In Vlaanderen wijzen de sociale verhuurders jaar samen een 10.000-tal woningen toe aan mensen die voor het eerst sociaal huren. 3.000 toewijzingen daarvan gebeuren op basis van een acute nood. Het grootste deel daarvan (bijna 2500) via een sociaal verhuurkantoor, een 500-tal meteen bij een sociale huisvestingsmaatschappij. Het nieuwe model voorziet dat slechts 20% van de toewijzingen moeten gaan naar huishoudens in dringende nood. Vandaag is die 20% in Vlaanderen al opgebruikt. De rest van het jaar zullen meer mensen in hoge nood moeten wachten.
20.000 nieuwe kandidaten
Elk jaar schrijven 20.000 nieuwe kandidaten zich in bij de sociale verhuurkantoren, die fungeren als de spoeddienst van de sociale huisvesting. 6000 van hen verkeren in ernstige en acute nood. Het gaat over dak- en thuislozen, soms al op een wachtlijst voor een opvangplaats, maar ook andere mensen met een laag inkomen komen bij sociale verhuurkantoren aankloppen.
Partners die geweld willen ontvluchten, zelfstandigen die failliet verklaard werden en huurders die de huur niet meer kunnen betalen of waarvan hun contract werd opgezegd zoeken vaak tevergeefs een nieuwe woning. Zij komen terecht in opvanginitiatieven en crisiswoningen, maar even vaak tijdelijk bij vrienden of familie.
Willen we vermijden dat de druk op opvangplaatsen nog groter wordt, of dat meer gezinnen en mensen dakloos worden, dan moet er lokaal werk gemaakt worden van een ambitieus doelgroepenplan. We vragen daarom aan lokale overheden om rekening te houden met lokale noden en hier werk van te maken. Tegelijk vragen we ook aan de Vlaamse regering om het mogelijk te maken om de 20% lokaal op te trekken. In verschillende gemeenten is deze grens veel te laag.
Els Van Mileghem werkt voor het sociaal verhuurkantoor Webra vzw