Afghanen vieren voetbaloverwinning (foto: Nahal Toosi).
Interview - Annemarie Estor

Zalmai Panjsheri over het Afghanistan van morgen

Nu de westerse troepenmacht over ruim een jaar uit Afghanistan zal verdwijnen, rijst de vraag hoe Afghanistan zal achterblijven. Zalmai Panjsheri, die in 1999 zijn land verliet en zich in België vestigde, kon niet leven met het maatschappijbeeld dat door de Taliban werd opgedrongen. Panjsheri werkt nu bij de stad Antwerpen en is bestuurslid van het Internationaal Comité vzw. Een gesprek.

dinsdag 8 oktober 2013 12:25
Spread the love

De geschiedenis van Afghanistan is er een van terugkerende invasies. En van een lange strijd om zelfdefiniëring. Het land, op de kruising tussen Oost en West, bergachtig en ingesloten door land, etnisch erg verdeeld, maakte gedurende zijn geschiedenis een hele serie interventies van buitenlandse mogendheden door. Van de Britten in de 19de eeuw via de Sovjets in de 20ste eeuw tot de Verenigde Staten en de NAVO nu.

Sinds 9/11 werken westerse troepen er aan de ‘bevrijding’ van het talibanterrorisme.Nu de westerse troepenmacht over ruim een jaar uit Afghanistan zal verdwijnen, rijst de vraag hoe Afghanistan dan zal achterblijven.

Recent schreef de van oorsprong Iraanse hoogleraar Internationaal Recht Afshin Ellian in Elsevier dat de Taliban geen bedreiging vormen voor de Afghanen. “Het zijn allemaal baardmannen”, schrijft hij, “die leven volgens de daar geldende traditie”.

“Na de bevrijding verschenen de Afghanen (de Pashtun) weer. Zij verschillen nauwelijks van de Taliban”. “Wat is het verschil tussen de Taliban en de bevrijde Afghanen? Dat is er niet. De Taliban respecteren hun traditie en de islamitische wetgeving. Deze elementen geven vorm en inhoud aan het leven van deze mensen. Ze hebben geen behoefte aan de rechten van de mens.”

Wat vindt Zalmai Panjsheri van het artikel? Pansjheri: “Ellian creëert een beeld van ‘de Afghaan’ dat onjuist is. Het is waar dat sinds de grote vlucht van ongeveer 10 miljoen Afghanen naar het buitenland, het land intellectueel verarmd is achtergebleven. Artsen, advocaten, schrijvers, bijna iedereen met een universitaire opleiding is het land uit moeten vluchten. Maar dan nog is het niet juist om dit soort reductionistische beelden van ‘de Afghanen’ op te hangen. Ellian zegt dat de Pashtun de meerderheid vormen, maar de etnische samenstelling is al enkele decennia niet meer geteld.”

Haat tegen het Westen?

Zalmai vertelt over de tijd dat hij er nog woonde, de periode dat het land steeds meer onder de invloed van de Taliban kwam te staan, van 1996 tot 1999.

“De Taliban heeft van ons land een gevangenis gemaakt. Maar tegelijk schaam ik me er voor dat beeld te gebruiken. In wat wij hier onder ‘gevangenis’ verstaan heb je tenminste muziek. Kun je naar de radio luisteren en naar de televisie kijken. Maar in mijn land was toen geen muziek. Er was niet eens een functionerend rechtssysteem.”

“Vrouwen hadden niet het recht om naar buiten te gaan. Mannen moesten een baard dragen die twee handen plus enkele centimeters lang was. De religieuze politie controleerde de lengte. Was je baard te kort, dan mocht je de cel in tot hij genoeg gegroeid was. Niemand wil zich die periode herinneren.”

“De Taliban heeft van ons land een gevangenis gemaakt. Maar tegelijk schaam ik me er voor dat beeld te gebruiken. In wat wij hier onder ‘gevangenis’ verstaan heb je tenminste muziek”

“Wij hebben voor de komst van de NAVO-troepenmacht vijf jaar alléén tegen de Taliban en het terrorisme gestreden. Ik weet het zeker: de meeste Afghanen zijn tegen de Taliban aan de macht. Het gedachtegoed van de Taliban is een exportproduct van Pakistan. In de laatste dertig jaar zijn de Afghaanse mensen continu onveilig geweest. Tot nu.”

Je leest ook herhaaldelijk dat de haat tegen het Westen groeit in Afghanistan. Zelfs in de artikelen van de Nederlandse journaliste Natalie Righton, die lang in het land werkte, lees je het.

“Maar hoe kan een westerse journaliste in de harten van de mensen kijken”, vraagt Panjsheri mij. “De toename van het gevaar door de Taliban en het terrorisme op dit moment is evident. De Taliban gebruiken vandaag weer meer geweld tegen niet-volgzame Afghanen en westerlingen. Hoe vrijuit en eerlijk kunnen de geïnterviewden met westerse journalisten spreken?”

“Als de antwoorden je het leven kunnen kosten, of zelfs het in gesprek treden op zich al, in hoeverre durf je dan nog iets te zeggen, behalve de machtigste ideologie te herhalen en te bevestigen? Als je in gevaar bent door te spreken, zou je dan niet zwijgen? Bovendien kun je ook nooit spreken zonder dat er gevaar aanwezig is. Je kunt niet aan iemands neus zien of hij bij de Taliban is. Zelfs mensen die bij je thuis komen, kunnen daarbij zijn.”

Panjsheri vervolgt: “Ik ga niet akkoord met de vaststelling dat de haat tegen het Westen groeit. Ja, de gewone mensen zijn wat teleurgesteld door de onduidelijke koers die westerse landen volgen in Afghanistan. Gaan ze blijven, gaan ze weg? Er is ontgoocheling.”

“Ik ga niet akkoord met de vaststelling dat de haat tegen het Westen groeit. Ja, de gewone mensen zijn wat teleurgesteld door de onduidelijke koers die westerse landen volgen in Afghanistan”

“Door het feit dat na twaalf jaar het doel nog niet is bereikt. De bronnen van de Taliban zijn nog verre van opgedroogd. Die bevinden zich in Pakistan. Dat is het kruitvat van de hele regio. Daar is de Taliban bewapend, daar bezitten de strijders geld en beschikken ze over een leger aan zelfmoordterroristen. Het is dweilen met de kraan open. Maar op Pakistan is nooit voldoende druk uitgeoefend. Het is jammer dat er niet eerder is geluisterd naar oproepen in die richting.”

9/11 en 9/9

Mensen in het Westen, die de westerse media volgen, associëren ‘9/11’ vooral met het Amerikaanse trauma dat werd veroorzaakt door de aanslagen van de twee door Al-Qaeda gekaapte vliegtuigen die zich op 11 september 2001 in de torens van het World Trade Center boorden.

Panjsheri vertelt hierover: “Voor Afghanen heeft ‘9/11’ een iets andere betekenis. Tot mijn grote spijt heeft deze dag veel mensenlevens gekost in de VS. Voor Afghanistan betekent deze datum echter een keerpunt. Eindelijk gingen overal ter wereld de ogen open. De terroristische aanslagen deden de VS en Europa inzien hoe gevaarlijk Al-Qaeda en de Taliban wel zijn, niet alleen voor Afghanistan, maar voor de hele wereld – iets wat men voorheen niet kon zien. Of eigenlijk: niet wilde zien.”

Er is nog een andere kreet en die luidt ‘9/9’. Panjsheri: “Dit is een trieste datum voor Afghanistan. Op deze dag in 2001 werd Achmed Sjah Massoud gedood. Massoud vertegenwoordigde alle ethnieën van Afghanistan (Tadzjieken, Pashtun, Oezbeken, Hazara, Turkmenen, Beloetsjen, Nooristanen en anderen) en onder zijn leiding werd het Verenigd Front een nationale militair-politieke verzetsbeweging tegen de Taliban.”

Massouds algemene ideeën over de toekomst van het land luidden in een notendop als volgt: “De toekomstige regering van Afghanistan moet worden gevormd door volksverkiezingen. Mannen en vrouwen moeten daaraan deelnemen. De enige regeringsvorm die de machtsverhoudingen tussen de verschillende ethnische groepen in balans kan houden, is democratie.”

“Massoud was de enige die in staat was om Afghanistan en de Afghanen te dienen”, zegt Fahim Dashty, hoofdredacteur van Kabul Weekly in Who Killed Massoud?, een documentaire van Didier Martiny.

Panjsheri voegt eraan toe: “Massoud heeft vele malen gewezen op het gevaar van de Taliban. Hij voorspelde dat er een tijd zou komen dat de Taliban een probleem zou vormen voor de hele wereld. Massoud sprak in april 2001 voor het Europees Parlement en had in Parijs een onderhoud met toenmalig Frans minister van Buitenlandse Zaken Hubert Vedrine.”

“Massoud heeft vele malen gewezen op het gevaar van de Taliban. Hij voorspelde dat er een tijd zou komen dat de Taliban een probleem zou vormen voor de hele wereld”

“Massoud zei dat het beter zou zijn als westerse landen zich niet zozeer zouden richten op vrede in Afghanistan, maar vooral druk moesten uitoefenen op Pakistan. Alleen via die weg kon de macht van de Taliban serieus worden ondermijnd.”

“Helaas werd met zijn boodschap niets gedaan. Op 9 september 2001 werd hij door twee zelfmoordterroristen gedood.” De twee hadden elkaar in Brussel leren kennen. De schijn is even gewekt dat zij van origine Marokkaans waren, maar later bleek dat het om Tunesiërs ging.

“De twee gaven zich uit als ‘journalisten’ en hadden het verzoek ingediend Massoud te interviewen. Maar in feite waren zij in dienst van een groot netwerk van terroristische groepen, een netwerk dat zich vertakt over wel twintig landen, dat een plan had uitgewerkt om Massoud te vermoorden en een einde te maken aan zijn leiderschap.”

“Via de televisie werden wij getuige van 9/9 én van 9/11. Twee dagen na Massouds dood zagen wij hoe zijn voorspelling een gruwelijke werkelijkheid werd. Toch bracht de reactie van Amerika ons hoop. Het was de eerste hoop sinds tijden. In 2001 is dankzij westers ingrijpen de volledige macht van de Taliban in Afghanistan vernietigd.”

“Toch bracht de reactie van Amerika ons hoop. Het was de eerste hoop sinds tijden. In 2001 is dankzij westers ingrijpen de volledige macht van de Taliban in Afghanistan vernietigd”

Massoud Khallili, de Afghaanse ambassadeur in India, zegt in de documentaire Who Killed Massoud?: “Al-Qaeda rekende erop dat, wanneer zij supermacht Amerika zouden aanvallen, Amerika zou reageren. Al-Qaeda wist ook al dat de reactie zou volgen op het grondgebied van Afghanistan. Ook wist men dat als de Amerikanen daar Al-Qaeda zouden komen bestrijden, Massoud ze zou helpen.”

“Al-Qaeda wist dat zij dan zeer zwak zou staan. Dus voordat het plan ‘9/11’ uitgevoerd kon worden, moest Massoud eerst uit de weg worden geruimd. Zonder Massoud zouden de Amerikanen in Afghanistan er nooit in slagen om Afghanistan van de Taliban te bevrijden.”

“En Khallili lijkt gelijk te hebben”, zegt Panjsheri. All is not well in Afghanistan. “Nog altijd niet. Mensen zijn onveilig. Het rechtssysteem functioneert op vele plaatsen nog steeds niet.”

Daarom laat volgens Zalmai het Belgische asielbeleid op dit moment te wensen over. “Als de overheid Afghanen die hier een tijdje geleefd hebben, uitzet, maakt België een grote fout. Natuurlijk komen die mensen direct in gevaar. Niet alleen vanwege hun identiteit zelf, maar ook nog eens om bijkomende redenen.”

“De Taliban en hun medewerkers denken ten eerste dat zij terugkomen om de westerse manier van leven te propageren, ten tweede dat zij terug zijn om westerse troepen te helpen en ten derde dat zij van godsdienst zijn veranderd en terugkomen om het christendom te verspreiden.”

“Omdat men vaak denkt dat iedereen die uit Europa komt rijk is, kan het ook gebeuren dat men hen ontvoert om losgeld. Deze mensen hebben daarentegen hun leven in de waagschaal gesteld om naar hier te komen. De meesten waren maanden, zoniet jaren onderweg, velen zijn doodgegaan, vaak verdronken, zonder hun doel te bereiken.”

“Deze mensen hebben daarentegen hun leven in de waagschaal gesteld om naar hier te komen. De meesten waren maanden, zoniet jaren onderweg, velen zijn doodgegaan, vaak verdronken, zonder hun doel te bereiken”

“Zij hebben hun laatste geld aan mensensmokkelaars gegeven om weg te kunnen komen. Daarom vind ik het onmenselijk en onrechtvaardig als die mensen teruggestuurd worden naar een gevaarlijke en duistere toekomst.”

“Als de westerse troepenmachten in 2014 vertrekken, dan maken ze dezelfde fouten als de Sovjet-Unie in de jaren negentig. De Sovjet-Unie heeft een kapot land achtergelaten. Dit scenario dreigt zich nu te herhalen. De westerse troepen zouden het vooropgestelde doel eerst moeten realiseren en dan weggaan om elders tegen het terrorisme te vechten. Als je de oorlog tegen het terrorisme nu beëindigt, heb je verloren.”

“Als de westerse troepenmachten in 2014 vertrekken, dan maken ze dezelfde fouten als de Sovjet-Unie in de jaren negentig. De Sovjet-Unie heeft een kapot land achtergelaten”

“Het Afghaanse leger is op dit moment nog niet sterk genoeg om het land in veiligheid te brengen en te houden. Ja, de overheid is gegroeid – kwantitatief; maar niet kwalitatief. Ze heeft geen wapens, geen militaire vliegtuigen. Het luchtruim wordt gecontroleerd door de VS. Toen de Taliban in 2001 werden verslagen, was hun oorlogsmachinerie kapot.”

“Sinds 2006 zijn zij in staat gebleken om dit opnieuw op te bouwen; zij hebben zich herbewapend. Dus de Taliban betekenen opnieuw een groot gevaar. Wij Afghanen weten niet waarom zij de weg naar het paradijs zoeken in Afghanistan. Er zijn twee wegen. Zij die op zoek zijn naar het paradijs volgen de ene weg, en zij die op zoek zijn naar de macht in de wereld volgen de andere. Die twee wegen kruisen elkaar in Afghanistan.”

En hoe zit het met de weg naar de democratie? Panjsheri: “Als de Afghanen en de westerse troepen in het land nu de democratie tot doel stellen en niet inzetten als middel om iets anders te bereiken, dan kunnen we heel snel tot een veilig Afghanistan komen.”

“Als de democratie echter wordt ingezet als middel om een ander doel te bereiken, dan niet.”

En islam en modernisering, zijn die met elkaar te rijmen? “Ja”, zegt Panjsheri, als je voor een matige islam zou kiezen. Als Afghanistan met zichzelf wil leven én met de rest van de wereld, moeten er gelegitimeerde verkiezingen komen. Ikzelf hoop dat een nieuwe president de ideeën van Massoud weer kan opnemen en in zijn verkiezingsprogramma zetten.”

Democratie en de geest van de Renaissance

Ik vertel Panjsheri over een uitspraak van mijn vriendin Jane Fraser: “Democratie is iets dat men moet oefenen”. Wat vindt hij van een dergelijke uitspraak? Panjsheri is het er mee eens: “De manier van leven in Europa is ook niet in één nacht ontstaan. De Europese manier van leven zal ook niet direct in Afghanistan wortel schieten. Ontwikkeling, en ook vertrouwen leren hebben in de creatieve kracht van het gezonde verstand, kost tijd.”

“Natuurlijk zijn er ook grenzen aan de moderne vrijheden. Er móeten grenzen zijn. De grondwet definieert die grenzen. Als je door een rood licht rijdt, krijg je een boete, zo simpel is dat. We spreken die regels samen af. Dat kan ook waar er meerdere culturen met elkaar samenleven.”

Daar zijn vele succesvolle voorbeelden van. Kijk naar het gemengde huwelijk, bijvoorbeeld. Panjsheri is getrouwd met een vrouw uit een andere cultuur. “Zij is Russisch-orthodox, ik ben moslim. Toch is dat nooit een probleem geweest, ook niet bij de opvoeding van onze vier kinderen. We geloven beiden in zelfontwikkeling en zijn op zoek gegaan naar het beste uit onze culturen. Naar universele waarden.”

“Mensen vragen mij wel eens: ‘Hoe weet je wat een universele waarde is?’ Ik geloof dat we allemaal onze eigen mening hebben, maar ook allemaal gezond verstand. Als je handelt uit respect en liefde, kun je nooit fout zitten. Je mag verschil van godsdienst nooit een probleem maken. Godsdienst is een kwestie van cultuur.”

“Als je handelt uit respect en liefde, kun je nooit fout zitten. Je mag verschil van godsdienst nooit een probleem maken. Godsdienst is een kwestie van cultuur”

“Het juridische systeem bepaalt wat mag en wat niet mag. Dat kan de godsdienst niet bepalen. Kerk en staat moeten apart zijn. Een schilder mag schilderen wat hij wil, maar hij mag niet zijn vrouw slaan. Iemand mag de religieuze muziek maken die hij wil, maar niet de handen afhakken van iemand die in een andere god gelooft. Schade berokkenen aan anderen is schade berokkenen aan jezelf.”

Panjsheri haalt de Perzische dichter Saadi (1184-12) aan, die in de twaalfde eeuw al schreef: “Alle mensen maken deel uit van één lichaam. En hebben eenzelfde basis van ontstaan. Wanneer omstandigheden één lichaamsdeel pijnigen Zullen de andere delen ook verstoord worden. Wanneer je onverschillig blijft ten aanzien van het lijden van anderen, Is het ongepast zich ‘mens’te noemen.”

Panjsheri: “Wij zijn allemaal mensen. We hebben gezond verstand genoeg om onze waarden te scheiden van onze vrijheden en te zien waar onze vrijheden tegen onze waarden indruisen. Is drinken een waarde? Er is in multiculturele samenlevingen vaak discussie over opvoeding. Over welke waarden je de jeugd moet meegeven. Ik geloof dat je veel mag vragen van kinderen, maar dat je ze zelf hun eigen weg moet laten vinden.”

“Ze moeten naar school gaan. Maar de richting mogen ze zelf kiezen. Verder is er veel afhankelijk van de omgeving waar je je bevindt. Als ik in Kaboel zou wonen met mijn kinderen, zouden ze vroeg thuis moeten komen. Waarom? Omdat het daar onveilig is op straat en omdat er geen evenementen zijn. In Antwerpen mogen ze wel laat thuiskomen. Er is veilgheid, er is van alles te doen: concerten bijvoorbeeld.”

“Bovendien speelt het sociale leven zich hier altijd ‘s avonds af. Je moet als geglobaliseerd burger gewoon goed kijken naar je omgeving. De situatie in je stad reikt zelf de oplossingen aan. Daar waar wordt geponeerd dat ‘deze ene manier van leven de beste is’, begint het gevaar. Daar gaat het fout.”

“Je moet flexibel zijn; kijken naar de context en je gezond verstand laten werken. Dat betekent dus ook dat je als westerse vrouw niet in Kunduz moet gaan rondlopen in een minirok. Niet omdat er iets essentieels mis is met dat kledingstuk, maar hoge hakken en minirokken zullen je daar, in die context, eenvoudigweg in een lastig parket brengen.”

“Kijken naar de context en je gezond verstand laten werken. Dat betekent dus ook dat je als westerse vrouw niet in Kunduz moet gaan rondlopen in een minirok”

We spreken over vooruitgang. “De mens van de Renaissance dacht vierhonderd jaar vooruit”, zegt Panjsheri. “We plukken daar nog altijd de vruchten van. De grote meerderheid van de mensen, de massa, bepaalt de koers niet, zij hebben veeleer een conservatieve reflex.”

“Als de cultuur enkel uit gewone mensen bestaat, zou die achterblijven. Ik groeide gelukkig op in een gezin met een vader die vooruit wilde kijken. Mijn twee zussen zijn dus bijvoorbeeld niet gedwongen om met een bepaalde man te trouwen. Er was respect voor de tradities, maar mijn zussen hadden steeds het recht om ja of nee op de dingen te zeggen.”

“Ik hoop dat overal ter wereld mensen weer die geest van de Renaissance durven gebruiken. En durven toe te werken naar de toekomst. We zouden onze gedeelde waarden moeten opschrijven. Voor mij zijn dat respect en liefde. En ook ontwikkeling, verantwoordelijkheid voor elkaar en medeleven. Als je je vasthoudt aan universele waarden, spelen cultuurverschillen vervolgens nauwelijks een rol.”

Identiteit en teamgeest

Kan Afghanistan, nu Massoud er niet meer is, nog een manier vinden om de verschillen tussen de verschillende ethnieën te overbruggen? Is er hoop op verbroedering? Kan er een gemeenschappelijke grond worden gevonden op basis waarvan een Afghaanse identiteit voelbaar kan worden?

Panjsheri: “Als onze politici een voorbeeld zouden nemen aan de teamgeest die heerst in de sport, zou het land er wellicht anders uit kunnen gaan zien. Onder de witte vlag van de sport zijn in Afghanistan nu meer dan een miljoen jongens en meisjes actief. Die zijn officieel geregistreerd als competitiespelers: voetbal, judo, volleybal, ga zo maar door.”

“Vorig jaar hebben we bij de Olympische Spelen in Londen voor taekwondo een bronzen medaille mee naar huis genomen. Als we ook op politiek gebied zouden gaan samenwerken in een team, en iedereen werkt met zijn capaciteiten, dan kun je iets groots bereiken.”

“Generaal Zahir Aghbar, minister van Sport, zet zich hier al een geruime tijd voor in. Diverse sporten zijn er sindsdien zeer op vooruit gegaan. Op 11 september 2013 (!) won Afghanistan voor de eerste keer het voetbalkampioenschap van de South Asian Footbal Federation. Deze gebeurtenis voelt als een cadeau voor de slachtoffers van de terroristische aanslag in de VS.”

“Op 11 september 2013 won Afghanistan voor de eerste keer het voetbalkampioenschap van de South Asian Footbal Federation. Deze gebeurtenis voelt als een cadeau voor de slachtoffers van de terroristische aanslag in de VS”

“Het voelt ook als een sterk antwoord op het terrorisme en de Taliban, die ons voetbalstadion in Kaboel gebruikten om vrouwen dood te maken en de handen af te hakken van mensen die zich niet hielden aan de regels van de Taliban.”

“Deze sportieve overwinning was de eerste keer in de geschiedenis van Afghanistan. Via Facebook sta ik in contact met wat er in Afghanistan gebeurt. Ik heb na lange tijd voor de eerste keer echte blijheid gezien in de gezichten van ons volk. Vrouwen, meisjes, jongens, mannen, in Kaboel, Herat, Mazar-e-Sharif, in alle grote steden is die nacht iedereen op straat gekomen om de feestelijke gebeurtenis te vieren. Dit is de kracht die van sport kan uitgaan.”

Annemarie Estor

Annemarie Estor is doctor in de cultuurwetenschappen, dichter en redactielid bij het cultureel-maatschappelijk tijdschrift ‘Streven’.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!