Reportage -

De Hartstocht Dag 3: “Iedereen doet waar hij of zij goed in is”

Drie dagen lang is er naartoe geleefd. 72 kilometer is er te voet afgelegd. Zeven heilige huisjes zijn afgevinkt. Steeds meer mensen sloten zich aan. Het gaat hier over De Hartstocht van Lillo naar Brussel, met als doel: het bereiken van De Grote Parade. DeWereldMorgen.be liep mee en deed dagelijks verslag. Nog een laatste terugblik stond open.

dinsdag 31 maart 2015 23:03
Spread the love

Inmiddels is De Grote Parade geschiedenis. De schoenen en kleren zijn weer bijna opgedroogd na uren aan stromende regen te hebben doorstaan. Meer dan 20.000 burgers hebben in een mars dwars door het centrum niet alleen laten zien dat ze tegen het besparingsbeleid zijn,
maar er zijn ook alternatieven getoond.

En de deelnemers van De Hartstocht hebben van
elkaar afscheid genomen. Mooie vriendschappen zijn gesloten. Nieuwe inzichten zijn opgedaan. Ervaringen zijn gedeeld. En er is veel gelachen. Ook zijn bij velen de spieren pijnlijk, benen stijf en voeten beplakt met blarenpleisters. 

Ik moet bekennen dat ik zelf bij aankomst in Brussel fysiek niet meer in
staat was een zinnig woord op papier te zetten. Na verslag te hebben gedaan van
dag 1 en dag 2 van De Hartstocht, dus een vertraagde terugblik op
dag 3.  

Ruïnestation Vilvoorde

En dat terwijl De Hartstocht deze dag de meeste heilige huisjes had aangedaan. Als eerste op de planning stond station Vilvoorde. Bij aankomst hadden we reeds de helft van de tocht achter de rug.

Het station in Vlaamse Renaissancestijl stamt uit 1883 en ligt op de eerste
spoorlijn van het Europese vasteland. Men wil duidelijk
deze authenticiteit bewaren, want er is al jaren niets meer aan het station
gedaan. Officieel een beschermd monument, maar voor velen meer een
ruïne. 

Tien jaar geleden sprak men al over renovatieplannen, maar deze zijn
discreet on hold gezet. “Om alvast te besparen op de afbraakkosten, wacht de
NMBS nu tot de luifels vanzelf instorten”, merkte een inwoner op tijdens een rondleiding die voormiddag. Helaas arriveerden wij
bij het station net toen de rondleiding afgelopen was. 

Verpleegster Lut is inmiddels gewend aan het troosteloze vervallen station, vertelde ze me toen we even later aan een warme kop soep zaten – liefdevol verzorgd door armoedebeweging
Warmkracht. “Maar”, zegt ze, “als ik goed om me heen kijk,
zie ik dat er geen glas in de ramen zit, de trappen zijn versleten, het verf
afbladdert, er veel roest is en het lekt.” Een andere stapper vertelt me dat er
veiligheidslijnen ontbreken op de perronranden en er gevaar bestaat voor vallende stukken
van de luifels. 

Terwijl de Vlaamse overheid voorlopig station Vilvoorde links laat liggen,
is het wel in februari akkoord gegaan met het aanleggen van een nieuw
treinstation ongeveer één kilometer verderop bij het geplande winkelcentrum
Uplace in Machelen.  

Winkelparadijs Uplace

Het terrein waar de veelbesproken shoppingmall komt, passeerden we later die middag. Een hek omheint dit grondgebied, hoewel het nog jaren kan duren eer
de eerste steen wordt gelegd. Met mijn neus tegen de spijlen gedrukt, probeerde ik me een waar winkelparadijs voor te stellen. Het
enige wat ik zag waren nog langere files door de grote toename aan auto’s, nog
erger vervuilde lucht en werkloze verkopers die hun lokale winkels in de
stadskernen daarrond hebben moeten sluiten. 

Vele partijen, van lokale gemeentebesturen tot ondernemers- en
werkgeversorganisaties en van middenveldorganisaties tot milieu- en
natuurorganisaties, zijn om deze redenen tegen de bouwplannen. Hopelijk loopt
het af zoals de voetbalwedstrijd die diezelfde middag gespeeld werd tussen Hart
Boven Hard en Up-La-Ce. Binnen vijftien minuten was Up-La-Ce verslagen en
konden de spelers – kinderen van de deelnemende wandelaars – hun mondkapjes
‘tegen het fijn stof dat Up-La-Ce veroorzaakt’ af doen. ‘Zuurstof’ had
overwonnen. 

Megagevangenis Haren

Nog een heet hangijzer bezochten we diezelfde namiddag: het natuurgebied Keelbeek bij gemeente Haren op de grens met
Machelen. Hier is de bouw van een megagevangenis voorzien. Vanuit de
verte was de plek al te herkennen aan de hutten, tenten en een soort tipi’s
waarin mensen wonen die het lege stukje grond van Brussel sinds een jaar
bezetten en zo proberen te beschermen. 

Toen ik het terrein opliep, zag ik rechts van mij een tipi in aanbouw. Aan
elkaar gebonden fietswielen vormden het raster van de koepelvormige hut. Links
van mij lag een akkerveld, waar de groentes net gezaaid waren. “In dit
natuurgebied van 18 hectare wil de overheid een soort penitentiair dorp bouwen
bestaande uit acht afdelingen met ruimte voor 1190 gedetineerden”, vertelde een
woordvoerster van de bezetters. 

“Het argument van de overheid is dat de drie gevangenisgebouwen in de
binnenstad van Brussel verouderd en niet meer veilig zijn en dat er daarom besloten
is om een megagevangenis te bouwen. Wij zijn niet per se tegen een gevangenis,
maar het hele natuurgebied hier zal dan verdwijnen en daar zijn we wel tegen.”  

Bulldozers

Op dit moment zijn er zes vaste bewoners en verblijven er dagelijks nog
zo’n twintig mensen. Ik sprak met Gaël, die er nu precies een maand woont. Hij
is sinds januari werkloos en besloot mee te strijden tegen de gevangenis. Wat
doen ze nog meer behalve het terrein bezetten?

“Af en toe trekken bulldozers naar dit terrein om te beginnen aan
graafwerk. Iedere keer gaan wij er gewoon voor staan. Zo ook tien dagen
geleden, toen bulldozers hekken van een omheining kwamen rechtzetten – die wij
overigens zelf hadden omgegooid. Drie auto’s met zes agenten werden ingeroepen
en we vreesden in de boeien te worden geslagen. Maar uiteindelijk vertrokken
ze. Waarschijnlijk omdat de machines gehuurd waren en ze niet wilden dat er
iets mee gebeurde.”

Ik zat met Gael in de hut dat gemeubileerd met stoelen, fauteuils en matrassen als woonkamer fungeerde. Medebewoners hielden het kampvuur in het midden van de hut brandende. Een rondwandelende geit nestelde zich telkens net iets te dichtbij het vuur. Tegenover deze
tent in een open houten gebouw suggereerden planken vol potten, keukengerei en verpakkingen met voedsel dat daar de keuken was. Om het
hoekje zag ik twee grote pannen met soep pruttelen op het gasfornuis. Hoe kwamen ze aan hun eten? Gaël: “We gaan vaak naar
de markt waar we gratis voedsel mee krijgen als deze bijna afgelopen is.
Daarnaast weten mensen dat we hier zijn en komen ze regelmatig voedsel of
andere bruikbare spullen brengen.” 

Vrijheid

“Zo liet laatst iemand een busje met benzinekaart voor ons achter die we de
komende tijd zomaar mogen gebruiken”, aldus een andere bewoner die besloten had
het stuk van Haren tot aan de rand van Brussel met ons mee te lopen. Sinds
augustus 2014 woont de man permanent op het terrein, vertelde hij me terwijl we
ons een weg baanden door een klein bosgebied. Hij werkt in Brussel en gaat
alleen terug naar zijn appartement in de stad als zijn dochter hem komt
opzoeken. 

Het gaat hem vooral om de vrijheid. Hij wordt nu niet geleefd
door de maatschappij waarin hij moet werken om de huur te betalen en brood op
de plank te brengen, maar is onafhankelijk. “We komen niks tekort, hebben
altijd voldoende te eten zonder er voor te hoeven betalen en delen alles. Ook
de tenten en bedden. We kuisen de boel op met azijn en maken onze eigen
tandpasta. En een taakverdeling ontstaat automatisch: de een kookt, de ander
sprokkelt hout of maakt gereedschap en weer een ander regelt water of werkt op
het land. Iedereen doet waar hij of zij goed in is.”

Ik had veel langer
naar zijn verhalen kunnen luisteren, maar op dat moment kwamen de straten van
Brussel in zicht en keerde de man zich om, terug naar zijn vrijheid.  

Gecompliceerd

En voordat ik het wist, was ik alweer in een volgend gesprek verwikkeld geraakt. Dit keer met juriste
Claire, die zich met de fiets in haar hand vanaf Haren bij de stoet had
aangesloten. Ze bleek te werken voor Inter-Environnement Bruxelles, een federatie van milieu- en
mensenrechtenorganisaties in Brussel, en legde me uit waarom de megagevangenis
een gecompliceerde zaak is: “Het gaat om grondgebied dat behoort tot het
Brusselse Gewest. De Vlaamse Regering is verantwoordelijk voor het verlenen van
een milieu- en bouwvergunning en de federale regering is de partij die de
gevangenis wil bouwen.” 

Ze vertelde me dat de lokale overheid geen grote voorstander is van de
megagevangenis, maar volgens haar akkoord gaat in ruil voor compensaties, zoals
beter openbaar vervoer. “Ons doel is dat projecten in samenspraak met de burger
gebeuren en daarom hebben we een bezwaarschrift ingediend tegen de milieu- en
bouwvergunning voor de gevangenis. Overigens zijn niet alleen bewoners uit
Haren en Brussel tegen, maar ook het Machelse gemeentebestuur, rechters en
advocaten en de Belgische Vereniging van Magistraten hebben zich tegen de
plannen uitgesproken. Begin april weten we, of de bouwvergunning wordt
verleend. We kunnen nu niets meer doen dan onze stem laten horen.” En dat is
precies wat we hebben gedaan met deze driedaagse Hartstocht. 

Finish

Er is nog maar één moment waarover ik meer moet vertellen. En dat is de
finish. We waren er bijna. Het doel was in zicht. De hoofdstad van België. De
hoofdstad van Europa. De stad waar de deelnemers zouden gaan laten zien dat het anders
moet en kan. De stoet was inmiddels uitgegroeid tot zo’n negentig mensen.
Eenmaal in de Brusselse straten begon het harder en harder te regenen, maar dat
hield niemand meer tegen. Rechts de hoek om, links via de brug het kanaal over,
gelijk nog een keer links en daar waren we. Een voor een stapten we de drempel
over. Een voor een druppelden we binnen. Een luid applaus voor elkaar volgde. 

Terwijl iedereen neerplofte, een drankje haalde, opnieuw een verrukkelijke
maaltijd kreeg voorgeschoteld – dit keer bereid door sans-papiers uit Brussel –
stapte econoom en promotor van het basisinkomen Philippe van Parijs op een
stoel om ons te verwelkomen: “Het is heel belangrijk dat dit soort initiatieven
van onderuit georganiseerd wordt, waarbij we zonder nood aan politieke partijen
werken aan positieve voorstellen die niet tegen de politici zijn maar hen
helpen om de moed op te brengen om beslissingen te nemen in het belang van de
gemeenschap.”

Ter afsluiting passen hier alleen nog de woorden van deelneemster Lisanne (27): “Ze zeggen altijd dat één persoon geen verschil kan maken, maar
ik ben toch liever die ene die het probeert dan degene die gewoon te laat.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!