Het tramnet van de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba werd gefinancierd door de Export-Import Bank of China. Foto: A. Savin/CC BY-SA 2:0
Opinie - Carlos Martinez, Morning Star

De G7: economische dwang opleggen én China ‘economische dwang’ verwijten

De rijke landen van de G7 zijn vastbesloten om hun collectieve belangen als wereldmachten te vrijwaren ten koste van het globale Zuiden. Daarvoor zetten ze alle chantagemiddelen, terwijl ze onbeschaamd China van diezelfde praktijk beschuldigen. Enig onderzoek wijst uit dat deze beschuldigingen geen steek houdt volgens Carlos Martinez.

dinsdag 30 mei 2023 14:45
Spread the love

 

De verbijsterende arrogantie en hypocrisie van de imperialistische mogendheden was van 19 tot 21 mei 2023 in Hiroshima goed te zien, toen de G71 China veroordeelden voor een “verontrustende toename” van zijn “misbruik van economische kwetsbaarheden”.

Dwang is immers de kern van wat de lidstaten van de G7 verenigt, deze “alles-voor-ons-en-door-ons-club” van rijke landen die er collectief belang bij hebben hun plaats aan de top van de geopolitieke piramide te behouden. Elke G7-lidstaat heeft zijn rijkdom in belangrijke mate opgebouwd op basis van kolonialisme en de uitbuiting van land, arbeid, hulpbronnen en markten in het Zuiden.

Dat de rol van de G7 in mondiale aangelegenheden erin bestaat de zogenaamde “internationale op regels gebaseerde orde” onder leiding van de VS te versterken, werd verduidelijkt door de uitsluiting in 2014 van Rusland uit de toen nog G8 na de Russische interventie in de Krim.

Waarom werd een dergelijke uitzonderlijke maatregel niet genomen als reactie op de illegale en genocidale oorlog tegen Irak? Of als reactie op de oorlog voor regime change tegen Muammar Kadaffi, waarin de NAVO-landen Libië terug naar het stenen tijdperk bombardeerden?

Iedereen die zelf nadenkt kan begrijpen waarom deze landen met twee maten en twee gewichten meten: het lidmaatschap van de G7 vloeit voort uit de aanvaarding van het door de VS geleide imperialistische systeem.

VS, wereldkampioen economische dwang

De G7-staten zijn allen betrokken bij diverse vormen van economische dwang. Het is dus uiterst hypocriet om China van deze praktijk te beschuldigen. Alle lidstaten van de G7 leggen momenteel illegale, unilaterale sancties op aan Rusland en Wit-Rusland. De VS leggen tevens unilaterale sancties op tegen China, Noord-Korea, Iran, Syrië, Cuba, Venezuela, Nicaragua, Eritrea, Zimbabwe en vele andere landen (totaal 38, nvdr).

De eerste tramlijn van Addis Ababa werd geopend in februari 2015. Foto: Turtlewond/CC BY-SA 4:0

De VS zijn een sanctiesupermacht, “verreweg ‘s werelds grootste uitvoerder van unilaterale dwangmaatregelen”, volgens econoom Jeffrey Sachs van Columbia University. Volgens de Sanctions Review 2021 van het Amerikaanse ministerie van Financiën zijn sancties sinds vanaf 2000 met een factor 10 toegenomen. De VS legt eenzijdig economische sancties op die letterlijk miljarden mensen treffen, aan bijna 40 landen.

De VS gebruikt daarbij vrijelijk het begrip extraterritorialiteit en “rechtspraak” met zijn lange arm om Iran, Venezuela, Rusland en andere landen te straffen. Het is moeilijk een flagranter voorbeeld van economische dwang te bedenken dan de Helms-Burton Act, op grond waarvan de VS elk bedrijf of land kunnen straffen dat zich niet houdt aan hun onmenselijke blokkade van Cuba.

Deze sancties hebben geen enkele legitieme basis in het internationaal recht. Ze zijn alleen afdwingbaar voor zover de VS over voldoende economische en militaire kracht beschikt om ze af te dwingen. Met andere woorden, de VS is een internationale bullebak en een schurkenstaat.

Bovendien hebben westerse banken en door het Westen gedomineerde multilaterale financiële instellingen een lange geschiedenis van het verstrekken van ‘roofleningen’, die voorwaarden als privatisering (van overheidsdiensten) en hardvochtige bezuinigingen (in overheidsdiensten) opleggen.

China, slachtoffer van economische dwang

China is geen dader maar een slachtoffer van economische dwang. Wat is de handelsoorlog van presidenten Trump en Biden tegen China anders dan een poging om via tarieven, sancties, dreigementen en strafmaatregelen de ontwikkeling van China in te dammen, om de Chinese regering en bedrijven te dwingen hun gedrag te veranderen opdat ze de belangen van het Amerikaanse kapitalisme beter zouden dienen dan die van het Chinese volk?

In een poging om de geavanceerde halfgeleidertechnologie in een wurggreep te houden, zet de regering van president Biden een complete strategie in om te voorkomen dat China toegang krijgt tot in de VS gemaakte chips of er Amerikaanse intellectuele eigendom in verwerkt.

Chinese wegenbouw in Kenya, juni 2018. Foto: Kandukuru Nagarjun/CC BY-SA 2:0

De Britse econoom Michael Roberts beschreef de CHIPS and Science Act, die in augustus 2022 door president Biden werd ondertekend, als “de volgende fase in een reeks maatregelen om China’s technologische capaciteiten en wereldwijde invloed te verzwakken,” en om “China’s technologische vooruitgang teniet te doen.”

Martin Wolf schreef in de Financial Times dat het doel van deze chipoorlog “duidelijk is om de economische ontwikkeling van China af te remmen” en dat deze CHIPS and Science Act een “daad van economische oorlogsvoering” is.

Een opmerkelijke absurditeit hierbij is dat Taiwan, een (door de VS officieel) erkende regio van China, gedwongen wordt zich te houden aan dit sanctieregime van de VS. Daarom is de Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC) – ‘s werelds grootste producent van halfgeleiders – gedwongen zijn export stop te zetten naar de bedrijven op de Amerikaanse lijst, waaronder het Chinese bedrijf Huawei.

Ondertussen heeft de regering van Biden, ontevreden over de Chinese voorsprong in de sector hernieuwbare energie en onder het voorwendsel van schendingen van de mensenrechten in China, ingrijpende sancties opgelegd aan in China vervaardigde materialen voor zonne-energie. Dit is het toppunt van de kapitalistische dystopie, een combinatie van economische dwang, propagandaoorlog en ecocide.

Mythe schuldenval ontkracht

Het is de laatste jaren modieus geworden onder westerse politici om China ervan te beschuldigen dat het Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen in een “schuldenval” lokt. Dergelijke beschuldigingen zijn nog maar eens een onderdeel van een bredere anti-China lastercampagne maar zijn gemakkelijk te weerleggen.

Zelfs The Economist merkt in een recent nummer op dat “deze kritiek grotendeels onterecht is” en dat “China in feite wegen, havens, spoorwegen en andere noodzakelijke infrastructuur heeft gefinancierd, terwijl particuliere geldschieters en andere landen vaak niet bereid waren dit te doen”.

Chinese wegenbouw in Congo-Brazzaville, januari 2014. Foto: jbdodane/CC BY-SA 2:0

Tim Jones, hoofd beleid van de liefdadigheidsinstelling Debt Justice, verklaarde onlangs: “Westerse leiders geven China de schuld van schuldencrises in Afrika, maar dit is een afleidingsmanoeuvre. De waarheid is dat de verantwoordelijkheid voor die crisis van hun eigen banken, van hun vermogensbeheerders en hun oliehandelaren veel groter is, maar de G7 laat hen ermee wegkomen. China nam tijdens de pandemie deel aan de regeling voor schuldopschorting van de G202, particuliere geldschieters deden dat niet.

“Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen”

“China is een belangrijke kapitaalverschaffer voor ontwikkelingslanden, maar in tegenstelling tot het Westen legt China geen leningsvoorwaarden op van bezuinigingen en privatisering; zijn rentetarieven zijn doorgaans ongeveer de helft van die van westerse banken. China is daarbij doorgaans veel flexibeler wat betreft heronderhandeling, herstructurering en schuldverlichting.”

Bovendien wordt het grootste deel van de Chinese leningen gebruikt om de infrastructuurkloof in de ontwikkelingslanden te dichten. Deborah Brautigam, onderzoeker aan de Johns Hopkins University, schreef over Chinese leningen aan Afrika dat ze “een nuttige dienst bewijzen: het financieren van het ernstige infrastructuurtekort in Afrika”.

“Op een continent waar meer dan 600 miljoen Afrikanen geen toegang hebben tot elektriciteit, werd 40 procent van de Chinese leningen gebruikt voor opwekking en transport van elektriciteit. Nog eens 30 procent gaat naar de modernisering van de afbrokkelende transportinfrastructuur in Afrika”. Dit is niet bepaald een strategie van ‘economische dwang’

De G7 zouden er goed aan doen hun eigen schokkende staat van dienst op vlak van economische dwang aan te pakken alvorens China met de vinger te wijzen.

 

Dit is de vertaling van The G7, economic coercion and the art of projection dat verscheen op de Britse website The Morning Star door Dirk Nimmegeers. Carlos Martinez is auteur van het recent verschenen boek The East is Still Red – Chinese Socialism in the 21st Century.

Notes:

1   De G7 zijn een informeel forum van staats- en regeringsleiders van Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan en de Verenigde Staten die regelmatig samenkomen om hun economisch beleid op elkaar af te stemmen. De voorzitter van de Europese Commissie wordt als waarnemer op deze samenkomsten uitgenodigd. Deze zeven landen vertegenwoordigen 10 procent van de wereldbevolking en ongeveer 45 procent van het wereldwijde BNP.

2  De G20 zijn 19 landen en de Europese Unie: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, VS, Zuid-Afrika en Zuid-Korea.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!