Dat is voor een boek dat tegen die 100ste verjaardag van de Groote Oorlog verschijnt en waarin ik de versie tegenspreek van de huidige zwarten, die van De Wever, die doen alsof achter de IJzer hun Vlaams-nationalisme is geboren en alsof die Eerste Wereldoorlog alleen achter de IJzer is uitgevochten.
Daarom dat Geert Bourgeois (N-VA) zelfs niet wil dat de Walen mee herdenken. “Dat zij zich maar bezig houden met Waterloo”.
Die ‘zwarte’ versie klopt niet. Mijn beide grootvaders hebben het mij uitgelegd. Zij waren oud-strijders achter de IJzer, flamingant in de betekenis van toen: opkomen voor eigen taal en cultuur, én voor sociaal en economische rechten, maar Belgicist, want trots om vier jaar voor België te hebben afgezien, ver van hun lief en in doodsgevaar.
En de ideologische voorvaderen van de N-VA waren voor hen toen al zwarten, collaborateurs dus. Daarom dat ik nu een boek schrijf over de goede zwarten, die uit de Congo, die ook voor België vochten, zoals mijn grootvaders. Maar zoals gezegd, wait and see.
Ondertussen duik ik dus onder in archieven. Het Afrika Archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de erfgenaam van het vroegere ministerie van Koloniën, het Legerarchief en natuurlijk Tervuren. En daar kwam ik niet alleen zwarten tegen in de dossiermappen en op de foto’s, maar ook in de leeszaal.
Een mens mag niet curieus zijn, maar toch. Wanneer ik de bezoekerslijst tekende, keek ik altijd naar wie voor mij was gekomen, en niet een keer, maar twee keer, bleek dat een of andere Congolees opzoekingen deed naar l’histoire des cheferies des Bakongo.
En de Bakongo, dat zijn niet de Congolezen, maar een etnie die leeft in het noorden van Angola en aan de beneden Congo – de stroom dan, in ‘onze’ Congo – en in de Franse Congo.
En dat is raar volk. Zij denken dat ze de Vlamingen van Afrika zijn. Daarom deze ‘tuyeau‘, zoals ze in het Lingala zeggen, aan Bart De Wever: de Bakongo willen zoals hij een eigen staat en willen daarbij samenwerken met de Vlamingen – stijl De Wever. Ze komen iedere dinsdag samen in Matonge, in Kuumba – het Vlaams-Congolees huis, én ze kennen hun Vlaams-nationale geschiedenis.
Ik geef dit daarom graag ter informatie aan de N-VA om op te nemen in hun visie op Brussel en hoe ze in Brussel de veldslag van 2014 kunnen winnen, want in Matonge vallen Vlaamse stemmen te rapen.
Daarvoor citeer ik Ne Muanda Nsemi, spirituele leider – tiens, is dat geen titel die ook Grote Bart niet zou misstaan? – van de Bena Kongo, in zijn Appel à la Communauté Flamande: (En haaft a na serieus, zoals ze in Brussel zeggen):
“In Europa ligt de Autonome Staat Vlaanderen aan de kust van de Atlantische Oceaan. In Midden-Afrika ligt de Autonome Staat der Bakongo ook aan de kust van de Atlantische Oceaan.”
“Zowel het volk der Bakongo als de Vlamingen staan bekend als twee hardwerkende volkeren die weten hoe ze orde op zaken moeten stellen. De stad Brussel is een probleem voor de Vlamingen, net zoals Kinshasa een probleem is voor de Bakongo. Het Nederlands in Brussel, en het Kikongo in Kinshasa staan voor het zelfde probleem en dezelfde strijd: hun cultuur wordt permanent bedreigd door een problematische meertaligheid.”
“Daarom willen wij een verbroedering die zal maken dat de Staat van de Bakongo een geprivilegieerde partner wordt van de Autonome Staat Vlaanderen. Een verbroedering tussen alle Wijzen in Bakongo en alle Wijzen in Vlaanderen. Een verbond dat voor ons beide alleen maar voordelen kan bieden, een verbond zo intens dat wij een dubbele nationaliteit voorstellen Bakongo én Vlaams. Net zoals de Amerikanen, ooit koloniale onderdanen van Groot-Brittannië nu de dubbele nationaliteit in Engeland kunnen hebben.”
“Wij kijken niet langer in de achteruitkijkspiegel, maar naar onze gezamenlijke toekomst, gebaseerd op ons gezamenlijk koloniaal verleden.”
“Ibobo, Ibobo!” (Het weze zo! – ik weet niet of die laatste uitroep juist vertaald is, mijn woordenboek Kikongo dateert uit 1957).
Waar wacht Bart De Wever op om deze grote leider van de Bilansi 4 bia Kongo dia Ntotela te contacteren? Vijfhonderd meter stappen van zijn partijhoofdkwartier en hij is in Matonge!
Alle Brusselse stemmen tellen in 2014, zeker die van de zwarten, want eerlijk is eerlijk, alle Nederlandstalige Brusselaars – noteer: dat is wat anders dan ‘Vlaamse Brusselaars’ – die ik ken, zullen nooit op de Afgeslankte van Antwerpen stemmen. Liever nog op de door hem vermaledijde PS van de Keizer van de Heizel, Freddy Thielemans. Liever een Dikke dan een Magere, en daarmee zijn we het eens met de grote auteur uit de Seefhoek en uit Amoras.
En nog dit, toen ik drie jaar geleden in dit Salon al iets schreef onder dezelfde titel: ‘Mok ma Zweut‘, vroegen een paar lezers zich af wat dat eigenlijk inhield.
Wel, na drie jaar houd ik mijn belofte – en dit in tegenstelling tot de meeste politici: Mok ma Zweut is een Brussels spel, al dan niet gespeeld na een partijtje Zwarte Piet, waarbij een van de winnaars het gezicht van de verliezer zwart maakt en daarbij mag de dader niet lachen – haaft a serieus – anders maken de andere deelnemers hem ook zwart.
En je kent dat, op den duur is iedereen dan zwart. Brussel is voor de N-VA de Zwarte Piet, die ze willens nillens zullen trekken. Daarom dat ik ze aanraad bij de zwarten stemmen te gaan ronselen.
En wij, hier aan de Vismet, we haaven ons serieus!
Lucas Catherine
Lucas Catherine is schrijver van onder meer diverse boeken over de geschiedenis van Congo. Dit essay werd op 1 april 2013 gepubliceerd op de site Salon van Sisyphus.
http://salonvansisyphus.wordpress.com/2013/04/01/mok-ma-zweut-versie-2-0/