina lopen hardlopers letterlijk op de muur.”

Dat je in Palestina op meerdere muren botst, kan ik alleen maar beamen – zeker na 42 kilometer te lopen over het heuvelachtige parcours. Maar de muur kwam ik niet alleen figuurlijk tegen.

Hier werden een aantal Palestijnse  verzetsstrijders van Lion’s Den vermoord door het Israëlische bezettingsleger. Foto: Jorn Verschuere

Reizen door Palestina betekent het om de haverklap tegenkomen van checkpoints, mikkende soldaten en het aanschouwen van continue vernederingen. Het is de dagdagelijkse realiteit waar elke Palestijn mee geconfronteerd wordt. Het is zoals het ondergaan van de fysieke en emotionele belasting waarmee een marathonloper wordt geconfronteerd, opnieuw en opnieuw, dag in en dag uit.

In schril contrast met de feestelijkheden van de marathon stond de harde realiteit waarmee we de dagen voordien geconfronteerd werden in Palestina. De onverbiddelijke verderzetting van de Israëlische bezetting en het daar bijhorende apartheidsregime nadert zijn kookpunt.

De uitzichtloosheid van de situatie, de moordende Israëlische raids die in frequentie en intensiteit almaar toenemen, het totale verlies aan legitimiteit en controle van de Palestijnse Autoriteit … Het lijkt de escalatie onvermijdelijk te maken, waarop de vraag rijst: “Liepen we zonet een marathon met de Derde Intifada in de rug?”

De Tweede Nakba in Oslo

Wat het antwoord op bovenstaande vraag ook is, het kan niet begrepen worden zonder terug te blikken op twee cruciale jaren: 1948 en 1995. Het jaar 1948 staat voor de meesten gekend als het jaar van de Israëlische onafhankelijkheid en de oprichting van een eigen staat.

Toegangspoort tot vluchtelingenkamp Aida in Betlehem. Foto: Jorn Verschuere

Door Palestijnen wordt datzelfde jaar echter herinnerd als de Nakba, oftewel de ‘catastrofe’. Het betekende de ontworteling van de Palestijnse samenleving waarbij meer dan 700.000 Palestijnen ontheemd werden, 531 Palestijnse dorpen werden verwoest en dit was het begin van de Israëlische bezetting van Palestina.

Na meer dan 70 jaar wonen nog steeds honderdduizenden Palestijnen in vluchtelingenkampen. Ondanks het verstrijken van de tijd, beschouwen zij dit nog steeds als een tijdelijke woonplaats.

Wie het vluchtelingenkamp van Aida in Bethlehem bezoekt, ziet op de toegangspoort een enorme ‘Sleutel van terugkeer’ rusten, symbool voor de sleutels die vele Palestijnen nog hebben van hun oorspronkelijke thuis en belichaming van hun ontnomen recht op terugkeer.

De Oslo-akkoorden beloofden in de jaren 1990 een einde aan de bezetting en het begin van Palestijns zelfbestuur. Echter, dertig jaar na datum beschouwen Palestijnen de akkoorden als een capitulatie aan Israël en een tweede Nakba.

In die akkoorden werd de Westelijke Jordaanoever namelijk verdeeld in drie zones:

  • Zone A (18%) wordt bestuurd door de Palestijnse Autoriteit (PA);
  • Zone B (20%) burgerlijk bestuurd door de PA maar onder Israëlische militaire controle;
  • Zone C (62%) staat onder volledig bestuur van Israël.

Het gebied werd herleid tot een lappendeken aan enclaves, militaire checkpoints en uiteindelijk de bouw van de door het Internationaal Gerechtshof illegaal verklaarde apartheidsmuur.

Sleutelhanger gemaakt van resten van in Aida door de bezettingsmacht afgevuurde traangasgranaten. Foto: Jorn Verschuere

Strategische locaties zoals industriegebieden, watervoorraden en aanwezigheden van grondstoffen werden herleid tot Zone C en kwamen dus in handen van de Israëlische staat. Ook bij de bouw van de apartheidsmuur werd vaak een loopje genomen met de afgesproken grenzen om volledige controle te hebben over deze gebieden.

De opdeling en militaire checkpoints betekenen ook de totale onderwerping van de bewegingsvrijheid van Palestijnen aan Israël, waarbij Palestijnse dorpen en steden hermetisch afgesloten kunnen worden.

Daarnaast blijven illegale Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever als paddenstoelen uit de grond schieten, wat gepaard gaat met de voortdurende ontheemding van Palestijnen, de uitbouw van de apartheidsmuur en het toenemend aantal van militaire checkpoints.

Ondanks het feit dat de akkoorden vaak gezien werden als de eerste stap tot Palestijns zelfbeschikkingsrecht, is het Oslo die tot de onmogelijkheid heeft geleid om tot een zogenaamde Tweestatenoplossing te komen en de expansie van de bezetting in de hand heeft gewerkt. “Want hoe kan je nu tot een staat komen zonder territoriale eenheid?”, vroeg onze gids cynisch.

Ongeduld van Palestijnse Generatie Z

Terwijl de Oslo-akkoorden dode letter zijn gebleken, stijgt het onbehagen en het ongeduld onder de Palestijnse bevolking, zeker bij de jongeren. De uitzichtloosheid van de bezetting, de continue vernederingen – zo werd onze gids in Hebron letterlijk bespuwd door Israëlische jongeren – en het ontbreken van elk toekomstperspectief drijft hen verder tot de radeloosheid.

Daarbij komt nog eens dat er een algemene desillusie heerst ten aanzien van de Palestijnse Autoriteit, die alsmaar meer gezien wordt als marionet van de Israëlische overheid en daardoor elke legitimiteit heeft verloren.

Daarnaast sprak ook één van onze gidsen over het opkomende fenomeen van ‘overlevingsschuld’ onder Palestijnse jongeren. Quasi elke Palestijn heeft wel een familielid, vriend of kennis die is gedood door de bezetting.

De nabestaanden ontwikkelen hierdoor vaak een schuldgevoel omdat zij de bezetting wel overleven maar niets ondernomen hebben tegen de bezetting. Dit uit zich ook generationeel, waarbij de post-Oslo generatie de oudere generatie een zekere vorm van passiviteit verwijt ten aanzien van de bezetting.

Als gevolg hiervan ziet een groeiend aantal jongeren gewapend verzet als de enige resterende uitweg. Eén van die nieuwe gewapende verzetsbewegingen is de Lions’ Den (de leeuwenkuil), die ten tonele verscheen in de zomer van 2022.

Ze organiseert aanvallen op Israëlische militaire checkpoints en illegale nederzettingen. Over de achtergrond van de beweging is weinig geweten behalve de claim dat ze onafhankelijk van enige politieke partij of strekking opereren en dat ze verenigen in hun (gewapend) verzet tegen de Israëlische bezetting van Palestina.

Op 22 februari organiseerde het Israëlische leger een raid in het historische centrum van de Stad Nablus om enkele kopstukken van Lions’ Den uit te schakelen. Bij de raid werden 11 Palestijnen vermoord, vielen honderden gewonden en werden huizen volledig vernield.

Ondanks dat de stad een A-zone is, werd het Israëlische leger geen strobreed in de weg gelegd door de Palestijnse ordediensten om de stad binnen te dringen, hetgeen bijdraagt in de verdere teleurstelling van de bevolking in de Palestijnse Autoriteit1.

Voor de inwoners van Nabloes, en bij uitbreiding velen in Palestina, zijn de leden van Lions’ Den helden en sterven ze een martelaarsdood. Voor velen vormen ze een nieuwe bron van hoop in de strijd tegen het apartheidsregime van Israël.

Getuige hiervan zijn de vele posters in de stad die de martelaars heroïsch afbeelden, de locaties van de vergeldingsacties die tot een bedevaartsoord zijn getransformeerd en de openlijke wapendracht van de leden in het centrum. De gebeurtenissen in Nablus waren geen geïsoleerd gegeven, noch is de opkomst van Lions’ Den.

Resist to exist. Muurschildering in Nabloes. Foto: Jorn Verschuere

Het moet geplaatst worden in een toenemende spiraal van confrontaties en geweld. Met 150 Palestijnse slachtoffers vonden in 2022 al een recordaantal moorden plaats door het Israëlische bezettingsleger of vigilante kolonisten en met 80 slachtoffers na de eerste twee maanden van dit jaar lijkt het erop dat 2023 dat cijfer als een sneltrein zal overstijgen. Het is sinds de Tweede Intifada begin jaren 2000 geleden dat er zoveel Palestijnse slachtoffers zijn gevallen.

Sinds het aantreden van de nieuwe extreemrechtse regering van Netanyahu eind 2022 wordt het Apartheidsregime niet langer verbloemd of onder de mat geveegd maar komt men er openlijk voor uit. In de strijd tegen Lions’ Den werd al aangekondigd om collectieve straffen op te leggen voor hun omgeving en familie.

De Lions’ Den antwoordde op de raid in Nablus met het vermoorden van twee Israëlische kolonisten in het Palestijnse Huwara, enkele kilometers ten zuiden van Nablus. Daarop vielen tientallen Israëlische kolonisten het dorp binnen waarbij tientallen Palestijnse huizen en auto’s in brand gestoken werden met één dode als gevolg.

Het is de uiting van een vigilante collectieve bestraffing die plaatsvond onder het waarnemend oog van het Israëlische bezettingsleger en die door de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich werd vergoelijkt met de woorden “Ik denk dat het volledige dorp Huwara moet worden weggevaagd”.

Tijdens ons verblijf in Palestina vond een Israëlische raid plaats in het noordelijk gelegen vluchtelingenkamp van Jenin. Toen vielen zes doden, waaronder de dader die de settlers in Huwara had gedood.

Ook in Jenin ging het Israëlische leger driest tewerk: de volledige stad werd herleid tot een slagveld, collateral damage is onderdeel van de collectieve bestraffing en zelfs ziekenwagens werden onder vuur genomen.

Die avond waren we in Ramallah (ten Noorden van Jeruzalem) getuige van een spontane manifestatie uit solidariteit voor de slachtoffers, ondersteund door de strijdliederen van de Intifada die door boomboxen weergalmden in de straten. Daags nadien vond een algemene staking plaats in Palestina, een uiting van collectieve rauw en solidariteit.

Een nakende Derde Intifada?

Komt er een Derde Intifada? Het is een vraag die meerdere keren over de lippen viel in de gesprekken met onze gidsen en partners. Natuurlijk kan niemand van hen dat zomaar voorspellen.

Maar wel was er eensgezindheid over de toenemende escalatie als voedingsbodem. Door de aanhoudende bezetting en meedogenloze uitzichtloosheid wordt een steeds meer volatiele situatie gecreëerd waarbij Palestijnen geen andere uitweg zien dan gewapend verzet.

Het onomwonden radicale etnisch-religieuze discours van de nieuwe Netanyahu administratie en daar bijhorende raids werken hierbij enkel als een rode lap op een stier. De volatiliteit wordt verder in de hand gewerkt door het feit dat, in tegenstelling tot de vorige Intifada, de Palestijnse Autoriteit zijn volledige legitimiteit heeft verloren en dat er geen leidende figuur meer is zoals wijlen Yasser Arafat die kan spreken in naam van de Palestijnse bevolking, laat staan een ondergrondse en gefragmenteerde verzetsbeweging in de hand kan werken.

Er wordt met spanning gekeken naar de Ramadan, die dit jaar overlapt met de Joodse feestdag Pesach. Voor Palestijnen staat de Ramadan synoniem voor toenemende provocaties en repressie door de Israëlische overheid en kolonisten.

De aanleiding van de vorige Intifada was het provocerende bezoek van de toenmalige Israëlische oppositieleider Ariel Sharon aan de Tempelberg en de heilige Al-Aqsamoskee in Oost-Jeruzalem.

Ook de crisis van mei 2021 vond zijn aanleiding in de bestorming van diezelfde moskee door Israëlische ordetroepen. Voor veel Palestijnen is de vraag niet of er dit jaar een dergelijke provocatie zal plaatsvinden maar tot wat die zal leiden.

 

Note:

1   Een onderdeel van de Oslo-Akkoorden was dat de Palestijnse regering zich niet ‘regering’ mocht noemen, omdat dat volgens Israël een impliciete erkenning van een staat inhoudt. Daarom de wat bizarre naam Palestijnse Autoriteit (nvdr).

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!