Toenemende ongelijkheid is gevolg van politieke keuzes

De ongelijkheid in België neemt toe. Dit is vooral het gevolg van specifieke politieke keuzes, zo blijkt uit de sociaal-economische barometer 2015 van het ABVV.

woensdag 6 mei 2015 12:19
Spread the love

Een studie van
Crédit Suisse uit 2014, opgenomen in de sociaal-economische barometer, toont aan dat de
crisis de totaliteit van de inkomens – even – deed dalen. Daarna stegen ze opnieuw. Alleen, ze stegen niet voor iedereen.

Het
waren de grote inkomens die met het leeuwendeel van de globale
inkomensstijging gingen lopen. Inkomsten uit kapitaal namen verder toe en
inkomsten uit arbeid bleven een dalende trend vertonen. Die tendens
doet zich al een aantal decennia voor. De crisis en het erop
volgende beleid zorgden voor een verscherping ervan.

Toenemende kwetsbaarheid

Volgens de
OESO zijn er verschillende factoren die bijdragen tot een stijging van
de ongelijkheid. Vooreerst is er een algemene toename van deeltijdse
en precaire arbeid. In België bijvoorbeeld werkt één op de vier
werknemers deeltijds. Doorgaans is dat noodgedwongen, omdat mensen de
combinatie arbeid-gezin anders niet kunnen combineren.

Daarnaast telt België
ook meer dan 500.000 mensen die tewerkgesteld zijn als uitzendkracht.
Dat betekent dus tijdelijke contracten en een gebrek aan
inkomenszekerheid. Dat geldt ook voor de spectaculair stijgende groep
van schijnzelfstandigen. Dergelijke precaire arbeidsomstandigheden
komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook jongeren zijn er
extra vatbaar voor.

Deze toegenomen kwetsbaarheid van bepaalde
groepen hangt nauw samen met  veranderende gezinsstructuren. De
meeste gezinnen steunen op het inkomen van beide partners.
Eénoudergezinnen hebben het daardoor steeds moeilijker en lopen een
verhoogd armoederisico.

Ondanks de
toenemende precarisering en het stijgende armoederisico, is er steeds
minder sociale bescherming. Werkloosheidsuitkeringen zijn onderhevig
aan een sterke degressiviteit en het leefloon ligt een stuk onder de
armoedegrens.

Dalende belastingen

Evenmin bevorderend
voor de gelijkheid is de politiek van ongelijke loonmatiging.
Ongelijk, omdat loonmatiging lang niet voor iedereen geldt. Zo steeg
de gemiddelde bezoldiging van gedelegeerde bestuurders van
beursgenoteerde ondernemingen met meer dan 11% ten opzichte van 2012.
Dat terwijl de reële cao-uurlonen van werknemers in 2012 gedaald
zijn tot het peil van 2004.

Bovendien moesten de
hoogste inkomens steeds minder belastingen betalen, of konden ze
steeds makkelijker aan die belastingen ontsnappen. De cijfers voor
België zijn in dit geval veelzeggend. In 1988 was de hoogste
aanslagvoet in de personenbelasting nog 71%, momenteel is dat 50%. De
gemiddelde wettelijke aanslagvoet in de vennootschapsbelasting daalde
van 47 naar 25%.

Zwarte lijst

Die
groeiende ongelijkheid heeft zware gevolgen. Zo leidt het tot een
toenemende druk op de middenklasse – de belangrijkste economische
motor in onze samenleving. Een symptoom daarvan is het stijgende
aantal mensen die leningen niet langer kunnen afbetalen. Eind 2013
werden 341.000 mensen opgenomen op de zwarte lijst voor Kredieten aan
Particulieren.

Een ander symptoom is de daling van de
koopkracht. In de cijfers valt een duidelijke knik waar te nemen
vanaf 2008. Belgen hebben nog steeds minder koopkracht dan voor de crisis. De lichte economische groei die zich vanaf 2013
manifesteerde resulteerde niet in de stijging van de koopkracht. Dit
is mede het gevolg van een politiek van loonmatiging.

Driesporenbeleid

In de
sociaal-economische barometer 2015 doet het ABVV enkele voorstellen
om de toenemende ongelijkheid te counteren. Het ABVV hamert erop dat
België één van de laagste gemiddelde aanslagvoeten op
bedrijfswinsten heeft. Met een aanslagvoet van 31% zitten we een stuk
onder het OESO-gemiddellde van 41,8%. Met andere woorden: er is
ruimte om kapitaal extra te belasten.

Voorts benadrukt het
ABVV op de noodzaak van een driesporenbeleid om de economie te
herstellen. Dit driesporenbeleid houdt een herstel van de koopkracht
in en dus het afstappen van loonmatiging. Daarnaast moet ingezet
worden “op de factoren die de competiviteit van bedrijven echt
verbeteren, zoals innovatie en vorming.” Tot slot dient de
“overheid opnieuw ruimte te krijgen om te investeren in alle
mogelijke publieke voorzieningen.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!