Het is eind juni en de grote vakantie wenkt. En maar goed ook. Voor veel leerkrachten en directieleden was het – andermaal – een slopend schooljaar. Leerkrachten en directies gaven dit schooljaar weer het beste van zichzelf, maar een snelle rondvraag leert dat de meesten vermoeid zijn. Ze zijn op en kijken reikhalzend uit naar het einde van het schooljaar en de vakantie.
Recente onderzoeken bevestigen dit. Liefst 45 procent van de leraren zit tijdens de werkdag in overlevingsmodus, 55 procent ervaart vaak stress door school en 63 procent voelt zich leeg op het einde van de schooldag. De hoge werkdruk eist zijn tol. Eén op twee leerkrachten is bang om uit te vallen, en één op drie riskeert ook daadwerkelijk een burn-out.
Lerarentekort
De druk op het mentaal welzijn van het onderwijspersoneel heeft in de eerste plaats te maken met het lerarentekort. Dat heeft ondertussen ontoelaatbare proporties bereikt. Er is daar bij ouders veel bezorgdheid over omwille van de gevolgen voor hun kinderen. Maar buitenstaanders beseffen niet altijd goed wat dit betekent voor een school zelf.
Om te beginnen was de start van het nieuwe schooljaar op dat vlak nog nooit zo problematisch als dit jaar. Eind augustus was de helft van de scholen nog op zoek naar leerkrachten. Directeurs waren zo radeloos dat ze zelfs TikTok-filmpjes maakt om potentiële leerkrachten te verleiden.
Het tekort laat zich echter vooral voelen tijdens het schooljaar. Het wordt hoe langer hoe moeilijker om interims te vinden. Volgens de VDAB geraken tussen de 2.500 en 3.000 jobs niet ingevuld. En die cijfers zijn nog een onderschatting.
Scholen doen er alles aan om de gaten te vullen en zoveel mogelijk nieuwe leerkrachten aan te trekken, maar dat legt een enorme druk op een school. Een directrice vertelt dat ze zich vaak meer een interimbureau voelt dan een schooldirecteur. De tijd die de directie daaraan moet besteden kan niet naar andere, belangrijke zaken gaan.
In vier op de tien scholen werden examens afgeschaft omdat er voor die vakken onvoldoende les werd gegeven
Geen leerkracht betekent geen les. “Het is dan kiezen tussen de pest en de cholera”, vertelt een directeur. “Ofwel doen we een beroep op collega’s om wat extra uren te geven, maar die kreunen al onder de zware werkdruk, en we willen niet dat er nog meer collega’s uitvallen. Ofwel moeten de leerlingen naar de studie of naar huis”.
Het gevolg is dat er heel wat lessen sneuvelen. Een studiemeester van een grote school vertelt dat er dagen zijn dat tot een vierde van de klassen studie krijgt of naar huis mag. Dat is helaas geen uitzondering meer. Andere scholen experimenteren met digitaal lesgeven of zetten klasgroepen samen. En in heel wat scholen staat een directielid gedurende een aantal uren voor de klas.
De inzet van de leerkrachten en directieleden is hier vaak bewonderenswaardig, maar het is dweilen met de kraan open. In liefst vier op de tien scholen werden er examens afgeschaft omdat er voor die vakken onvoldoende les werd gegeven.
Het lerarentekort heeft nog een ander negatief effect. Door de schaarste kunnen leerkrachten nu om het even waar terecht en kunnen ze dus jobhoppen. Daardoor ontstaat een groot verloop en verliest de school continuïteit. Bij navraag kwam ik in de provincie Antwerpen een school tegen met 25 starters dit schooljaar, dat is één op zeven van het korps.
Door die schaarste geven ook veel startende leraren vakken waarvoor ze niet opgeleid zijn. Bovendien kunnen zij bij hun aanwerving ook gemakkelijker eisen stellen, bijvoorbeeld op het vlak van uurroosters. Anders gezegd, directies kunnen niet echt meer kiezen wie ze willen aanwerven en moeten tevreden zijn met wat ze aangereikt krijgen.
Directies kunnen niet echt meer kiezen wie ze willen aanwerven en moeten tevreden zijn met wat ze aangereikt krijgen
Dat is niet bevorderlijk voor de onderwijskwaliteit en ook niet voor de samenhang van het lerarenkorps.
Het lerarentekort versterkt tenslotte ook de segregatie. Scholen met veel kwetsbare leerlingen trekken minder gemakkelijk starters aan. In die scholen laat zich het lerarentekort dan ook sterker voelen. Dat betekent dat uitgerekend de leerlingen die het meest nood hebben aan een goede omkadering er ook het meest van verstoken zijn.
Onderwijskwaliteit
En dat brengt ons bij een tweede belangrijk pijnpunt: de dalende kwaliteit van het onderwijs. De resultaten van recente onderzoeken zijn, ondanks het gesus van Weyts, dramatisch. Op het vlak van begrijpend lezen zijn Vlaamse leerlingen uit het 4de leerjaar heel sterk achteruit gegaan. We zitten nu op het niveau van landen als Albanië en Cyprus.
In vergelijking met leerprestaties in andere Europese landen stonden we ooit aan de top, maar jaar na jaar tuimelen we in de rankings naar beneden. De terugval gebeurt ook alsmaar sneller, zeker voor Nederlands, Frans en wiskunde. In vergelijking met 2019 is er nu voor een twaalfjarige bijvoorbeeld een leerachterstand van bijna een half jaar.
Die dalende tendens is al langer bezig, maar het lerarentekort versterkt die neergang nog meer. Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs benadrukt dat “we een hoge prijs betalen voor ons lerarentekort”.
Een onderwijzer illustreert dit met de situatie in zijn school. Door het lerarentekort vond men dit jaar geen zorgcoördinator. Als je dan voor een klas staat van meer dan twintig leerlingen is het onmogelijk om alle leerlingen individueel op te volgen en de gepaste zorg te geven.
Excelleren voor wie het kan betalen
“Je moet je dan beperken tot de meest prioritaire zorg. Dat is heel confronterend en frustrerend, want je wil alle leerlingen zo goed mogelijk helpen. Zo kom je gemakkelijk in een vicieuze cirkel terecht. Je voelt je schuldig omdat het je niet lukt. Daardoor heb je minder energie en begin je af te tellen naar het einde van de dag of van het schooljaar. Je maakt dan nog gemakkelijker fouten, waardoor je je nog slechter voelt. Enzovoort.”
Het verklaart in een notendop het verband tussen het lerarentekort, de hoge kans op burn-out en de dalende onderwijskwaliteit. Een pervers effect hiervan is dat steeds meer leerlingen hun toevlucht (moeten) zoeken tot private bijlessen. Volgens een recente studie van KU Leuven zegt vier op de tien leerlingen van de middelbare scholieren uit de tweede en derde graad aso en tso dat ze ooit betaalde bijles hebben gevolgd.
Excelleren dus voor wie het kan betalen.
Een Marshallplan is nodig
Om zowel het lerarentekort aan te pakken als de dalende onderwijskwaliteit heeft onderwijsminister Ben Weyts een aantal maatregelen uitgevaardigd. Wat het lerarentekort betreft, gaat het over het uitbreiden van de anciënniteit van zij-instromers en het invoeren van de ‘gastleraar’ en de ‘leraren-specialist’. Om de dalende onderwijskwaliteit tegen te gaan is er de centrale toets en de Koalatest en zijn er de nieuwe eindtermen.
Enkele van die maatregelen hebben iets opgeleverd. Zo zijn er een pak meer zij-instromers, en kennen de lerarenopleidingen opnieuw meer inschrijvingen. Maar in het geheel genomen zijn de maatregelen ontoereikend of op bepaalde punten zelfs contraproductief.
Volgens een onderwijzer “is er onder het onderwijspersoneel een algemene consensus dat wij aan ons lot overgelaten worden. Krachtige maatregelen die nodig zijn om het schip niet verder te laten zinken, dat zien we niet”.
“Weyts lanceert de ene maatregel na de andere. Ze zijn niet overlegd, weinig doordacht en ook niet gedragen door het personeel”, aldus een directeur. “Zo los je de malaise niet op.”
“De maatregelen van Weyts zijn niet overlegd, weinig doordacht en ook niet gedragen door het personeel”
Volgens een leerkracht secundair onderwijs laat “de invoering van de leraren-specialist zien dat Weyts niet weet wat er leeft op de werkvloer en hoe erg de situatie is. Die maatregel zaait alleen maar verdeeldheid en het zal het engagement van vele collega’s onder druk zetten.” “Wat ben je met 250 euro extra als je voor elke vakantie tegen een burn-out aanloopt?”, aldus onderwijzer Senne Heremans, lid van de leraarskamer van Knack.
Voor de mensen op het veld is het duidelijk dat het onderwijs in stormweer zit en dat een soort Marshallplan nodig is om het tij te keren. Van Weyts moeten we dat niet verwachten: “Mijn voorgangers hebben zo’n groot pact geprobeerd en het bleek de beste garantie op een mislukking. Met zo’n allesomvattende Staten-Generaal organiseer je alleen maar kladderadatsch.”
Voor de N-VA, die bij de regeringsvorming het onderwijsdepartement claimde is het lerarentekort kennelijk geen prioriteit. Het kwam zelfs niet eens voor in de startnota voor de formatie van De Wever in augustus 2019.
Dat ouders in toenemende mate hun toevlucht moeten zoeken tot private bijlessen, dat de kloof tussen sterke en zwakke scholen groeit, en dat leerkrachten met het invoeren van de leraren-specialist tegen elkaar worden opgezet, past in elk geval in de harde neoliberale logica van de N-VA, gericht op individualisme, competitie en concurrentie. Het zijn symptomen van een sluipende privatisering van het onderwijs.
Weyts heeft geluk dat hij op het einde van dit schooljaar geen rapport hoeft te krijgen van het onderwijskorps. In het beste geval zou het een B-attest zijn: ‘gelieve van richting te veranderen’.