In Palestina maar ook in Jordanië, Egypte en Syrië werd gisteren AL-Nakba herdacht. Ik volgde een groep Palestijnen en activisten die de grens van Libanon probeerden te bereiken.
In het dorpje Bir’im werden we tegen gehouden. De grensstreek werd omgedoopt tot militair domein en iedereen (ook de journalisten) werden door een grote groep militairen en politieagenten staande gehouden.
Er werd dan maar besloten om Al-Nakba ter plaatse te herdenken. Wanneer een groepje achterbleef om vredevol te protesteren, besloten de ordetroepen dat het tijd was om naar huis te gaan. Kwistig strooiend met soundbombs, pepperspray en traangas jaagden ze iedereen terug de bus in.
Enkele kilometers verder op aan de Libanese grens werden 10 Palestijnen doodgeschoten. In Bir’im vielen ‘slechts’ enkele licht gewonden.
Het is heus niet nodig om een groep robocops met geweld op deze jongeren af te sturen die vredevol Al-Nakba aan het herdenken zijn. Het is heus niet nodig om een soundbomb naar mijn kop te smijten, mijn oren piepen er nog van. Het is heus niet nodig, om een 14 jarige die niets meer kan zien als gevolg van pepperspray, tegen de grond te duwen. Een mens of land met de juiste normen en waarden beseft dat er grenzen zijn. Maar tegen wie kan je dit roepen? Wie zal er luisteren?