In het eerste deel hadden we aandacht voor de opstart van het Leuvens klimaatbeleid in de periode 2010-2012, in het tweede op de klimaatplannen die Leuven lanceerde tijdens de legislatuur 2013-2018, in het derde deel hebben we het over de beleidsplannen sinds de opstart in 2019 van het nieuwe stadsbestuur onder leiding van burgemeester Ridouani.
In het vierde deel focusten we op de vzw Leuven 2030 en haar Roadmap 2030. In het vijfde deel hadden we het over de resultaten van 10 jaar klimaatbeleid in Leuven op vlak van CO2-uitstoot, met ook aandacht voor de internationale erkenningen. In de zesde tekst brengen we een aantal cijfers samen over de stand van zaken over de actuele opwarming van de aarde. Wie interesse heeft in een bundeling van al deze teksten of een plaats wil reserveren voor dit debat stuurt mij een mail: luc.vanheerentals@telenet.be.
Waarom een goed stedelijk klimaatbeleid belangrijk is?
In deze nieuwe tekst gaan we in op de vraag waarom een debat voeren over het klimaatbeleid van een stad als Leuven met iets meer dan 1000.000 inwoners belangrijk is? Op een totale uitstoot van broeikassen door deze planeet van om en bij de 60 miljard ton betekent deze van Leuven, die voor 2019 geraamd wordt op 600.000 ton voor de scope 1 en 2 (directe emissies en de indirecte emissies als gevolg van geïmporteerde energie), slechts 1/100.000e van wat wereldwijd uitgestoten wordt.
Als je ook de scope 3 – indirecte emissies ten gevolge van geïmporteerde goederen en activiteiten buiten Leuven (bv. vliegreizen, ontbossing, transport voeding etc…) – kom je voor Leuven aan nog hogere uitstootvolume – in het klimaatrapport van 2012 werd dit geraamd op 2,4 miljoen ton – maar het blijft hoe dan ook slechts een bijzonder kleine fractie van de wereldwijde uitstoot. Inspanningen in Leuven zullen dus de wereld niet redden, maar waarom is het toch bijzonder belangrijk dat er een goed stedelijk klimaatbeleid gevoerd wordt?
Tokio bijvoorbeeld stoot 62 miljoen ton broeikasgassen uit, het equivalent van de 37 minst vervuilende landen in Afrika.
Steden spelen vooreerst een hoofdrol in de opwarming van de aarde omdat ze de grootste uitstoters van broeikasgassen zijn: ze zijn dichtbevolkt en ook de grootste energieverslinders. Uit een studie van de VN blijkt dat stedelijke gebieden verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Tokio bijvoorbeeld stoot 62 miljoen ton broeikasgassen uit, het equivalent van de 37 minst vervuilende landen in Afrika.
Oplossingen op stedelijk niveau zijn daarom noodzakelijk om de klimaatproblematiek aan te pakken. Terwijl eenieder het erover eens is dat geen enkel nationaal klimaatplan kan slagen als de lokale besturen er niet bij betrokken worden, toont de praktijk in tal van steden aan dat lokale besturen vaak veel sneller dan hogere bestuursniveaus maatregelen op vlak van klimaatactie goedgekeurd kunnen krijgen.
Lokale besturen nemen ook vaak het voortouw als nationale staten het laten afweten zoals in de VS ten tijde van het presidentschap van Trump. Tijdens de Global Climate Action Summit in San Francisco eind 2018 bijvoorbeeld maakten 27 van de grootste steden ter wereld bekend dat ze hun uitstoot de afgelopen vijf jaar met minimaal 10 procent terug gedrongen hadden.
Steden lopen meer gevaar
Steden zijn daarnaast ook genoodzaakt om klimaatmaatregelen te nemen omdat ze vaak bijzonder veel risico lopen. Meer dan 80 procent van alle stedelijke gebieden ligt immers aan de kust. De bevolking loopt er dan ook grote risico’s bij een stijgende zeespiegel en stormen.
Wereldwijd hebben al meer dan 2000 steden en gemeenten de noodtoestand uitgeroepen omwille van de klimaatopwarming.
Een paper van 2013 in het vakblad Nature berekende dat de kostprijs voor schade door overstromingen voor steden kan oplopen tot duizend miljard dollar per jaar in 2050. Uit een andere studie blijkt dat bij uitblijven van bijkomende klimaatmaatregelen de helft van de woningen in 21 steden in de VS zullen onderlopen tegen 2100.
Het is daarnaast al langer bekend dat de temperaturen bij hittegolven in steden steeds hoger zijn dan op het platteland. Wereldwijd hebben al meer dan 2000 steden en gemeenten de noodtoestand uitgeroepen omwille van de klimaatopwarming.
De EU heeft de belangrijke rol van steden en gemeenten al een hele tijd goed begrepen en lanceerde initiatieven zoals de burgemeestersconvenanten, de prijzen (bv. Green Leaf) voor excellerende steden en stimulansen voor de totstandkoming van samenwerkingsverbanden tussen steden. Steden zoals Kopenhagen die het voortouw nemen en een voorbeeldfunctie vervullen verwerven bovendien wereldwijde bekendheid!