Amitav Ghosh. Foto: David Shankbone/CC BY-SA 3:0
Boekrecensie - Wil Heeffer

Boodschap van Amitav Ghosh aan een planeet in crisis

Recent verscheen bij uitgeverij Atlas 'De vloek van de nootmuskaat' van Amitav Ghosh en kreeg als ondertitel 'Boodschap aan een planeet in crisis' en eind 2022 publiceerde uitgeverij EPO 'Te groot om ons voor te stellen'. Wil Heeffer las ze allebei: “Ghosh schrijft op uiterst toegankelijke wijze over de nog altijd voortdurende effecten van het kolonialisme op natuur en mens.

dinsdag 30 mei 2023 10:58
Spread the love

 

Natuur en mens worden in het Westen niet gezien als een eenheid maar als een tegenstelling waarin de natuur de brandstof is die het kapitalisme voedt.

Veroveringsideologie

Er kan geen handel zijn zonder oorlog,’ heeft Jan Pieterszoon Coen1 – de veroveraar van de Banda-archipel – ooit gezegd en ‘geen oorlog zonder handel’. Het boek van Amitav Ghosh De vloek van de nootmuskaat met als ondertitel Boodschap aan een planeet in crisis gaat over het zich onrechtmatig eigen maken van land zoals dat op wereldschaal na 1492 gebeurt, eerst door de Spanjaarden en Portugezen, daarna door de Hollanders en vervolgens door de Fransen en Engelsen.

Overal waar ‘nieuw’ voor staat zoals voor New York (Nieuw Amsterdam) ‘wijst op een van de belangrijkste aspecten van de Europese expansie’: een ecologische en topografische transformatie vanuit westerse opvattingen over verbetering en beschaving.

Het onderwerpen van het wilde land betekende het in ecologische zin veranderen, en het hervormen naar het beeld van Europa, dat toen zelf de meest fysieke veranderingen in zijn geschiedenis onderging.’

De opvatting dat die koloniale oorlogen voornamelijk met militaire machtsmiddelen werden uitgevochten, berust – zo werkt Ghosh uit – op een misvatting. Waarschijnlijk hadden ‘de ontregeling van lucht, het landschap en de lichamen van degenen die het bewoonden…’ een veel groter uitroeiingseffect. Vooral ziektes en de verspreiding van ziektekiemen waren op dood en verderf in die ‘uitroeiingsoorlogen’ van grote invloed.

Voorbeelden daarvan zijn het verspreiden van dekens of brieven waarop in Coens tijd het pokkenvirus zat zoals er zoveel voorbeelden tot aan de dag van vandaag over biologische oorlogsvoering – op bio-politiek gebied – te vinden zijn. Maar dat niet alleen.

Zoals we het ook in onze tijd zien, leiden slechte leef- en werkomstandigheden tot verkorting van de levensduur. Die indirecte factor maakt het mogelijk om met een geringe inzet van mankracht en geweldsmiddelen de oorspronkelijke bewoners uit te leveren aan onleefbare leefomstandigheden:

‘Hoewel ongekend ernstig, zijn ‘maagdelijke grond’-epidemieën wellicht voortgekomen uit niets uniekers dan de bekende krachten van armoede, ondervoeding, omgevingsstress, ontwrichting en sociale ongelijkheid die epidemieën veroorzaken onder alle populaties.’

Dat we daaraan voorbij kijken, komt volgens Ghosh voort uit het feit dat in het westerse denken mens en natuur twee verschillende aspecten zijn. De natuur wordt door de exploiterende mens gezien als object terwijl andere culturen de natuur zien als onderdeel van de kosmos waarin de mens tot de natuur behoort.

Niet een tweedeling maar een eenheid staat in vele culturen centraal: ‘het is het kader van de wereld-als-grondstof waarin landschappen (of planeten) als fabrieken worden beschouwd en de ‘natuur’ als onderworpen en goedkoop.

Energietransitie

De natuur is samen met geopolitieke machtsuitoefening de motor waarop het kapitalisme draait, zo kan de insteek van Ghosh worden gekarakteriseerd. Wat de natuur betreft, zijn de samengeperste resten van oerbossen ‘die wij fossiele brandstoffen noemen’ een cruciale rol gaan spelen. Ghosh benadrukt dat die energiewinning geenszins vanzelfsprekend was omdat de industriële revolutie stoom als belangrijkste energiebron kende.

Het was niet dat kolen goedkoper waren, zo schrijft hij maar omdat de machines die door kolen werden aangedreven niet langer in de buurt van een waterrad hoefden te staan. De door kolen aangedreven machines maakten het mogelijk om fabrieken te bouwen in nieuwe steden te midden van arbeiderswijken. Daardoor was een bedrijfszekere productie te realiseren op plekken waar zowel mensen als kolen konden worden samengebracht om productievermogen te genereren.

Weer wat later vereenvoudigde olie dit vestigings- en productieproces omdat ‘winning en het transport geen grote aantallen arbeiders’ vergden. En hij concludeert: ‘het bevrijdt kapitaal van lokale verstrengelingen en stelt het in staat naar believen over de wereld te zwerven.

Kortom fossiele brandstoffen zijn vanaf het begin verweven geweest met het menselijk leven op een manier die de macht van de heersende klasse versterkt.’

Het leidt Ghosh tot de stelling, dat het web van ‘mondiale machtshiërarchie’ omwille van winstbejag niet volledig inzet op wind, zon en water maar op olie. Commercieel-economische en politiek-militaire belangen zijn geopolitieke machtsfactoren die de energietransitie blokkeren.

En hij vervolgt: ‘Het is moeilijk zo niet onmogelijk, om te voorspellen waar deze langetermijnprocessen toe zullen leiden. Maar het staat wel vast dat een transitie in de energiestelsels ook een transitie in de geopolitieke systemen met zich mee zal brengen waarbij de gevestigde mogendheden – in de eerste plaats de Angelsaksische landen en de energiesupermachten van de Golf – zich zullen moeten aanpassen aan omstandigheden die hun huidige dominantie zullen doen afnemen.’

De westerse rationaliteit gericht op efficiëntie en winst generende effectiviteit om in een ongehoord tempo en massaliteit te voldoen aan verlangens die door massamedia worden gewekt, is het zicht kwijt geraakt op natuurkrachten die dat rationele handelen zelf heeft opgeroepen.

Ghosh zal dat onder andere uitwerken aan de hand van opvattingen van de Yanomami-sjamaan Davi Kopenawa. Samen met de Franse antropoloog Bruce Albert tekende hij voor de publicatie van The Falling Sky: Words of a Yanomami Shaman dat in 2012 verscheen.

Hun politieke strijd voor redding van het regenwoud had succes toen het recht tot behoud van een deel wettelijk werd erkend tijdens de Earth Summit in Rio de Janeiro. Maar het is op mondiale schaal niet meer dan een snipper land dat kon worden gered uit de klauwen van de ‘extractie epistemologie’: de kennisverwerving die in dienst staat van privatisering en ontginning.

Vitalistische politiek

Lang heeft in de westerse verovering van nieuwe gebiedsdelen – het neo-Europa zoals Ghosh dat noemt – het repetitieve drill, baby, drill geklonken. Centraal stonden de begrippen winning en ontginning. Volgens Ghosh ontstaat er langzaamaan gehoor voor verandering.

Overal ter wereld komen actiegroepen op die roepen om een wereldorde waarin niet het geld maar het behoud van het leven centraal staat. In die zin sluit zijn werk naadloos aan op de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsdenkers.2

Maar zo’n omslag vergt nogal wat omdat het vecht met de macht van miljardairs en politici als de slippendragers van voor wie geldt the money takes it all. Of zoals president Bill Clinton het in aansluiting op James Carville uitriep: it’s the economy, stupid.

Bewustzijnsverandering is een ‘noodzakelijke eerste stap naar oplossingen tot het vinden van een gemeenschappelijk idioom waarin mensen hun wederzijdse afhankelijkheid erkennen, niet alleen van elkaar, maar van al onze verwanten.’

 

Lezing Amitav Ghosh ‘Voices on the Environment’ (1:32:29, vanaf 09:00 – Engels, geen ondertitels) (lees verder onder deze YouTube)

 

Daarmee bedoelt Ghosh de stem van de natuur, van moeder aarde. De aarde die de mens door toedoen van menselijk handelen gericht op gewin, geselt met rampen die het voortleven van mens en natuur bedreigen.

Ghosh eindigt zijn indrukwekkende pleidooi voor een omslag in het denken met een verwijzing naar Louis Couperus’ boek De stille kracht, de vitalistische kracht van de kosmos als een natuurkracht tegen het ‘epistemologisch geweld van het kolonialisme’.

 

Amitav Ghosh. De vloek van de nootmuskaat – Boodschap aan een planeet in crisis. Atlas Contact, Amsterdam, 2023, 352 pp. ISBN 978 9045 0481 23

Amitav Ghosh. Te groot om ons voor te stellen – De klimaatcrisis en onze verbeelding. EPO, Berchem, 2022, 270 pp. ISBN 978 9462 6739 53

Notes:

1 Jan Pieterszoon Coen (1587-1629) was de vierde directeur-generaal van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, het privé-handelsconcern dat namens de toenmalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het volledige monopolie had over bezit (de bevolking inbegrepen) en handel vanuit de toenmalige Nederlandse kolonies in het huidige Indonesië. In 1621 werd de tegen de vreselijke uitbuiting opstandige inheemse bevolking van de Banda-eilanden bijna volledig uitgemoord en vervangen door slaven uit Madagascar en India (nvdr).
2  Wil Heeffer: De bevrijdingsfilosoof, Het rebelse denken van Enrique Dussel, ISVW, Leusden, 2020 (nvdr).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!