Kwetsbaren viseren, deze Vlaamse regering heeft er haar keurmerk van gemaakt. Dat zeggen wij niet alleen. 35 organisaties richtten samen de Woonzaak op en trokken naar het Europese Comité voor Sociale Rechten in Straatsburg. Ze klagen aan dat de Vlaamse regering het recht op wonen voor heel wat Vlamingen niet waarborgt.
De feiten tonen aan dat dit terecht is. Vandaag wachten zo’n 170.000 (!) mensen op een sociale woning. Wie recht heeft op een sociale woning komt drie jaar lang op een wachtlijst te staan, overgeleverd aan de torenhoge huurprijzen van de private markt. Heel wat mensen zakken daardoor weg in diepe armoede.
Coronakrater in het huurbeleid
Tijdens de coronacrisis verslechterde de situatie van heel wat huurders sterk. Vanuit de oppositie stelden we meermaals voor om huurders – zeker zij die net geen recht hebben op een sociale woning – beter te ondersteunen en zo te vermijden dat ze het dak boven hun hoofd zouden verliezen. Niet nodig, vond de minister. Integendeel. In plaats van meer broodnodige middelen te voorzien, stemde de meerderheid vorige zomer een reeks asociale, harde maatregelen.
De meest opvallende en pijnlijke: een stop op de bouw van sociale woningen. Van zodra een stad of gemeente 15 procent sociale woningen heeft, hoeft ze geen verdere inspanningen meer te doen voor haar meest kwetsbare inwoners. Een totaal onbegrijpelijke maatregel, wetende dat er zoveel mensen op de huurmarkt het einde van de maand niet halen. De recente uitlatingen van ministers Diependaele en Somers kwamen daar nu nog bovenop.
En dan is er nog CD&V. De derde regeringspartij met een sterk geloof in de sociale huursector én met de minister van armoedebestrijding. Zij worden – zeker als christendemocraten, toch? – geacht de meest kwetsbaren in de samenleving te beschermen. Parlementslid Vera Jans en minister Crevits floten minister Diependaele terug. Veel haalde dat niet uit, maar wél toont het nog maar eens aan dat de vertrouwensbreuk tussen de meerderheidspartijen compleet is. Gekibbel en wantrouwen tussen ministers en viceministers overheerst het politieke debat. En de minister-president? Afwezig.
Kies voor beleid in plaats van een socialemediashow
Intussen worden de meest kwetsbaren verder aan hun lot overgelaten. Bij initiatieven zoals de warmste week of wanneer er foto’s van lege brooddozen worden gepubliceerd, rollen de ministers over elkaar heen om te communiceren dat dat echt niet kan. Dat 1 op 5 kinderen in armoede opgroeit, vinden ze – terecht – onaanvaardbaar. Dat ze daar met doortastend beleid iets aan kunnen doen, lijken ze niet te willen beseffen.
De oplossing ligt nochtans voor de hand. Als de Vlaamse regering de wooncrisis écht wil aanpakken dan moet ze meer sociale woningen bouwen. Daar zit het echte probleem. Vlaanderen telt verhoudingsgewijs het laagste aantal sociale woningen. Amper zeven procent, terwijl het Europese gemiddelde op bijna twintig procent ligt. Daar moet de Vlaamse regering een tand bijsteken. Daar moeten de middelen naartoe gaan. En daar zouden de ministers beter eens een politiek opbod over organiseren.
An Moerenhout is Vlaams parlementslid voor Groen actief rond armoede en woonbeleid