Op 18 oktober 2021 kondigde de Ecuadoraanse president Guillermo Lasso een zestig dagen durende noodtoestand af. Het decreet leidde tot het opheffen van de grondwettelijke rechten van de Ecuadoranen en het inzetten van een zwaar bewapend leger in de straten van Ecuador. De onmiddellijke aanleiding voor de afkondiging was de moord op de elfjarige Sebastián Obando in een schietpartij tussen “een gewapende dief en een politieofficier” op 17 oktober.
Aan een ijssalon in de wijk Centenario in Guayaquil, werd de jongen in de rug, de rechterarm en het hart getroffen. De president gebruikte de publieke verontwaardiging over de moord om de noodtoestand uit te roepen. Hij verklaarde bovendien dat de grondwettelijke rechten van de Ecuadoranen moesten worden opgeschort om het hoofd te kunnen bieden aan de greep van drugsbendes op het land.
Twee dagen later, op 19 oktober, was de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken in Quito om Lasso steun te verlenen. De ontmoeting herbevestigde de nauwe banden tussen beide staten. Tijdens de persconferentie met zijn Ecuadoraanse ambtsgenoot, Mauricio Montalvo, verklaarde de Amerikaanse staatssecretaris: “in democratieën zijn er tijden waarin, door uitzonderlijke omstandigheden, maatregelen noodzakelijk zijn om urgenties zoals die in Ecuador te trotseren.”
Hoewel hij pas in April werd verkozen, maakte Lasso de ene ongewone situatie na de andere mee. Terwijl de Ecuadoraanse economie hapert, worstelt de regering namelijk met toenemend geweld in het land. In september leidde een rel in de Litoral gevangenis in Guayaquil tot het overlijden van 116 mensen. In februari 2020 was het een gecoördineerde reeks rellen in vier gevangenissen die tot de dood van 79 gevangenen leidde. Als reactie op het recentste incident – en als voorbode op het nooddecreet – riep de president toen al de noodtoestand uit in de Ecuadoraanse gevangenissen.
Een structureel probleem, geen uitzonderlijke situatie
Het presidentieel decreet suggereert een urgentie die dringende actie vereist. Nela Cedeño, een jeugdleidster van de Revolución Ciudadana (Burgerrevolutie) van Ecuador, legt echter uit dat Ecuador vastzit in een aanhoudende crisis. “Dit jaar alleen al werden 1213 moorden gepleegd, veel daarvan hielden geen verband met de drugshandel. Het decreet is onverantwoord”, zegt Cedeño. De data tonen “een toename van geweld voor de laatste zes jaar. We interpreteren dit als een structureel probleem, niet als een uitzonderlijke situatie”, besluit de jeugdleidster.
Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek en Volkstellingen van Ecuador leven van de 18 miljoen inwoners 5,7 miljoen mensen in “armoede”, en daarvan 2,6 miljoen in “extreme armoede”. UNICEF berekent dat drie op de tien kinderen jonger dan twee lijdt aan chronische ondervoeding. Volgens de VN-organisatie is Ecuador hiermee, “na Guatemala, het land met het hoogste aandeel [chronische ondervoeding] in Latijns-Amerika en de Caraïben”. Sinds de invoering van het austeriteitsprogramma van het IMF onder de vorige president Lenín Moreno is het dagelijks leven erg verslechterd. Moreno’s overeenkomst met het IMF in maart 2019 leidde tot wijdverspreide protesten doorheen het land.
Door de deal met het IMF, sneed Moreno in de overheidsbudgetten voor de gezondheidszorg en werden 3680 medewerkers ontslagen. Als gevolg hiervan werden op het hoogtepunt van de COVID-19-pandemie in Guayaquil – waar ook de gevangenisrellen plaatsvonden en Sebastián vermoord werd – lijken op straat achtergelaten, omdat het gezondheidssysteem ondergefinancierd en overstelpt was. Door de verwaarloosde gezondheidszorg was Guayaquil het “epicentrum van de uitbraak” in april 2020 en had Ecuador de hoogste besmettingsgraad van Latijns-Amerika. Lasso wiens partij slechts twaalf van de 137 zetels bezit in het parlement, hoopt het bezuinigingsprogramma van Moreno verder uit te werken. Het programma omvat nog belastingverlagingen voor grote vermogens, de intrekking van rechten van werknemers en de toelating voor buitenlandse bedrijven om in Ecuador mijnen te blijven ontginnen.
Lasso’s austeriteitsagenda, zegt Cedeño, lost de problemen van de mensen niet op. Er is geen agenda om de werkonzekerheid aan te pakken, er is een nood aan minimale prijzen voor landbouwproducten, een nood aan subsidies voor brandstof, een uitbarstende sociale crisis in de gevangenissen, en het algemene probleem van geweld in de Ecuadoraanse samenleving. Omdat de Lasso-regering “politiek onbekwaam” is om de echte problemen aan te pakken, verschuilt het zich achter de militarisering van de sociale crisis, zegt Cedeño.
De militarisering van de sociale crisis
Lasso’s noodtoestand, benadrukt de jeugdleidster, bracht geen soelaas voor de “bange en bekommerde inwoners”. Toen de president zijn minister van Defensie ontsloeg en hem verving door de voormalige generaal, Luis Hernández, werd de situatie nog benauwender. Het inzetten van het leger, en de wetten die het toelaten zonder toezicht en met immuniteit te opereren, scheppen de voorwaarden voor een militaire dictatuur met een civiele regering als schaamlap. Het nooddecreet van president Lasso verleent ook de amnestie aan de veiligheidstroepen die, in zijn woorden, “onterecht werden veroordeeld voor hun werk”.
Sinds 2019 zijn de sociale bewegingen in Ecuador, onder andere de inheemse beweging CONAIE (Confederación de Nacionalidades Indígenas del Ecuador), vaak de straat ingetrokken om een alternatieve route op te eisen. Dit jaar, voegt Cedeño toe, “waren er meerdere stakingen en protesten tegen de maatregelen van de regering Lasso. Boeren, leraren en transportwerkers namen het voortouw. Leraren gingen [zelfs] in hongerstaking.”
De afkondiging van het decreet, merkt Cedeño op, kwam net op het moment dat de sociale bewegingen opriepen tot mobilisatie tegen de stijging van brandstofprijzen en Lasso’s bezuinigingsvoorstellen. “We twijfelen er niet aan dat de uitzonderingstoestand [werd] uitgeroepen voor Lasso’s gemak”, om zijn beleid te beschermen, en “niet vanwege het geweld dat het land teistert.”
De protesten tegen het nooddecreet begonnen op 26 oktober. Geleid door het Verenigd Arbeidersfront (Frente Unitario de Trabajdores, FUT), de Nationale Onderwijsvakbond (Unión Nacional de Educadores, UNE), de inheemse beweging CONAIE en de Burgerrevolutie (Revolución Ciudadana), gingen de protesten krachtdadig van start. Ondanks de onbuigzame weerstand van het leger hielden de acties aan. In sleutelgebieden van het Andesgebergte en het Amazonebekken werden wegen geblokkeerd. In Quito verzamelden massabetogingen zich aan de presidentiële zetel, het Carondelet paleis. Op 28 oktober, na enkele dagen protest, riep de CONAIE-leider Leonidas Iza echter op om de acties te onderbreken ter ere van de Día de Muertos (Dag van de Doden). Hij verzekerde dat de acties na de vieringen zouden hervatten.
Vijay Prashad is een Indiase historicus, redacteur en journalist. Hij is een hoofdredacteur en hoofdcorrespondent van de Globetrotter, directeur van Tricontinental: Institute for Social Research. Hij is tevens een senior vakgenoot aan het Chongyang Institute for Financial Studies, Renmin University in China, schreef meer dan 20 boeken, inclusief The Darker Nations and the Poorer Nations. Zijn laatste boek Washington Bullets werd vertaald als Imperialisme voor beginners (EPO, 2021), met een intro van Evo Morales. Zie de recensie ‘Imperialisme voor beginners’: maak kennis met de échte drijfveren van de VS in het buitenland.
Taroa Zúñiga Silva is schrijver en de Spaanse mediacoördinator voor Globetrotter. Ze is mederedacteur met Giordana García Sojo van “Venezuela, Vórtice de la Guerra del Siglo XXI” (2020) en lid van de Secretaría de Mujeres Inmigrantes in Chili. Ze is ook lid van de Mecha Cooperativa, een project van de Ejército Comunicacional de Liberación.
Dit artikel werd door Globetrotter geproduceerd.
Ecuador’s neoliberal government announces state emergency to impose austerity.