Opinie - Bart Decaluwé

VRT over de pensioenlast: neoliberale desinformatie

Het is verbijsterend hoe VRT NWS bij monde van journalist Tim Pauwels bij het bespreken van de toegenomen pensioenlast de ideologische kaart van het neoliberalisme trekt.

woensdag 28 juni 2023 13:46
Spread the love

 

Pauwels deed dat op de VRT-webpagina op zaterdag 24 juni onder de titel zo veel kosten de pensioenen, die stilaan onbetaalbaar worden.

Vier opmerkingen over de ingenomen stellingen van Pauwels volstaan om die desinformatie en ideologische inkleuring op te delven:

Pauwels: “Het cijfer [van de Belgische pensioenlast] is deze keer 57,5 miljard. Dat is niet alleen veel geld, maar het gaat nog stijgen ook. Experts zeggen dat dat echt onhoudbaar wordt.”

De uitbetaling van pensioenen wordt beschouwd als een ‘uitgave’. Wat niet vermeld wordt, is hoeveel onze gepensioneerden bijdragen aan ‘inkomen’ door hun hulpbehoevendheid. Er is een ‘markt van welzijn en geluk’ (H. Achterhuis) gebouwd op die hulpbehoevendheid. Ouderen spijzen onze zorginstellingen en allerlei ambulante hulpverlening en de dienstensector in het algemeen (kinesisten, thuisverpleging, orthopedagogen, rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats, dienstencheque-ondernemingen en andere uitgaven).

Verlaag de laagste pensioenen om ‘uitgaven’ te besparen en die markt implodeert. De meeste pensioengerechtigden komen financieel amper toe om al hun kosten te betalen. Maar wat Pauwels niet vermeldt verraadt zijn ideologisch perspectief, namelijk dat elke ‘uitgave’ van de ene altijd weer ‘inkomen’ betekent van de ander.

In het geval van gepensioneerden vormen de ‘uitgaven’ waarvoor de overheid garant staat inkomsten voor de zorgindustrie of, ruimer nog, de groeiende dienstensector. Meer nog, de ‘inkomens’ door de ‘uitgaves’ van onze gepensioneerden overtreffen de 57,5 miljard euro van de begroting van 2022 [2], onder meer omdat de lokale overheden vaak nog een schepje bovenop de ‘inkomens’ doen door een tussenkomst in de medische kosten en de prijs van een verblijf in een serviceflat of rust- en verzorgingstehuis.

Veel gepensioneerden moeten hun zuur verdiende spaarcenten aanwenden om in alle (on)kosten te kunnen voorzien of desnoods hun woning gebruiken als borgstelling.  De stijging in de pensioenlasten worden zo problematisch afgeschilderd terwijl die stijging ook voor een hogere inkomensbron voor de zorg en de dienstensector zorgt. Het is een mechanisme van de communicerende vaten: uitgaven voor de ene zijn altijd weer inkomens voor de ander.

Het is duidelijk dat de VRT hier een eenzijdig en neoliberaal gekleurd verhaal brengt want Pauwels erkent dat hij de mosterd heeft gehaald bij de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en niet de veel meer genuanceerde opinies van de experts uit de vakbondsbewegingen.

Pauwels: ‘Met de pensioenen kan je dus twintig keer de jaarwerking van Justitie en gevangenissen betalen. Meer nog, die 57,7 miljard is meer dan alles wat we uitgeven aan de werking van de federale overheid. Die werking van de federale overheid op zich is maar begroot op 44 miljard dit jaar.’

De gepensioneerden van nu waren over het algemeen diegenen die voor onze huidige welvaart hebben gezorgd. Bovendien hebben ze tijdens hun loopbaan zowel bijgedragen aan de RSZ en de bedrijfsvoorheffing (dat wil zeggen het verschil tussen hun bruto- en nettoloon).

Ze hebben met andere woorden ook zélf een deel van hun pensioen bekostigd doorheen de periode dat ze deel uitmaakten van de zogenaamde ‘actieve bevolking’. Ook dat wordt vakkundig onder de mat geveegd.

Opnieuw is de stelling van Pauwels namens de VRT te kort door de bocht en respectloos te noemen wanneer hij herhaalt dat de uitgaven voor de pensioenen een last zijn op de begroting. Het is moreel gezien incorrect om de pensioenen louter als uitgaven te zien die wegen op de begroting. Ook hier wordt eenzelfde ideologisch gekleurd perspectief gekozen.

De kosten of uitgaven van zowel Justitie als van de federale overheid zijn, opnieuw, ook tegelijk bronnen van inkomsten voor ‘derden’ (zoals aannemers voor renovatie en uitbetaling weddes van het overheidspersoneel). Bezuinigen op de uitgaven van onze pensioenen zorgt voor minder inkomsten voor derden.

Pauwels: ‘En niet vergeten, die 57,5 moet elk jaar opnieuw gevonden worden. (…) De pensioenuitgaven stijgen sneller dan de economie groeit.’

Dat het geld voor de pensioenuitgaven jaarlijks ‘gevonden’ moeten worden is ook uitermate kortzichtig. Geld wordt nooit ‘gevonden,’ beste Tim Pauwels. Geld ontstaat wanneer een schuld gecreëerd wordt, dus in en door de daad van het lenen zelf.

De Belgische staatsschuld bedraagt op het moment van schrijven zo’n 526 miljard euro.[3] Maar die schuld is, wederom, inkomen voor werknemers van openbare dienstverlening, subsidies voor bedrijven[4] en vzw’s.

Zonder die subsidies zou onze economie ineenstorten. Meer nog, mocht onze staatsschuld ooit volledig afgelost worden, dan blijft geen cent meer over om onze economie voortuit te stuwen.[5]

Het zijn momenteel de renteverhogingen door de Europees Centrale Bank (ECB) die pijnlijk zijn voor de economie. Op een gegeven moment (in de nabije toekomst) zal de ECB het geweer van schouder wisselen en teruggrijpen naar renteverlaging, iets wat meteen ook zowel het lenen van de federale overheid faciliteert, de staatsschuld vergroot en de rente op onze staatsschuld verlaagt.

Ten gevolge van de renteverhogingen van dit jaar zal de Belgische staatsschuld tegen 2028 119% van het BBP bedragen, oftewel bijna 18 miljard euro per jaar.[6]

Pauwels: ‘Hoe komt het dat die pensioenkosten zo fors blijven stijgen? (…) Onze gepensioneerden leven langer dan vroeger. (…) Het geld moet verhoudingsgewijs bij minder mensen gevonden worden.’

Deze stelling herleidt de gepensioneerden opnieuw tot ‘last’ omdat er minder beroepsactieve mensen zouden zijn om hun opgebouwd recht te financieren. Hier wordt dezelfde denkfout gemaakt als bij het afwegen van de staatsschuld ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (BBP).

Het BBP komt maar tot stand dankzij de middelgrote en grote ondernemingen die geld lenen (rechtstreeks via banken en onrechtstreeks via de uitgifte van bedrijfsobligaties en aandelen).

Als we de totale schuld van alle bedrijven die bijdragen tot het BBP niet langer tegenover de staatsschuld leggen maar er naast, dan zou blijken dat de totale schuld van de bedrijven boven de staatsschuld zou uittorenen. Dat hebben we even opgemerkt hebben tijdens het hoogtepunt van de Covid-19-crisis.[7]

Inmiddels zijn we de liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen van onze bedrijven weer vergeten. Het BBP draait met andere woorden op een door schulden gecreëerde liquiditeit. Maar omdat dit niet in rekening wordt gebracht bij het afwegen van de staatsschuld ten opzichte van het BBP, wordt daarmee alleen de staatsschuld in beeld gebracht én op haar vingers gewezen.

Het creëert een vertekend beeld, een beeld van een schuldenput bij de overheid enerzijds en de productiviteit van de bedrijven anderzijds. Anders geformuleerd: de overheid zou te veel uitgeven in verhouding tot wat ze zich kan permitteren, dat wil zeggen tot haar inkomsten uit taksen en belastingen zonder dat ze werkelijk iets bedraagt aan het BBP.

Maar niets is minder waar.

Waarom betaal je dan belastingen?

Een laatste, afsluitende opmerking is hier op z’n plaats. Immers, mijn redenering volgend, zou je terecht de vraag kunnen stellen waarom burgers en bedrijven überhaupt nog taksen en belastingen moeten betalen. Wel, in elk geval niet om te staatsschuld af te lossen want die blijft onverzettelijk groeien. Maar evenmin om een sluitende begroting te bekomen.

Taksen en belastingen hebben een totaal andere bestaansgrond, ook al zijn we ons daar niet bewust van. De ware reden is juist opdat burgers en bedrijven zouden geloven dat de staat méér uitgeeft dan wat ze aan taksen en belastingen binnenrijft.

Anders gezegd: opdat we inderdaad de schuld in de schoenen van de moderne staat zouden kunnen schuiven; opdat we ons zorgen zouden kunnen maken over de vermeende spilzucht van onze overheid; opdat we in de staat het slechte voorbeeld zouden zien van de huishoudkunde (Grieks: oikonomos) en onszelf als burger (werknemer en werkgever).

In de almaar toenemende staatsschuld hebben we ‘recht en rede’ om ons beklag te doen en onszelf voor te spiegelen dat de burger het beter dat dan de staat (wat trouwens juist tot uitdrukking komt in het afzetten van de staatsschuld ten opzichte van het BBP).

Notes:

[1]. Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/kijk/ 2023/06/23/het-cijfer-tim-pauwels-pensioenen-arvato-58329171/

[2]. Voor 2023 begroot op 64 miljard euro.

[3]. Een staat kan een staatsschuld scheppen door geld te lenen bij particulierenbedrijvenorganisaties en andere staten. Dit gebeurt meestal door de uitgifte van staatsobligaties.

[4]. Denk bijvoorbeeld maar aan allerhande tewerkstellingsmaatregelen of lastenverlaging om werkgevers aan te moedigen bepaalde mensen (langdurig werklozen, 50-plussers, personen met een handicap…) aan te werven.

[5]. Niet toevallig hebben de rijkste en productiefste landen ook altijd een veel grotere staatsschuld dan de armste en minst productieve landen.

[6]. Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/02/23/belgische-overheidsschuld-stijgt-tot-bijna-120-procent-van-bbp-t/

[7]. Zie: https://www.tcm.be/nl/hoe-belgie-bedrijven-met-schulden-wil-beschermen-en-hoe-schuldeisers-daarbij-vaak-worden-vergeten-het-moratorium-op-faillissementen-vanwege-corona-en-de-procedure-voor-gerechtelijke-bescherming-w/

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!