Theater aan Zee organiseert ook een concours voor jonge professionele theatermakers onder de noemer ‘Jong Werk’. In het kader daarvan zag ik gisteravond de voorstelling ‘Lee’ van Jelle De Grauwe, in 2012 afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht. Het is een soort docudrama over Lee Krasner, de vrouw van de Amerikaanse kunstenaar Jackson Pollock (1912-1956). ‘Lee’ is een productie van het theatercollectief Corpus Ca.
Nu ken ik het werk van Pollock wel (heb je er één gezien, je hebt ze allemaal gezien), maar van zijn leven wist ik niets af. Nu wél. Een beetje toch. Pollock was verslaafd aan booze en seks, Lee Krasner loodste hem naar de top. Ondanks zijn vele slippartijtjes bleef ze hem trouw tot aan zijn dood.
Voor zijn voorstelling liet Jelle De Grauwe een decor bouwen dat bestaat uit een houten palletwand waarop en waarrond Geert Belpaeme (als Jackson Pollock), Saskia Verstiggel (als Lee) en Sofie Van den Bossche (als zijn maîtresse Ruth) het leven van Jack The Dripper samenvatten tot een partijtje action acting van ongeveer één uur. Zonder een overdaad aan woorden te gebruiken schetsen ze de aard van het beestje: Pollock die de directieven van zijn vrouw en manager schaamteloos opvolgt, die de hele kunstenwereld (van Van Eyck tot Tuymans) in de zeik zet om zichzelf als grootste kunstenaar aller tijden te promoten, die afleiding zoekt bij zijn maîtresse onder het toeziend oog van zijn vrouw (die wel stokken in de wielen steekt, maar nooit desastreus). Er wordt gekliederd en gemorst met verf, ja zelfs hele potten worden over het hoofd gekieperd.
Dat Tuymans nog niet geboren was toen Pollocks pijp uitging, bewijst dat het De Grauwe niet te doen was om een exacte weergave van de feiten, maar om een evocatie van het leven van Pollock. Tijdens het vele gepijp, gerampetamp en gekontneuk blijven de slipjes aan en de verf is – in tegenstelling tot Pollock – waterverf (wat scheelt bij het opruimen achteraf). De subtiele belichting van Maarten De Pue en de sfeerscheppende muziek (van elektronische noise à la Milos Forman tot swingende jazz uit het Ellingtontijdperk) maken van ‘Lee’ een kunstwerk dat Pollock gebraakt en gespogen evenaart. Toch één opmerking: Lee had als titelpersonage het toneelstuk moeten domineren. In deze voorstelling blijft ze te veel op de achtergrond, wat dan weer overeenkomt met haar plaats in Pollocks leven, maar dan had het stuk evengoed ‘Ruth’ of ‘Jackson’ kunnen heten.
MISSELYk