Foto: Paul muylaert /CC BY-SA 4.0
Boekrecensie - Wil Heeffer

De laatste geschriften van Ulrich Libbrecht

Ulrich Libbrecht was een Belgische autoriteit in de Oosterse en comparatieve filosofie. Hij liet in zijn fraaie, kriebelige handschrift een aantal bijzondere overwegingen na die in samenwerking met zijn kleindochter onder de titel 'Mijmeringen in de schaduw' door het Libbrechtgenootschap gebundeld zijn. Zijn oorspronkelijk handgeschreven teksten doorlopen de periode van voorjaar 2014 tot april 2017, het jaar waarin hij stierf. Het is een bundeling van overdenkingen die in vaak poëtische zinnen de lezer al meanderend in de greep krijgt en houdt.

dinsdag 16 april 2024 11:23
Spread the love

 

Staande voor het onbegrensde

x

De loopbaan van Ulrich Libbrecht kende een kronkelig en weerbarstig verloop. Hij verhaalt in zijn laatste geschriften hoe zijn levensweg vanuit een klassiek, Vlaams katholiek gezin vol rituelen en tradities via seminarie en beïnvloeding door het Oosterse denken uitliep op een kosmisch besef vol ontzag voor het onverklaarbare. Het leerde hem als het ware van boven naar beneden te kijken om van daaruit op te stijgen naar het grote mysterie dat ‘het polyversum’ is.

In het boek lijkt hij de lezer vanuit een Vlaamse geaardheid mee te voeren op zijn weg naar Oosterse loutering, een openstaan voor het mysterie van het leven dat altijd een worden is. Panta Rhei (alles stroomt), zoals Herakleitos het bondig formuleerde. Libbrecht stelt het Rooms kerkelijke aan de kaak zoals Marx het deed met zijn uitspraak over het geloof als opium voor het volk: “het opium van het volk, iets dat door het volk zelf is gecreëerd.”

In lijn met Marx heeft Libbrecht het over de verwording van het mysterie van het leven door het te rationaliseren, te institutionaliseren en te voorzien van geboden en verboden. Het zich afwenden van het tot fetisj geworden geloof uit zijn jeugd klinkt door het hele boek heen. Het belet hem niet om met weemoed over zijn jeugd en zijn ontwikkelingsgang te spreken. Een weemoed die niet vervuld is van nostalgie, maar die voortkomt uit een een diep gevoel over de onlosmakelijke kosmische verbondenheid van mens en natuur. Het leidde hem tot een openstaan voor het ontzagwekkende kosmische dat hij overeenkomstig met Spinoza benoemt als deus sive natura.

In zijn laatste geschriften – de periode die loopt van 2014 tot 2017 – versmalt zich zijn levensweg en dooft gaandeweg het licht. Het belangrijkste schrijft hij mijns inziens dan ook neer in de geschriften uit 2014. Die periode vult en vormt substantieel het boek.

Zijn of worden

Libbrecht schrijft zinnen waarbij je verpoost. Zijn overwegingen doen je meebewegen met zijn denken, gevoel en waarneming alsof je zittend in de schaduw van een boom in een dialoog met jezelf verweven raakt. Hij doet je verwijlen bij zijn zicht op het ritme van dag en nacht en op het komen en gaan van de seizoenen.

Het leidt tot een innerlijk tot jezelf komen in lijn met de woorden van Blaise Pascal: “het hart heeft redenen die het verstand niet kent”. Het grote filosofische begrip ‘Zijn’ is bij hem geen statisch begrip, maar in alle opzichten een worden: een ontvankelijk zijn en ontwaken, een voortgaan in de stroom die leven heet, op dat wat de Chinezen benoemen als ‘yin en yang’.

De zon en schaduwzijde die besloten liggen in de cirkel die de leegte opent en begrenst. Het valt te duiden in het antwoord van de taoïstische monnik – dat Libbrecht aanhaalt – op de vraag: wat doe je hier de hele dag?

De monnik antwoordt: kijken. En dat is een andere attitude dan onze Westerse die gekenmerkt wordt door rusteloosheid, een onmiddellijk analyseren en classificeren, die zich kenmerkt door een op naam brengen van fenomenen. Want zonder naam bestaat in ons denken niets.

Bij de Grieken was de logica de kunst van het redeneren en stond het zoeken naar verbanden tussen oorzaak en gevolg voorop. Zoals Libbrecht het schrijft, kent de wiskunde bij de Grieken twee facetten: de meetkunde en de algebra. Waar de meetkunde gaat over meten dat een ander woord is voor grensbepaling en denken binnen grenzen, is algebra gebaseerd op functies die de relaties tussen wat verandert of veranderlijk is, uitdrukken.

De Griekse lineaire causaliteit kent een volkomen andere ‘logica’ dan de boeddhistische ‘logica’. Hij schrijft daar bijvoorbeeld over: “Het denken in ‘zijnden’, namelijk in partikels, is op het eerste gezicht nutteloos als onze wereld een wordingsproces is. De vraag is echter of wij in ‘fasen’, in veranderende grootheden, kunnen denken. We kunnen deze in wiskundige functie denken, maar dat betekent nog niet dat ze een ‘metafysische’ betekenis hebben. Vermits onze hele filosofie gebaseerd is op het zijn, twijfel ik eraan of we ooit het ‘worden’ exact zullen kunnen denken.”

Hij registreert dat we in onze wereld minder open zijn gaan staan voor het kosmische. Wellicht omdat het ons aan nachtelijk duister is gaan ontbreken. Elektriciteit is een zegen voor de mensheid, maar het heeft als nadeel dat we niet meer opzien naar het mysterie dat geopenbaard wordt door de nachtelijke sterrenhemel. Dat mysterie is ooit in het christelijke denken benoemd als God. Een woord dat ‘iets’ oproept – ‘een ongrijpbare grenssituatie’ – zonder weet van wat er door wordt opgeroepen.

Hij legt een verband met het oud Indo-Germaanse Dyaus waaruit associatief ons woordbegrip God is voortgekomen. Een begrip dat bij Spinoza verbonden wordt aan natuur in de uitspraak: deus sive natura (god of natuur). Zoals hij schrijft: “Het Deus sive Natura heeft mij van die antropomorfe goden verlost en het atheïstische boeddhisme kwam er voor in de plaats. Ik begreep dat godsdienst een beperkende naam is voor religie en meestal de mystiek verdringt naar de achtergrond.”

De leegte als openheid

Libbrecht verbindt dat openstaan voor het mysterie ook wel aan de manier waarop in de Chinese schilderkunst in het landschap de leegte wordt weergegeven, terwijl in de Westerse schilderkunst het landschap overvol is.

Waar het in het ene gaat om open te staan voor verwondering en overgave gaat het in het andere om duiding. De ‘ingevulde leegte’ tegenover het niet duidbare niets. “Het niets dat baart en doodt”, zoals hij ter overdenking schrijft. Alles wat was, komt en wordt, is een cyclisch worden en vergaan.

Zoals ik het bij hem lees – bij wie het begrip energie zo centraal staat – is dat verbonden aan de wet van behoud van energie. Het ondoorgrondelijke mysterie van het leven is levensenergie. Worden gaat om emoties, om bewegingen die het nog niet in woorden gevatte beleven activeren.

Mijmeringen om te verwijlen

De bundeling van Libbrechts laatste geschriften biedt een korf vol geuren die men beleeft zonder die precies te kunnen duiden. Het lezen leidt tot een vermenging van geuren waaruit een parfum voortkomt die aangenaam en verrassend bedwelmt. Het lezen leidt tot het zich afvragen: wat lees ik uit de woorden die ik lees.

Libbrecht schrijft geen aforismen maar wel zinnen die pakken. Het gaat over vragen zoals waar sta ik in deze wereld en wat doe ik in deze wereld? Hoe ben ik erin terechtgekomen, wat is de zin en wat doe ik met het leven dat me is toegevallen?

Ik wil ter voorbeeld daarom afsluiten met enkele verwoordingen die althans mij, tot nadenken stemden:

  • het boeddhisme heeft nooit omwille van de waarheid (met een grote W) oorlogen
    gevoerd;
  • verkiezingen zijn geen rationeel gebeuren maar een spel waarbij men gebruik maakt van irrationele beïnvloeding;
  •  overleven is nog geen leven;
  •  we profiteren allemaal graag van technische vooruitgang, maar hebben we ook een
    wijzere wereld voortgebracht;
  • noodgedwongen maken wij van het ‘on-eindige’ een metafysisch concept, waarbij we
    vergeten dat ‘on-woorden’ eigenlijk geen inhoud hebben maar alleen onze onmacht
    weergeven;
  • zonlicht is er genoeg, maar er is maar een kleine aarde.

Wie meer geuren wil opsnuiven, dienen het boek te lezen. In ieder geval heeft het uitdragen van zijn opvattingen geleid tot het oprichten van het Libbrechtgenootschap en de in Antwerpen gevestigde School voor Comparatieve Filosofie.

 

Ulrich Libbrecht, Mijmeringen in de schaduw, Laatste geschriften, Milinda Uitgevers,
Waarbeke, 2022

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!