Sinds zaterdag volgt Hongarije ons land op als roterend voorzitter van de EU. Dat gebeurt niet zonder de nodige heisa. De belangrijkste Hongaarse krant, de centrum-linkse Nepszabadság opende maandag met de zin: ‘In Hongarije is de persvrijheid opgeheven’. De zin stond in alle officiële talen van de EU afgedrukt.
De krant protesteert hiermee tegen een wet die het Hongaarse parlement op 20 december goedkeurde en die per 1 januari van kracht werd. De nieuwe wet voorziet boetes tot 730.000 euro voor radio- en televisieketens wegens ‘aantasting van het algemeen belang, de openbare orde en de moraal’ of ‘partijdige informatie’, zonder dat die begrippen duidelijk gedefinieerd zijn.
Wat er in Hongarije gebeurt, is “beangstigend”, zegt András Bozóki, professor politieke wetenschappen aan de Central European University in Boedapest, op de NOS.

“De premier (Viktor Orbàn) heeft controle over alle democratische instituten. Wie zijn regering bekritiseert, is een vijand die de mond moet worden gesnoerd.” Bozóki omschrijft zijn land als “een semi-autoritaire éénpartijstaat”.
In een opiniebijdrage aan de Britse krant The Times (betaalde toegang) pleit de voormalige hoofdredacteur van The Economist, Bill Emmott, ervoor om Hongarije uit de EU te zetten.

En er is meer op komst. De krant The Wall Street Journal bericht over de greep die dezelfde Orbàn in de pensioenkassen pleegt. Eind november ontvouwde Orbán plannen om het begrotingstekort van Hongarije in een jaar tijd terug te brengen tot 3 procent. Hoe? Door een tijdelijke belasting voor banken en andere sectoren in te stellen en door werknemers te verplichten hun bij privépensioenkassen opgespaard pensioenkapitaal voor 31 januari in de staatskas storten. Wie dat niet doet verliest zijn rechten op een volledig pensioen. Wie bij een privaat fonds wil blijven (30 procent van het uiteindelijke pensioen), raakt zijn recht op het basispensioen van de overheid (70 procent) kwijt. Maar de premie moet hij wel blijven betalen. (FZ)

Bron : Express.be