Deze actie verschilde in niets van die van de vorige jaren. De actie was aangekondigd en het ging om een vreedzame betoging met opstelling van stakingspiketten, om de aandacht van het publiek te trekken en de syndicale eisen van de vakbond kracht bij te zetten.
Er werd benadrukt dat er overal moest worden gezorgd voor veilige situaties, in die mate dat het verkeer niet geblokkeerd werd maar dat weggebruikers rechtsomkeer konden maken en vrije baan diende te worden gegeven aan de hulpdiensten én aan werknemers die deel uitmaakten van de veiligheidsploegen.
Geen enkel concreet, laat staan een ernstig incident of schadegeval, deed zich op 24 juni 2016 voor. Enkel te Antwerpen, in tegenstelling tot de diverse andere regio’s, werd een politiecordon ingezet, met wapenstok, begeleid door een sproeiwagen en werden mensen opgepakt, in casu de voorzitter en de vakbondsafgevaardigde, die thans terechtstaan.
Zij werden gearresteerd en enkele uren van hun vrijheid beroofd. Enkel te Antwerpen had de burgemeester daags voordien aangekondigd dat men niet zou toelaten dat het verkeer zou worden gehinderd. De militaristische tussenkomst van de lokale politie kaderde dus duidelijk in het vooraf uitgesproken order van de burgemeester.
In het aanvankelijk proces-verbaal van de gebeurtenissen werd op geen enkel ogenblik gewag gemaakt van enig misdrijf in hoofde van de voorzitter en de vakbondsafgevaardigde. Het dossier geraakte op het Parket van het Openbaar Ministerie te Antwerpen blijkbaar één jaar zoek.
Pas in het voorjaar van 2018 besliste het Openbaar Ministerie om de voorzitter en de vakbondsafgevaardigde te dagvaarden voor een correctionele strafkamer. Het is duidelijk dat het Openbaar Ministerie te Antwerpen een precedent wenst te stellen en het stakingsrecht wil uithollen. Indien een correctionele veroordeling lastens de voorzitter en/of de vakbondsafgevaardigde zou tussenkomen, dan is het in de toekomst quasi onmogelijk om nog een stakingsactie te stellen.
De argumentatie van de verdediging is dat in het Belgisch parlement bij de totstandkoming van de wet die het “kwaadwillig belemmeren van het veerkeer” strafbaar stelt, werd gezegd dat het nooit de bedoeling was om met dit artikel te raken aan het stakingsrecht of de vrije uitoefening ervan. In het parlement werd gezegd dat het artikel 406 Sw. het stakingsrecht niet mocht schaden, een recht dat België overigens internationaal erkende sinds de instemming met het Europees Sociaal Handvest.
Ook internationale wetten, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stellen dat niet mag worden afgeweken van het recht op betogen en het recht om zich te verenigen, tenzij in hoogst uitzonderlijke gevallen, en als de nationale wetgever dit uitdrukkelijk heeft gewild. Vermits er geen nationale wetsbepaling voorhanden is die zegt dat in soortgelijke situaties strafrechtelijk mag worden opgetreden, en dat bij de afweging van de belangen tussen het stakingsrecht enerzijds en de vrijwaring van de weg anderzijds er voorrang moet worden gegeven aan het recht om te staken, dringt de vrijspraak zich op en kan de vakbond met geen enkel ander resultaat vrede nemen.
Het is overigens zeer opmerkelijk dat gedurende meerdere decennia soortgelijke stakingsacties mochten plaatsvinden zonder dat er een strafrechtelijk gevolg werd aan vastgeknoopt, dit nu op de helling wordt gezet en het Openbaar Ministerie te Antwerpen de stakingsactie plots en zonder enige concrete aanleiding of schadeveroorzakend feit criminaliseert. De verdediging zal nadrukkelijk aan de rechtbank vragen om beide gedaagden vrij te spreken.