De strijd tegen het coronavirus dwong de beleidsmakers hun handelingsstrategie van maand tot maand en soms zelfs van dag tot dag aan te passen. Dit was echter ook het geval voor mensen in armoede! Om te overleven waren zij immers vaak afhankelijk van steeds wisselende, tijdelijke, steunmaatregelen. Deze maatregelen verschilden ook van doelgroep tot doelgroep en de informatie hierover was niet voor iedereen duidelijk.
Anderhalf jaar na het begin van de crisis kunnen we de balans opmaken van de impact op mensen in armoede en het gevoerde beleid dat noodzakelijk was, maar dat ook tekortkomingen en ongelijkheden vertoonde. De Covid-crisis heeft vele gezinnen, ook waar gezinsleden aan het werk zijn, in zeer grote financiële moeilijkheden gestort. Caroline Van der Hoeven, coördinatrice van BAPN, het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding: “Om de toenemende sociale crisis een halt toe te roepen, moet de federale regering nu overgaan van crisisbeheer naar een ambitieus plan armoedebestrijding dat structurele maatregelen neemt en uitgaat van de stem van mensen in armoede.”
Om nog grotere sociale en financiële crisissituaties binnen gezinnen te vermijden en de beginnende heropleving van de economie niet in het gevaar te brengen, is het noodzakelijk dat er geen gat valt tussen de crisismaatregelen, die lopen tot eind september, en het langetermijnbeleid. De netwerken armoedebestrijding verwelkomen daarom de plannen [1] die minister voor sociale integratie en armoedebestrijding Karine Lalieux vandaag heeft aangekondigd om een aantal sociale kortingen, zoals voor telecommunicatie en energie, te automatiseren.
Om mensen in armoede werkelijk uit de armoede te halen, is een oplossing nodig voor het structureel inkomenstekort waarmee steeds meer gezinnen kampen om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. BAPN vraagt daarom dat in het nieuw federaal plan armoedebestrijding de plannen voor het optrekken van de minimumuitkeringen bijgestuurd worden zodat deze effectief tot boven de Europese armoedegrens worden getild. Daarnaast dringt zich ook een herziening van het statuut samenwonende op, dat tienduizenden mensen verarmt en vooral vrouwen treft.
Ten slotte drukken de netwerken armoedebestrijding hun ongerustheid uit over mensen die werken maar onvoldoende beschermd worden door de sociale zekerheid en het steeds moeilijker krijgen om de eindjes aan elkaar te knopen. Het gaat hier bijvoorbeeld over jongeren die werken of werk zoeken, kleine zelfstandigen en werknemers met een precair statuut of een atypisch contract.
Aangezien zij niet voldoende kunnen terugvallen op het huidige systeem van sociale zekerheid komen deze categorieën van werkenden steeds vaker bij de OCMW’s terecht, die al overbelast zijn en het allerlaatste vangnet zouden moeten zijn. BAPN pleit er daarom voor dat het nieuwe armoedeplan van de federale regering de gaten in de sociale zekerheid aanpakt, in het bijzonder voor mensen in een precaire werksituatie.