Vrijdagochtend begon het Israëlisch leger aan een grootschalig offensief in het Nur Shams-vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever, nabij de stad Tulkarm. Tijdens vuurgevechten met gewapende militieleden kwamen minstens veertien Palestijnen om het leven, waaronder een kind. Negen Israëlische soldaten raakten lichtgewond.
Het Israëlische leger was op zoek naar strijders van de Tulkarm Brigade van de gewapende groep Islamitische Jihad. Volgens Palestijnse bronnen zijn er ook burgerslachtoffers gevallen, waaronder de 16-jarige Qais Fathi Nasrallah. “Een van onze medewerkers reanimeerde een 16-jarig kind nadat het in het hoofd was geschoten, maar kon hem niet redden”, zegt hulporganisatie Artsen Zonder Grenzen (AZG) in een verklaring op X.
AZG was ter plekke om noodhulp te bieden en lokale medische hulpverleners op te leiden voor crisissituaties zoals deze. “Zijn vader, een door AZG opgeleide paramedicus, vernam het nieuws van de moord op zijn zoon terwijl hij in de ambulance aan het werken was”, verklaart de organisatie.
Toename geweld op Westelijke Jordaanoever
Op beelden is te zien hoe bulldozers wegen, elektriciteitsinfrastructuur en huizen verwoestten tijdens de inval. In lokale media spreken de inwoners van “de ergste vernietiging sinds de jaren ’60”, toen Israël de Westelijke Jordaanoever veroverde op Jordanië.
Volgens de Palestijnse autoriteiten werd elders op de Westelijke Jordaanoever een Palestijnse ambulancechauffeur op zaterdag gedood toen hij gewonden hielp na een gewelddadige aanval door joodse kolonisten. Zijn voertuig werd naar verluidt geraakt door geweervuur terwijl hij de gewonde Palestijnen vervoerde naar het ziekenhuis.
AZG ziet een toename van geweld en beperkingen van de bewegingsvrijheid in het bezette gebied, zoals ambulances die opgehouden worden. “Mensen met levensbedreigende verwondingen kunnen niet wachten om ziekenhuizen te bereiken. Aanvallen op gezondheidswerkers en het verhinderen van de toegang tot gezondheidszorg zijn onaanvaardbaar”, aldus de internationale hulporganisatie.
Nog op de Westelijke Jordaanoever schoten Israëlische soldaten zondag twee Palestijnen dood in de buurt van Hebron, volgens het leger na een poging om de soldaten aan te vallen.
Overschaduwd door Gaza
Op de Westelijke Jordaanoever leven 2,8 miljoen Palestijnen, daarnaast wonen er 500.000 Israëlische kolonisten in nederzettingen die illegaal zijn volgens het internationaal recht. De Palestijnen leven er onder een militair bezettingsregime, de Israëli’s vallen onder het Israëlisch burgerlijk recht. De bezetting – ook illegaal onder het internationaal recht – gaat gepaard met arbitraire arrestaties en gewelddadige repressie en zet een zware rem op de Palestijnse ontwikkeling.
Sinds 7 oktober is de bezetting van de Westelijke Jordaanoever nog verhard, maar dat wordt overschaduwd door het geweld in Gaza. Volgens de Verenigde Naties zijn duizenden Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever gearresteerd sinds de aanslag van Hamas op Israëlisch grondgebied.
“De situatie op de Westelijke Jordaanoever verslechtert met de dag, ook in de vluchtelingenkampen”, zegt UNRWA-topman Philippe Lazzarini in een reactie op het geweld van afgelopen weekend. “Honderden mensen, waaronder ten minste 112 Palestijnse kinderen, zijn sinds 7 oktober gedood in het gebied”, zegt de voorzitter van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen.
“Bewegingsbeperkingen en geweld door Israëlische kolonisten belemmeren de toegang van mensen tot banen en bestaansmiddelen. Bovendien creëren ze een toestand van constante angst. Het is tijd om een einde te maken aan de bezetting en het langdurigste onopgeloste conflict aan te pakken met politieke middelen en een oprecht engagement voor vrede”, aldus Lazzarini.
