Daarmee hoopt zij een nieuwsoortige Canadese identiteit te ontwikkelen die verzoening mogelijk maakt en tegelijkertijd inclusief en respectvol kan zijn. Canada, het land van het multiculturalisme, dat verkeerdelijk prat gaat op een verleden vrij van kolonialisme, is gebouwd op verschroeide aarde die vandaag nog steeds blijkt na te smeulen.
In 2006 telde Canada 31.241.030 inwoners. Van deze totale groep zijn ca. 19% immigranten en behoort 3,8 % (1.172.785) tot de autochtone (indiaanse) bevolking (Statcan: 2006 Census). Deze laatsten bestaan uit 3 grote bevolkingsgroepen: de zogenaamde ‘First Nations’, de Inuit en de Métis. De First Nations, de grootste groep, zijn ruwweg verdeeld over zo’n 600 stammen die wonen in ca. 2300 reservaten. De Métis, de tweede groep bestaat uit personen van gemengd Frans-indiaanse afkomst. De Inuit op hun beurt, de minst talrijke autochtone groep, zijn bij ons beter bekend als ‘de Eskimo’s’.
De geschiedenis van het residentiële schoolsysteem kende zijn aanvang op het einde van de 19[de] eeuw. In 1883 gaf John A. Mcdonald, Canada’s toenmalige minister-president en minister van Indiaanse zaken, als eerste opdracht tot de oprichting van drie residentiële scholen in het westen van Canada. Lokaal kregen deze scholen de naam ‘les pensionnats indiens’ mee. In de daaropvolgende eeuw zouden er nog zo’n 150 volgen. Pas in 1996 sloot de laatste residentiële school zijn deuren.
Deze instellingen hadden het expliciete doel om via onderwijs en opvoeding de autochtone bevolking volledig te assimileren aan de Europees-Canadese cultuur. Doorheen de jaren werden meer dan 150.000 autochtone kinderen onvrijwillig losgescheurd van hun families en geplaatst in de daarvoor opgerichte pensionaten. Getuigen vertellen hoe ze honderden, soms duizenden kilometers verwijderd werden van hun oorspronkelijke leefmilieu.
Sommigen keerden pas na jaren voor de eerste maal naar huis terug. Elke betrokkenheid van de ouders en de etnische gemeenschap in de intellectuele, culturele, sociale en spirituele ontwikkeling van hun kinderen werd daarmee nagenoeg onmogelijk gemaakt. De getuigenissen die de TRC sinds haar oprichting in juni 2008 heeft verzameld zijn de neerslag van een pijnlijke geschiedenis. Het is een complex verhaal van kolonialisme, getekend door geweld, verlies, trauma; maar het is eveneens een verhaal doorweven van veerkracht en verzet.
Vanuit het beleid was het de kinderen reeds van bij hun aankomst op de pensionaten verboden de eigen taal te spreken. Ze verloren daarbij echter niet enkel hun taal, maar eveens hun stem. Traditionele, en voor de kinderen vaak zeer waardevolle voorwerpen werden afhandig gemaakt. De lange vlechten die een uiting waren van een sacraal geloof werden afgeknipt. Elke verwijzing naar of contact met het traditionele milieu werd geridiculiseerd of bestraft. Broers en zussen werden bij aankomst gescheiden en zelfs hun naam konden de kinderen niet behouden. Deze werden stelselmatig vervangen door een westerse (christelijke) naam of door een nummer. Generaties lang werden kinderen geheel en vakkundig van hun identiteit beroofd.
Vele scholen, zo blijkt verder uit de getuigenissen, vertegenwoordigden bovendien liefdeloze instellingen waar disciplinaire maatregelen bij regelmaat eindigden in geweld en misbruik, ook seksueel misbruik. Aan de commissie werd verteld hoe diverse kinderen (daar zouden vandaag 3000 gevallen van bekend zijn) stierven door ontbering, ziekte, zelfmoord of om redenen die tot op vandaag ongekend blijven.
Een uiteindelijke terugkeer naar huis bood voor de meeste kinderen en jongeren echter weinig tot geen soelaas. Zij waren vreemden geworden binnen hun eigen gemeenschap, zelfs in het eigen gezin. Er trad schaamte op ten aanzien van de oorspronkelijke cultuur, de ouders en ten slotte ook zichzelf. Velen voelden zich verloren, niet in staat om terug te keren, noch om verder te gaan. Naar schatting zouden 80.000 van hen vandaag nog in leven zijn. Zij noemen zichzelf ‘the survivors’.
Toch is het niet zo dat autochtone kinderen helemaal geen voordeel hadden bij een verblijf in een dergelijk pensionaat. Diverse ex-leerlingen uitten ook dankbaarheid voor de relaties die ze ginds konden opbouwen met leerkrachten en andere leerlingen, alsook voor het genoten onderwijs, ook al was dit dan in hoofdzaak gericht op handenarbeid. Voor de meeste autochtone kinderen was het verblijf in het pensionaat desalniettemin een bijzonder beangstigende en vernederende ervaring.
Gezien de lange bestaansperiode van deze pensionaten, meer dan een eeuw, werd hun impact overgedragen van grootouders op ouders op kinderen. Een dergelijke intergenerationele erfenis is als vanzelfsprekend niet zonder ingrijpende gevolgen. Tot op de dag van vandaag kampt de autochtone bevolking in Canada met significante sociale problemen: drugs, een hoog zelfmoordcijfer, familiaal geweld, een slechte gezondheidstoestand en een lage onderwijsgraad.
Voor al deze problemen worden zij bovendien door de huidige Canadese Jan Modaal geculpabiliseerd. Maak morgen aan de gemiddelde Canadees kenbaar dat je graag iets meer wilt weten over de autochtone bevolkingsgroepen van Canada, dan is de kans op het volgende antwoord bijzonder groot: “Meneer/mevrouw, ik begrijp werkelijk niet waar deze interesse vandaan komt. Het zijn een stelletje nietsnutten die zichzelf niet in de hand blijken te hebben”.
Het vervelende aan deze zaak is dat je de Canadezen hun frappante kortzichtigheid eigenlijk niet kwalijk kunt nemen, of toch bijna niet. Tot voor kort was deze pijnlijke geschiedenis namelijk zo goed als geheel onbekend en afwezig binnen het onderwijscurriculum. Heel veel Canadezen hebben nog nooit van ‘les pensionnats indiens’ gehoord. En de autochtone bevolking, die was, zoals eerder gesteld, zijn stem kwijt. Tot zo’n 20 jaar geleden.
Toen, en pas toen, gingen oud-leerlingen de geschiedenis van de residentiële scholen publiekelijk onder de aandacht brengen. Ze hadden weinig middelen beschikbaar om hen te helpen bij dit werk. Sommigen richtten steungroepen op, anderen spanden rechtszaken aan tegen de Kerk of de Canadese overheid, en velen kwamen naar voor om te spreken over hun schoolervaringen tijdens de hoorzittingen van de Canadese Koninklijke Commissie voor de Autochtone Bevolking (Canadian Royal Commission on Aboriginal Peoples).
Hun inspanningen leidden uiteindelijk in 2007 naar de gerechtelijke goedkeuring van het ‘Indian Residential Schools Settlement Agreement’, de grootste geslaagde collectieve vordering in de Canadese geschiedenis. Samen met het verstrekken van compensatie voor oud-leerlingen, vereiste de overeenkomst de oprichting van de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Deze kwam er in juni 2008. Eindelijk.
De taken van de Commissie zijn veelvuldig en kunnen het beste samengevat worden onder de volgende rubrieken: het verzamelen van getuigenissen en documenten, onderzoek en publicatie (Truth sharing), herdenking en nationale en community-evenementen. Mede dankzij deze commissie slagen vele overlevenden erin hun verhaal aan het licht te brengen en hun moed en vastberadenheid te tonen.
De residentiële scholen waren bedoeld om een einde te maken aan de autochtone culturele beschaving in Canada. Daar zijn ze uiteindelijk niet in geslaagd. Nipt niet. Zowel de Canadese overheid, als de diverse Kerken en politionele instellingen uitten reeds publiekelijk een ‘mea culpa’ voor hun aandeel in dit trieste verleden. Maar het kolonialisme is niet over. Zijn tentakels reiken tot in het heden en het vormt tot op vandaag Canada’s grootste vlek.
“The journey from truth to reconciliation begins with hearing the stories, acknowledging our shared history and then setting out to fix and heal what is broken. This building and re-building will involve taking apart a whole system of colonialism and entrenched relationships – personal, political , and philosophical. In short, let’s talk to each other. And let’s really listen. The very soul of Canada is at stake.” (Shelagh Rogers, in: Speaking my truth. Reflections on Reconciliation & Residential School, 2012)
Sarah Braey is doctorandus in de Sociale en Culturele Anthropologie aan de KULeuven
Meer informatie:
Truth and Reconciliation Commission of Canada: http://www.trc.ca/websites/trcinstitution/index.php?p=26
Aboriginal Healing Foundation (2012), Speaking my truth. Reflections on Reconciliation & Residential School
Truth and Reconciliation Commission of Canada (2012), Interim Report
Truth and Reconciliation Commission of Canada (2012), Canada, Aboriginal Peoples, and Residential Schools. They came for the children.