Meer dan 800 mensen uit Europa, de VS, Canada en andere windstreken zijn inmiddels ingegaan op de uitnodiging van 15 Palestijnse organisaties om deel te nemen aan een internationale missie naar Palestina. Ze zullen op 8 juli allemaal landen in Tel Aviv en van daaruit doorreizen naar de Westbank. Dat is althans de bedoeling.
Ik ben één van die mensen en via deze blog kan je op de hoogte blijven van ons wedervaren voorafgaand en ter plaatse.
Door onze aanwezigheid willen we bijdragen aan de totstandkoming van vrede en rechtvaardigheid in de regio. Aangezien we naar Palestina reizen is de missie niet gericht tegen Israël an sich. In principe is dat land niet eens onze bestemming. We claimen gewoon het recht om onze vrienden in Palestina te bezoeken. Zoals dat overal elders ter wereld moet kunnen en het internationale recht dat aan iedereen toestaat. Op voorwaarde natuurlijk dat je paperassen in orde zijn. Want zonder de juiste papieren ben je ook daar een sans-papiers.
NERVEUS ALS VOOR DE EERSTE SCHOOLUITSTAP
Om ons wat voor te bereiden en kennis te maken met de meer dan 60 andere Belgen die aan de missie deel nemen, zijn we gisteren in Brussel samengekomen. Het was – een beetje tot mijn verbazing – een bijzonder bonte mix van mensen. De jongste is 12, de oudste schat ik bijna 70. Iets meer dan de helft van de groep zijn vrouwen. En zoals dat gaat in een stad als Brussel: sommigen dragen een hoofddoek, anderen schmink, een zonnebril of oorringen. Bij de mannen een even grote diversiteit: sommigen strak in het pak, anderen in jeans en ééntje zelfs op zijn sokken. Maar allemaal erg gedreven en een beetje nerveus als schoolkinderen aan het begin van een grote uitstap.
EEN VOLK IN OORLOG IS EEN BEETJE GESTOORD…
Ik bedacht me overigens dat ik dringend mijn noties Arabisch wat moet bijschaven en best geen baggy-trouser uit de Stock Americain meeneem. Alles wat een beetje militaristisch oogt, krijgt in zo’n context natuurlijk een heel andere connotatie. Ik moet overigens ook eens checken wat het Palestijns Meteorologisch Instituut voorspelt zodat ik daarmee rekening kan houden. Vraag is of men slecht weer verwacht met hier en daar een donderslag.
Een land, regio of volk in oorlog is altijd een beetje gestoord, zowel aan de militaire kant als de civiele en zowel aan de zijde van de (altijd tijdelijke) overwinnaars als de overwonnenen. Dat heb ik gemerkt toen ik voor het eerst in oorlogsgebied was, in Sarajevo begin jaren 90. De grootste gevechten waren in die regio al een tijdje achter de rug maar er werd nog geregeld geschoten en elke nacht hoorde je mortieren inslagen in de omgeving. Maar daar keek verder niemand van op. Men lachte, maakte muziek en trachtte – soms amechtig en daardoor doorzichtig – het leven of wat er van restte, te vieren zoals mensen dat overal graag doen: met vrienden, familie of andere geliefden en de kleine geneugtes des levens. Maar ik merkte onderhuids wel de tamelijk enge schizofrenie die zich van ieder leek te hebben meester gemaakt. In Sarajevo was het vooral de verwondering van velen dat andere mensen, hun voormalige buren, leerkrachten, politici, tot zoiets in staat waren. Dat hadden ze zich voordien nooit gerealiseerd. Het heeft overigens ook mijn mensbeeld in negatieve zin bijgeschaafd en ik heb daar lang problemen mee gehad: alsof ik me bewust was van het feit dat ik dagelijks omringd werd door psychopaten die zich ternauwernood in bedwang hielden. Want in zekere zin is dat een beetje wat je vaststelt in een oorlog: het ontmenselijkt en haalt niet bepaald het beste in de mens naar boven. Of toch niet altijd…
HEROISCHE UITZONDERINGEN
Want die zijn er natuurlijk: de mensen die ondanks het lijden dat ze om zich heen beleven en de problemen waarin ze zelf terecht komen door de oorlog, toch boven alles menselijk blijven. Mensen die in de zwaarste omstandigheden niet toegeven aan hun woede, hun haat of hun natuurlijke egoïsme maar die boven zichzelf uitstijgen en het beste van zichzelf geven. Het was bijvoorbeeld het adagium van Vittorio Arrigoni, de Italiaanse activist die op 14 april vermoord werd en hij sloot er telkens zijn blogberichten mee af: “Stay Human“. Het is overigens ook de titel van het boek dat die berichten bundelt en dat je online kan kopen, bijvoorbeeld hier.
Het geldt ook voor de talrijke Palestijnse organisaties waarvan we er een deel zullen bezoeken en die ons hebben uitgenodigd. Ze zetten zich ondanks alles in voor het lot van kinderen en jongeren, leggen zich toe op het beschermen, uitdragen en ontwikkelen van de cultuur, bekommeren zich om medische zorgen, onderwijs, enz. Niet omwille van het loon of de verdienste maar vaak zelfs bij gebrek daaraan. En het geldt in extenso voor het verzet dat zich op geweldloze manier tegen de bezetting en de Israëlische oorlogsmachine keert. Door systematisch en volgehouden te demonstreren, door pacifistische acties, door breed gedragen steun van de bevolking.
En ja, natuurlijk, door gewapend verzet waar dat efficiënt lijkt en noodzakelijk is. Want een pacifistische houding is een humaan idee en zelfs een moreel hoogstaaande praktijk en vaak de beste tactiek. Maar ik kan niet anders dan erkennen dat er zonder dat gewapend verzet vandaag van Palestina en een Palestijns volk wellicht geen sprake zou zijn. Want naast de hoopvolle wens voor een vreedzame oplossing, heb je soms de morele verplichting tot collectieve zelfverdediging.
ZORGEN VOOR MORGEN…
Verder maak ik me niet teveel zorgen, toch niet om mezelf of de groep, ook al is de aankomst van de Freedom Flotillia II in Gaza rond dezelfde periode gepland. Maar het verschil zit hem natuurlijk in de kern van de zaak: wij gaan niet om een blokkade te doorbreken gezien er voor de Westbank officieel geen blokkade van kracht is en in mijn bagage zal je weinig meer aantreffen dan snoepgoed voor Palestijnse kinderen zodat ook die wat vaker naar de tandarts moeten. Verder wellicht een pak schrijfgerei en enkele stapels schriften en nog een kleinere stapel kleding voor mezelf. Daar zou zelfs mijn toch relatief strenge vader geen bezwaar tegen kunnen hebben.
De tickets voor de vlucht liggen klaar, mijn reispas ga ik morgen afhalen en de volgende dagen zal ik waar mogelijk wat studiewerk verzetten om de laatste ontwikkelingen wat te op te frissen en te bekijken welke organisaties we juist zullen bezoeken. En als daar nog tijd voor overblijft toch een beetje snuisteren in de amateur-archeologie want dat laat me nooit los, waar ik me ook bevindt.