Video -

“Vandaag heb ik een klap gekregen”

Vandaag heb ik een klap gekregen. Zo begint een van de getuigenissen in de video hieronder. Wie de video bekijkt zal hopelijk die klap ook voelen. Het is een klap tegen de onverschilligheid. De video is een initiatief van vier gealarmeerde burgers naar aanleiding van de schipbreuk in de Middellandse Zee op 22 april, waarbij naar schatting 130 mensen omkwamen. Vier burgers zijn samengekomen bij het Europees parlement om op te staan tegen de laksheid, de onverschilligheid en de gewenning over een mensonwaardig migratiebeleid. Het resultaat is deze sobere, maar pakkende video. De taal daarin is hoofdzakelijk Frans en Engels. Hieronder de vertaling.

dinsdag 4 mei 2021 17:47
Spread the love

Verontwaardiging delen

Vandaag zijn wij hier, aan het Europees Parlement, met vier personen samengekomen om de oorverdovende stilte aan te klagen van de Europese autoriteiten over de 130 mensen op de vlucht, omgekomen in één schipbreuk op 22 april jongstleden.

Het is ons te veel, werkelijk te veel, dat wat paus Franciscus de mondialisering van de onverschilligheid heeft genoemd. Wij staan hier om dat te zeggen. (…)

We lezen getuigenissen in het Frans en het Engels en een gedicht in het Nederlands.

Wij nodigen allen die onze verontwaardiging delen uit om die verontwaardiging op hun beurt kenbaar te maken – in welke taal dan ook – opdat voortaan niet langer de angst voor ‘vreemden’ triomfeert, maar solidariteit en gedeelde menselijkheid. Want we willen het luid en krachtig laten horen: het gaat om mensen, mensen die zijn omgekomen als gevolg van de angst die zich jarenlang langzaam en bijna onopgemerkt heeft verspreid in een politiek discours dat als een gif onze samenleving is binnengedrongen.

Wij hoeven onze grenzen niet te verdedigen. Wat ons te doen staat, is samen een solidaire wereld opbouwen. Een wereld waarin alle mensen een waardig leven kunnen leiden.

Ik wil hier aan toevoegen dat in de loop van gisteren, op het moment dat wij onze actie coördineerden, 62 mensen zonder papieren administratief werden aangehouden in Brussel, hoofdstad van de EU, tijdens een manifestatie waarop ze hun mensonwaardig bestaan opnieuw voor het voetlicht wilden brengen.

Dit alles is een Europa, dat zich laat voorstaan op zijn waarden, onwaardig.

Want welke waarden? Die van het comfort en het genot te reizen voor enkelen en de ellende voor velen? Een Europa van terrasjes waarop sommigen consumeren terwijl anderen geen andere keuze hebben dan zich tussen de tafeltjes te bewegen en te bedelen voor wat kleingeld?

Wij hebben nood aan visionaire politici die ons omhoog trekken en een einde stellen aan de dualiteit in onze samenleving. Die opdracht is zwaar, maar niet onmogelijk als ze wordt gedeeld. Laten we ophouden ons te laten leiden door angst voor ‘de vreemden’. Laten we hen leren kennen. Met elkaar communiceren. Met elkaar delen.

Inleiding Marianne Stasse.

 

Vandaag heb ik een klap gekregen

Vandaag heb ik een klap gekregen. En hij kwam hard aan.

Vanmorgen antwoordde ik, intussen een routine, op een WhatsApp-bericht van een onbekend nummer. Een vraag om hulp, zoals we er zo vaak krijgen: of ik een plek had om uit te rusten? Om niet buiten te moeten slapen? Om zich te wassen? Om genoeg te kunnen eten? Om zich veilig te voelen?

Ik had geen plek. Alle opvangplaatsen in Waals-Brabant zaten vol. Ook mijn huis was ‘full’ en wij sturen onbekenden die we niet persoonlijk hebben opgevangen nu eenmaal niet naar families.

De berichten, waarmee hij bleef aandringen, begonnen mij te irriteren. Nee, ik had geen oplossing. Maar ja, als ik er een vond, zou ik het melden. En ja, ik wist dat het vreselijk was om buiten te moeten slapen. Ja, ik deed wat ik kon. Mijn uiterste best. Ja, dat wist ik allemaal. Ik wist ook dat veel mensen daarginds buiten slapen, rond het Park en elders, en dat ik ook voor hen geen oplossing had. Ik zou bellen zodra ik iets had, maar voor de volgende dagen was er weinig kans.

Ik brak het gesprek af. Maar iets bleef knagen. Ik belde hem op. De stem aan de telefoon was jong en opgewonden.

Hij heette M., zoals zovelen. Pas in Brussel aanbeland met zijn vrienden. Hij begrijpt niets. Is radeloos, weet niets, heeft niets gegeten. Ze zijn nauwelijks enkele dagen, hooguit weken geleden de zee overgestoken. In zijn stem, angst. Jeugdigheid ook.

Ik had nog altijd geen oplossing, maar ik beloofde hem er een te zoeken. Ik nam de telefoon en begon te zoeken. Dankzij al die prachtige solidaire gekken, vond ik er een. Er werd een scoutslokaal geopend, wegens noodgeval. Vrijwilligers kwamen poetsen, anderen brachten eten, slaapzakken, maskers en ontsmettingsgel.

Om 17 uur ging ik hen ophalen aan het station. Ik kreeg de klap niet onmiddellijk. Ze stapten in. Onder hun masker zag ik niets. Na de gebruikelijke begroeting, zwegen ze.

We arriveerden in het lokaal. De klap kwam toen we gingen zitten en begonnen te praten. Zij waren jong. Tussen 15 en 18. Maar dat verwondert me nu minder dan toen ik dit werk begon. Ze vochten tegen de slaap. Zes jongens op een canapé. Zes jongens met zes T-shirts, zes pantalons, zes paar oude baskets, vier jassen, waarvan twee gescheurd, zes paar kousen en ik veronderstel zes boxerslips. Niks meer. Alleen maar zes jongens. De zakken leeg, de schrik in het hart.

Ze glimlachten, natuurlijk, knikkebollend. En ik ook, ik glimlachte ook, terwijl ik punt voor punt hen langzaam een en ander probeerde uit te leggen. En als ik niet zo dapper geglimlacht had, zou ik zonder twijfel zijn gaan huilen, louter door hen te zien, door de staat waarin.

Vandaag heb ik een klap gekregen.

Door vermoeidheid vanmorgen slaagde ik er niet in stil te blijven staan bij dat kleine iets in de irritante boodschappen van M. Wat ik niet hoorde daarin was zijn wanhoop.

Ik hoor spreken over de burn-out van humanitaire werkers, die door aanhoudend te helpen, honderden verschrikkelijke en wanhopige verhalen door elkaar te moeten aanhoren, zonder ophouden in de weer te zijn om te helpen, op te beuren, de dingen te verzachten, oplossingen te zoeken op korte termijn, opnieuw te beginnen, opnieuw en opnieuw voor telkens weer andere  verschillende mensen, maar in dezelfde situatie, uiteindelijk onverschillig worden. Onverschillig worden en niet langer de mens zien die voor je staat.

Nog altijd geëngageerd, zonder twijfel, maar onverschillig.

Vandaag heb ik een klap gekregen. Hij kwam hard aan. Ik had hem ongetwijfeld nodig. 

Getuigenis van Anne-Cathérine de Nève, medewerkster van het Plateforme Citoyenne en coördinatrice van collectieve opvangplaatsen in Waals Brabant.

BALLADE VAN DE ZEE

Niet de wind, maar een boze mond
doofde de kaars. De koningszoon verdronk.

Wie op hem wachtte werd gek van verdriet
en sprong in zee. Beiden werden een lied.

Is het water te diep, koopt men een plaats
op een boot. De afstand is niet zeer groot.

De levens aan boord, zij wegen zo zwaar
en de boot is licht. Ook brandt er geen kaars.

Aan de overkant is nog een feest aan de gang.
Men eet er de wereld, al eeuwenlang.

Spoelen de lijken aan, vangt men ze op
en wordt stil. Een minuut lang spreekt God.

Daarna blazen monden het fort weer dicht,
voor de poort ligt een oorlogsschip.

De doden in zee, ook zij worden een lied.
Het zingt niet, het huilt.

En toch hoort men het niet.

Bart Vonck, dichter en vertaler, leest ‘Ballade van de zee’ van Charles Ducal

 

Boten in moeilijkheden gesignaleerd

Vandaag is, na uren zoeken, onze ergste vrees bevestigd. De bemanning van de Ocean Viking kreeg het vernietigende resultaat onder ogen van de schipbreuk van een rubberboot ten noordoosten van Tripoli. De boot was woensdagochtend in moeilijkheden gemeld met ongeveer 130 mensen aan boord.

De afgelopen 48 uur signaleerde de civiele ‘hotline’ Alarm Phone ons drie boten in moeilijkheden in de internationale wateren buiten de zone Libië. Alle waren op minstens tien uur afstand van onze positie toen we de berichten ontvingen. We zochten achtereenvolgens naar twee van deze boten in een race tegen de tijd en op een bijzonder woelige zee, met golven tot zes meter hoog. Bij ontstentenis van een effectieve van overheidswege geleide coördinatie, werkten drie handelsschepen en de Ocean Viking samen om de zoektocht te organiseren in extreem moeilijke omstandigheden.

Vandaag, terwijl we zonder op te geven en zonder steun van de verantwoordelijke maritieme autoriteiten bleven zoeken, ontdekte het handelsschip My Rose drie lijken in het water. Een vliegtuig van Frontex vond kort nadien het wrak van een rubberboot. Aangezien we vandaag pas ter plekke kwamen, vonden we geen overlevenden. Wel zagen we tenminste tien dode lichamen in de buurt van het wrak.

We zijn er kapot van. We denken aan de levens die verloren zijn gegaan en aan de families die waarschijnlijk nooit met zekerheid zullen weten wat hun geliefden is overkomen.

Dit drama komt net een dag nadat de Internationale Organisatie voor Migratie het vreselijke nieuws bracht over een vrouw en een kind die stierven op een overbevolkte rubberboot die werd onderschept door de Libische kustwacht in internationale wateren, teruggesleept naar de Libische kust en in willekeurige detentie genomen. Gisteren, na een eerste alarmsignaal van Alarm Phone, zocht het team van de Ocean Viking de hele dag naar een houten boot in moeilijkheden, maar zonder succes. Het lot van de naar schatting 40 opvarenden is niet gekend.

Dit is de realiteit in het centrale deel van de Middellandse Zee: meer dan 350 mensen verloren op deze zeestrook dit jaar het leven, de tientallen die omkwamen in de schipbreuk die we vandaag ontdekten, niet meegerekend. Staten ontvluchten hun verantwoordelijkheid om zoek- en reddingsoperaties te coördineren en laten het aan privaat initiatief en de burgermaatschappij over om de dodelijke lacune die zij achterlaten op te vullen. Het resultaat van deze bewuste nalatigheid zien we vandaag in de zee rondom ons schip.”

Verklaring van Luisa Alberta, coördinatrice van de zoek- en reddingsoperaties aan boord van de Ocean Viking.

(vertaling teksten: Charles Ducal)

Bekijk de getuigenissen in deze video:

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!