Foto: KU Leuven Student Encampement

Studenten bezetten VLIR: “Alle Israëlische universiteiten zijn problematische partners”

Studenten uit verschillende universiteiten hebben op woensdag 29 mei het gebouw van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) bezet. Ze willen een brief overhandigen aan de rectoren waarin ze duidelijk maken dat alle samenwerkingen met Israëlische universiteiten problematisch zijn.

woensdag 29 mei 2024 16:19
Spread the love

 

“De logica is eenvoudig” zegt Jouke Huijzer, een personeelslid dat deelneemt aan de bezetting. “Zolang universiteiten de bezetting daar steunen, blijven wij bezetten hier.” Een luid applaus volgt.

Met een vijftigtal zijn ze afgezakt naar de VLIR, de Vlaamse Interuniversitaire Raad. Daar zou een vergadering tussen de rectoren van de verschillende Vlaamse universiteiten gepland staan. Ze willen de rectoren een brief overhandigen om hun standpunt te verduidelijken.

Hoewel de geplande vergadering ook zo aangekondigd staat aan de receptie ontkent een medewerker van de VLIR dat de rectoren samenkomen. De bezetters besluiten te blijven zitten tot ze antwoord krijgen van de rectoren.

Foto: KU Leuven Student Encampement

Het is opvallend. Enkele weken bezetting van enkele gebouwen waren voldoende om de bezetters met geweld te laten verwijderen, maar na 76 jaar bezetting van Palestina verwacht men nog steeds dat wie zich daartegen verzet dat doet door geduldig te wachten op een dialoog waarin het als ongepast wordt gezien om de stem te verheffen.

Nochtans is het duidelijk dat er enkel geluisterd wordt wanneer de studenten niét braaf hun vinger opsteken en blijven wachten. Al maanden – sommigen zelfs jaren – vragen de studenten om een academische boycot van Israëlische instellingen, met open brieven, petities, enzovoort.

Foto: KU Leuven Student Encampement

Pas sinds ze begonnen met de bezettingen komt de zaak langzaam in beweging. De UGent zette een aantal samenwerkingen stop, de UAntwerpen belooft geen toekomstige samenwerkingen meer af te sluiten. Het is echter nog niet wat de studenten vragen: een volledige academische boycot.

In hun brief die ze aan de rectoren willen overhandigen, halen ze daarvoor sterke en heldere argumenten aan. De Israëlische universiteiten zijn medeplichtig aan genocide en zijn allemaal gezien ‘problematische partners’ volgens de richtlijnen in verband met mensenrechten die de VLIR zélf heeft opgesteld.

Het minste dat de rectoren van universiteiten die de mond vol hebben van kritisch burgerschap de studenten verschuldigd zijn, is een onderbouwd antwoord zonder ontwijkingen of drogredeneringen. Wat men nu doet, verschuilen achter politiegeweld, is tegengesteld aan het vrije denken en het open debat dat men beweert te verdedigen.

De volledige brief van de actievoerders:

Beste VLIR-leden,
Beste gemeenschapsleden van de Vlaamse universiteiten,

Wij schrijven u deze brief als leden van de Vlaamse universiteiten die diep bezorgd zijn over de aanhoudende genocide en educide (vernietiging van onderwijs, nvdr) in Gaza en de schendingen van de mensenrechten tegen Palestijnen in de zionistische kolonistenstaat Israël. 

We zijn diep bezorgd over de banden die onderhouden worden met Israëlische academische instellingen, wat neerkomt op een impliciete goedkeuring van mensenrechtenschendingen.

Wij doen daarom een dringende oproep om de banden te verbreken met zowel Israëlische academische als niet-academische instellingen, en met bedrijven en/of dienstverleners die het Israëlische apartheidsregime steunen, op basis van het volgende:

  • De systematische scholasticide (aanvallen tegen docenten, studenten en schoolgebouwen, nvdr) en educide die door de Israëlische regering en het Israëlisch leger (IDF) wordt ondernomen.
    In de afgelopen zeven maanden hebben de strijdkrachten in Gaza vier universiteiten en 378 scholen verwoest en de dood veroorzaakt van 261 leraren, 94 professoren en 5.479 studenten.
    Door de acties van het IDF heeft Gaza geleden onder het verlies van journalisten, gezondheidswerkers en kunstenaars, en is het getuige geweest van de vernietiging van vele historische archieven en culturele erfgoedsites.
    Bovendien zijn de Palestijnse universiteiten in Jeruzalem, Gaza en de Westelijke Jordaanoever de afgelopen decennia het slachtoffer geweest van willekeurige sluitingen en invallen, en zijn hun studenten en academisch personeel onderworpen aan detentie zonder vorm van proces (vaak maanden of jaren), wat vaak gepaard gaat met marteling. 
  • Israëlische academische instellingen zijn niet louter toeschouwers van de onderdrukking door de Israëlische regering. Er zijn sterke banden tussen deze instellingen en het Ministerie van Defensie, het bouwen van hun infrastructuur op illegale nederzettingen, het ontwikkelen van onderzoek voor strijdkrachten, de schending van het recht van Palestijnen op onderwijs en het bestraffen van politieke dissidenten.
    Daaruit blijkt dat Israëlische universiteiten belangrijke pijlers zijn in de uitvoering van rassenscheiding en de bezetting van Palestijns land door de staat Israël.
  • Het tweede artikel van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël. Er staat duidelijk in dat de bepalingen van de overeenkomst “gebaseerd zijn op respect voor de mensenrechten en de democratische beginselen, die hun interne en internationale beleid sturen[…]”.
    Als vertegenwoordigers van onze universiteiten hebt u veel meer invloed op het Europese speelveld dan wij. Onze universiteiten hebben herhaaldelijk toegegeven dat zij meerdere schendingen van de mensenrechten door de zionistische kolonistenstaat Israël en de verweven aard van zijn academische instellingen en zijn militaire apparaat erkennen.
    Het naleven van de EU-, nationale en internationale wetgeving, inclusief fundamentele rechtsinstrumenten en ethische principes, vereist dus dat u de uitsluiting van de bovengenoemde staat uit door de EU gefinancierde projecten steunt (inclusief, maar niet beperkt tot Horizon Europa en Horizon 2020).
  • De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof. Geconfronteerd met substantieel bewijs van oorlogsmisdaden, vaardigden het Internationaal Gerechtshof (ICJ) en de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties resoluties uit om Israël te verplichten zich aan het internationaal recht te houden en een onmiddellijk staakt-het-vuren te realiseren. Israël heeft deze internationale resoluties genegeerd en geschonden.
    Wij zijn van mening dat het – aangezien het ICJ zijn uitspraak niet kan afdwingen– de grootste verantwoordelijkheid en morele plicht bij internationale en nationale instellingen ligt, waaronder universiteiten, om het heft in eigen handen te nemen en druk uit te oefenen op de staat Israël om het internationaal recht na te leven.

Op 1 maart 2024 verklaarde de VLIR dat zij de mensenrechtenrichtlijnen, opgesteld door een panel van experts, strikt volgt in het kader van de samenwerking met Israël. Deze richtlijnen stellen echter dat een ethische mensenrechtenbeoordeling het risico van dubbel gebruik van de onderzoeksresultaten en de mensenrechtenschendingen door de partner moet evalueren. In dit opzicht definiëren zij problematische partners als:

  • universiteitspartners die bepaalde personen systematisch discrimineren op basis van hun geslacht, etniciteit, politieke overtuiging, nationaliteit, religie, etc., bijvoorbeeld door hen de toegang tot de universiteit te ontzeggen;
  • universitaire partners die regelmatig personeel ontslaan vanwege kritiek op overheidsbeleid;
  • universitaire partners waarvan het beveiligingspersoneel protesterende studenten met buitensporig geweld tegengaat (al dan niet met de dood tot gevolg);
  • universitaire of niet-universitaire partners die actief bijdragen aan ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd door een nationale overheid; deze partners ondersteunen de overheid bijvoorbeeld bij:
    • het uitbaten van detentiecentra waar vluchtelingen in onmenselijke omstandigheden en/of voor onbepaalde tijd worden vastgehouden;
    • het onrechtmatig vernielen van woningen als onderdeel van infrastructuurprojecten of om een deel van de bevolking te onderdrukken;
    • de drastische inkrimping van de gezondheidszorg in toch al achtergestelde delen van een land;
    • het opzetten van martelprogramma’s voor terroristenverdachten

Israëlische academische instellingen voldoen aan verschillende van deze criteria om als problematische partners te worden beschouwd:

Systematische discriminatie door Israëlische universiteiten.
Israëlische universiteiten discrimineren systematisch Arabisch/Palestijnse studenten en personeel. Deze instellingen creëren wetenschappelijke rechtvaardigingen voor hun verdrijving en inperking.

Regelmatig ontslag van personeel vanwege kritiek op overheidsbeleid.
Veel Palestijnse en Israëlische studenten en wetenschappers zijn gestraft voor het uiten van hun politieke afwijkende meningen in alle Israëlische academische instellingen. Het geval van de schorsing van professor Nadera Shalhoub-Kevorkian van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem omdat ze het geweld in Gaza een genocide noemde, is daar een recent voorbeeld van.

Het met buitensporig geweld tegengaan van protesterende studenten.
Palestijnse en Israëlische studenten van Israëlische universiteiten die de Palestijnse mensenrechten steunen, zijn het slachtoffer van intimidatie, stiltecampagnes, onderdrukking, geweld en willekeurige arrestaties. Er is geen vrijheid van meningsuiting op Israëlische universiteiten.

Volgens deze richtlijnen voldoen Israëlische universiteiten aan de eisen van problematische partners, aangezien zij allemaal nauw verbonden zijn met actoren die direct betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen (politie, leger en veiligheidsdiensten).

Belangrijk is dat deze ethische richtlijnen van VLIR niet alleen gelden voor academische partners, maar ook voor leveranciers van goederen en diensten. In dit verband willen wij uw aandacht vestigen op de onderaannemingscontracten met Hewlett Packard, Dell en Intel. Dit zijn bedrijven die (financieel en ideologisch) het segregatiesysteem, de nederzettingen en de oorlogsmisdaden van de Israëlische regering ondersteunen.

We benadrukken opnieuw de volledige morele plicht van de Vlaamse universiteiten om de financiële en academische banden te verbreken met instellingen die impliciet opvallende schendingen van de mensenrechten onderschrijven en ondersteunen. We eisen ook transparantie van de VLIR en de lokale Ethische Commissies van de vijf Vlaamse universiteiten over de besluitvorming en het proces binnen de mensenrechtenbeoordeling.

Ten slotte doen we een oproep aan alle leden van de academische gemeenschap (studenten, professoren, onderzoekers en administratief personeel) om onze oproep te steunen en te handelen in overeenstemming met onze morele verplichtingen. Als leden van academische universiteiten kunnen we niet langer medeplichtig zijn aan deze instellingen, noch hun onderdrukkingspraktijken onderschrijven.

Met vriendelijke groeten

Bijlage 1

De volgende lijst biedt verdere informatie waaruit blijkt dat Israëlische academische instellingen problematische partners zijn:

  • Human Rights Watch en International Amnesty hebben Israël tot apartheidsstaat verklaard. Deze apartheid is doordrongen van het bestuur van de Israëlische instellingen, waardoor de mensenrechten van de Palestijnen worden beperkt en geschonden. (Bron)
  • Israëlische universiteiten beperken en conditioneren de inschrijving van Palestijnse studenten (in tegenstelling tot die van Israëlische studenten). Bovendien worden Palestijnse studenten structureel gediscrimineerd en gemarginaliseerd.
  • Palestijnse en Israëlische studenten van Israëlische universiteiten die de Palestijnse mensenrechten steunen, zijn het slachtoffer van intimidatie, campagnes om hen de mond te snoeren, onderdrukking, geweld en willekeurige arrestaties. Er is geen vrijheid van meningsuiting op Israëlische universiteiten.
  • De acht grote Israëlische universiteiten opereren in directe dienst van de staat en vervullen cruciale functies bij het ondersteunen van zijn beleid. Dit omvat de ontwikkeling van oorlogsstrategieën en militaire technologie.
  • De universiteit van Tel Aviv herbergt het Erez-programma, een opleiding gericht op militaire training verweven met academisch onderwijs. Soldaten die dit programma volgen, mogen hun wapens naar de campus dragen.
  • Sinds de vroege geschiedenis van de drie eerste Israëlische universiteiten hebben deze het Wetenschapskorps van de militie opgericht. Dit laat zien hoe academische instellingen nauwe banden hebben met de militaire doelstellingen van de staat.
  • Israëlische academische instellingen hebben de infrastructuur geleverd voor de ontwikkeling van wapens en van de hele militaire industrie. Rafael en Israel Aerospace Industries (de grootste wapenproducenten) ontwikkelden zich uit de infrastructuur onder leiding van Technion en Weizmann Institute.

Bron: Wind, M. (2024). Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom. Verso Books.

Maya Wind heeft haar werk gedocumenteerd via Israëlische staats- en militaire archieven en bibliotheken, officiële beleidsdocumenten, staats- en militaire memoires, door de overheid gesponsorde onderzoeksrapporten, kranten, interviews en academische documenten.

 

Bijlage 2

Ø Hewlett Packard (HP)

HP Inc en Hewlett Packard Enterprise leveren diensten en apparatuur aan Israëlische politie-, gevangenis- en militaire instellingen. De gespecialiseerde dienst van HP voor het beheer van burgergegevens die aan Israëlische instellingen wordt geleverd, wordt beschouwd als de ruggengraat van rassenscheiding.

Belangrijk is dat HP een historische staat van dienst heeft in het schematisch schenden van mensenrechten, want in de jaren 1980 leverde HP de diensten om de implementatie van apartheidspraktijken in Zuid-Afrika te automatiseren. In 2012 riep Richard Falk – Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties – op tot een wereldwijde actie tegen HP omdat het profiteerde van de Israëlische nederzettingen en de daaruit voortvloeiende schending van de internationale mensenrechten.

Ø Dell

Dell is een belangrijke technologische partner van de Israëlische regering en haar strijdkrachten. In 2023 won Dell Technologies de aanbesteding voor servers van het Israëlische ministerie van Defensie.

Bovendien is de stichting Michael & Susan Dell (medegefinancierd door Michel Dell, oprichter, voorzitter en CEO van Dell) een belangrijke donor van de stichting Friends of the Israeli Defence Forces, die geld inzamelt voor het Israëlische leger. Deze feiten bewijzen de nauwe banden en belangen van Dell Technologies met Israëlische militaire acties en ideologie.

Ø Intel

Dit bedrijf heeft sterke financiële, politieke en ideologische banden met de Israëlische regering, zoals blijkt uit diplomatieke betrekkingen, contracten met miljardairs, verplaatsingen van faciliteiten – die financieel niet te rechtvaardigen zijn – en openbare verklaringen van Intel CEO Pat Gelsinger en Yitzhak Herzog, president van Israël. Deze diepgaande relaties geven alleen maar aan dat Intel de acties van de Israëlische regering steunt.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!