Foto: Joe Gratz/ CC0 1.0 DEED
Opinie - Luk Vervaet

De illegaal uitgeleverde Ali Aarrass krijgt eindelijk erkenning

De Belgisch-Marokkaanse Ali Aarrass werd door Spanje illegaal uitgeleverd aan Marokko, waar hij werd onderworpen aan foltering en onmenselijke behandeling. Op 10 april 2024 erkende het Spaanse Grondwettelijk Hof de ontvankelijkheid van de klacht van Aarrass over de schending van zijn grondrechten. 

woensdag 17 april 2024 18:07
Spread the love

 

De zaak Ali Aarrass, een van de grote gerechtelijke schandalen van het voorbije decennium, beroerde vooral de Franstalige kant van België. Aan de Nederlandstalige kant werd de zaak bekend door de publicaties van journalist Douglas De Coninck.

In de naweeën van de aanslagen in New York, Casablanca en Madrid begin 2000 werd Aarrass, een Brusselaar die de Belgische en Marokkaanse nationaliteit heeft, op vraag van Marokko aangehouden door de Spaanse politie in Melilla op beschuldiging van terrorisme. Aarrass heeft altijd zijn onschuld volgehouden.

Ondanks dat de Spaanse rechter Baltasar Garzón hem buiten vervolging stelde, werd hij in 2010 toch uitgeleverd aan Marokko door Spanje. Daar werd hij onderworpen aan foltering, kreeg hij een oneerlijk proces waarin hij veroordeeld werd tot 12 jaar gevangenisstraf, en werd hij onderworpen aan een van de meest strenge gevangenisregimes denkbaar.

Aarrass werd ondersteund door verschillende comités van de VN. Echter had geen van de betrokken landen (Marokko, Spanje en België) hier oren naar. Tot 10 april.

Erkenning van schending grondrechten

Op 10 april 2024 erkende het Spaanse Grondwettelijk Hof, met zes tegen vijf stemmen, de ontvankelijkheid van de klacht van Aarrass over de schending van zijn grondrechten door Spanje en van zijn vraag om herstel en vergoeding.

Volgens het Hof heeft Spanje de rapporten van de VN over Aarrass genegeerd en heeft het land hem illegaal uitgeleverd aan Marokko. Als gevolg daarvan genoot Aarrass niet van een bescherming door Spanje tegen foltering en onmenselijke of vernederende behandeling waaraan hij in Marokko werd onderworpen.

Volgens dit baanbrekende vonnis is dit een schending van artikel 7 van het Verdrag inzake de burgerrechten en de politieke rechten, dat in 1954 in New York werd ondertekend door vele landen, waaronder Spanje. Dit artikel stelt dat “niemand mag worden onderworpen aan foltering of aan wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing “.

Na twaalf jaar detentie, foltering en isolement is deze uitspraak een eerste overwinning voor Aarrass, die vier jaar na zijn vrijlating nog steeds medisch wordt behandeld voor PTSS (posttraumatische stressstoornis).

Het is ook een overwinning voor zijn familie, voor de solidariteitscampagne, en voor de advocaten Dounia Alamat, Nicolas Cohen, Christophe Marchand en Jose Luis Galan Martin, die nooit hebben opgegeven om de zaak van Aarrass voor te leggen aan de hoogste gerechtelijke instanties.

Wat voorafging

Eind 2010 zat Aarrass al twee jaar en negen maanden in een Spaanse cel. Op vraag van Marokko werd hij op 1 april 2008 in Melilla gearresteerd door de Spaanse politie.

Beschuldigd van terrorisme werd hij overgedragen aan de Spaanse Audiencia Nacional in Madrid (een rechtbank met nationale jurisdictie die de zwaarste misdaden behandelt). Vanuit de gevangenis werd Aarrass verschillende malen overgebracht voor ondervragingen op het bureau van Baltasar Garzón, de Spaanse rechter gespecialiseerd in terrorismezaken.

Op 16 maart 2009 oordeelde Baltasar Garzón, na een onderzoek dat drie jaar had geduurd, dat er geen aanwijzingen waren om Aarrass ergens van te beschuldigen, en seponneerde hij de zaak. Voor Garzón was Aarrass een vrij man.

Maar de politieke belangen en de moeilijke betrekkingen tussen Marokko en Spanje beslisten er anders over. De Audiencia Nacional besliste dat Aarrass toch moest worden uitgeleverd aan de Marokkaanse justitie. Op 19 november 2010 keurde de Spaanse ministerraad de uitlevering van Aarrass aan Marokko goed.

Hierop volgden enkele weken van intensieve campagne om deze beslissing, die niets anders was dan een ontkenning van het recht, tegen te houden.

De VN grijpt in

Om zich te verzetten tegen zijn mogelijke uitlevering ging Aarrass in hongerstaking in de Botafuegos gevangenis in Algeciras. Het was zijn derde hongerstaking in een jaar tijd.

Gedurende een hele week, op het middaguur, kwamen enkele honderden mensen in Brussel bijeen voor de Spaanse ambassade. En ook verschillende ngo’s en mensenrechtenorganisaties riepen op tot zijn vrijlating.

Zeven dagen na de beslissing van de Spaanse ministerraad, op 26 november 2010, vaardigde het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de VN in Genève, op vraag van de advocaten van de verdediging, een voorlopige maatregel uit waarin Spanje werd bevolen Aarrass niet uit te leveren.

Het Hoog Commissariaat gaf Spanje en de advocaten van de verdediging twee maanden de tijd om hun standpunt over de uitlevering en het risico op marteling in Marokko te argumenteren.

Spanje deed alsof het de vraag van het Hoog Commissariaat respecteerde. Maar drie dagen later, op maandag 29 november 2010, brachten de Spaanse autoriteiten Aarrass in het geheim over van de Botafuegos gevangenis in Algeciras naar de Valdemoro gevangenis in Madrid met het oog op zijn uitlevering.

“Ik werd in een ongemarkeerde politieauto gezet. Zonder één enkele stop. Zonder één enkele stop om te plassen: “Pis maar op jezelf”, zeiden ze. Ze reden op volle snelheid, alsof het om een noodgeval ging”, zo beschrijft Aarrass die transfer in het binnenkort te verschijnen boek over zijn gevangenschap[1].

Twee weken later, op 14 december 2010, werd Aarrass op het vliegtuig gezet richting Marokko. Bij zijn aankomst werd hij naar Temara gebracht, waar hij gedurende tien dagen en nachten werd gefolterd. Daarna volgden jaren van isolement en mishandeling in de gevangenissen van Salé en Tiflet.

Veertien jaar later, een laattijdige, maar ongekende overwinning voor het Grondwettelijk Hof

Op 4 december 2012 publiceerde Juan Mendez, de speciale VN-rapporteur inzake foltering, het rapport over het medisch onderzoek van Aarrass. Mendez en zijn team onderwierpen een grondig onderzoek (in de periode van 15 tot 22 september 2012) in de gevangenis van Salé.

Dit rapport bevestigde dat Aarrass was gefolterd. In september 2013 riep het VN-comité tegen willekeurige detentie, hetzelfde comité dat nu oproept tot het beëindigen van de detentie van Julian Assange, op tot de onmiddellijke vrijlating van vijf Marokkaanse gedetineerden, waaronder Aarrass.

In mei 2014 veroordeelde een ander VN-comité, het Comité tegen foltering, Marokko voor het schenden van het absolute verbod op foltering, voor het niet uitvoeren van een serieus onderzoek hiernaar en voor het veroordelen van Aarrass op basis van onbestaand bewijs. Het Comité eiste van Marokko een onpartijdig en grondig onderzoek, inclusief een medisch onderzoek in overeenstemming met internationale normen.

Ook in mei 2014 koos Amnesty International Aarrass uit als een van de vijf emblematische personen voor haar wereldwijde campagne tegen foltering. Aan het einde van deze campagne overhandigde Amnesty 216.450 handtekeningen uit 120 landen aan de Marokkaanse regering met een oproep tot zijn vrijlating.

In augustus 2014 veroordeelde het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties Spanje voor het uitleveren van Aarrass aan Marokko, terwijl het wist dat er een ernstig risico op marteling bestond, zoals hetzelfde comité al vier jaar eerder in hoogdringendheid aan Spanje had gemeld. Het Comité eiste van Spanje dat het Aarrass schadeloos zou stellen voor het leed dat hem was aangedaan en om een effectief toezicht te houden op zijn verdere behandeling.

Maar noch het Spaanse ministerie van Justitie, noch het Nationale Gerechtshof, noch het Spaanse Hooggerechtshof hebben ooit gevolg gegeven aan de verzoeken van de VN en evenmin aan die van Aarrass om gerechtigheid en compensatie voor de behandeling die hij in Marokko heeft ondergaan.

Uiteindelijk hebben Aarrass en zijn advocaten de zaak voor het Grondwettelijk Hof gebracht. Dat stelde hen in het gelijk. In zijn vonnis beval het Constitutionele Hof de Audiencia Nacional om haar werk over te doen en “een beslissing te nemen die het geschonden fundamentele recht respecteert” en om een beslissing te nemen over compensatie voor het geleden leed.

Deze uitspraak is ook een klap in het gezicht van België. In het bijzonder is het een klap voor alle Belgische ministers van Buitenlandse Zaken van 2008 tot 2020, inclusief de huidige Europese commissaris voor Justitie, de Belgische liberaal Didier Reynders. Net als Spanje hebben ze systematisch alle VN-rapporten genegeerd om hun weigering te rechtvaardigen om Aarrass, een gefolterde Belgische burger, bij te staan.

 

[1] Ali Aarrass in samenwerking met journaliste Lucie Cauwe: “Le ciel est un carré bleu, douze ans dans les geôles espagnoles et marocaines”. Verschijnt in 2024 bij uitgeverij Antidote.

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!