De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Duits voorstel over privacy bij aanwerving gaat in de goede richting
Privacy, Facebook, Internet, Google, Aanwerving, Werkplek privacy -

Duits voorstel over privacy bij aanwerving gaat in de goede richting

vrijdag 27 augustus 2010 15:23
Spread the love

Voorlopig hebben Eric Schmidt en Mark Zuckerberg, de respectieve CEO’s van Google en Facebook, geen oren naar de groeiende vraag van het publiek om hun privacy te respecteren. ‘Als mensen ervoor gekozen hebben zichzelf tentoon te stellen voor vijftien minuten roem, dan is dat hun keuze, en moeten ze er maar mee leren leven’, klinkt het bij Schmidt. Hij suggereert in een interview met het Wall Street Journal dat vele jongeren maar best hun naam veranderen voor ze gaan solliciteren. Ook Zuckerberg  stelt onomwonden dat privacy voorgoed tot het verleden behoort. Dat het voor hem louter te doen is om daar in te breken en veel geld mee te verdienen bewees hij al in Februari 2009, toen hij de gebruikersvoorwaarden van Facebook wou veranderen. Onder massaal protest keerde hij op zijn stappen terug, anders was alles wat je op FB plaatste ook de eigendom van FB geworden, en had je er niets meer over te zeggen.   Schmidt en Zuckerberg vegen de vloer aan met onze privacy, tot op het moment dat ze zelf in hun blootje komen te staan. Toen journalisten van Cnet Google gebruikten om enkele gegevens (salaris, woonplaats, hobbies, donaties) boven te halen van Google’s CEO Eric Schmidt en deze data online plaatsten reageerde Google door ALLE journalisten van Cnet op een zwarte lijst te plaatsen. En Zuckerberg is totaal niet tevreden over de film die Holywood gemaakt heeft over het ontstaan van Facebook. Hoewel het hier louter om fictie gaat vreest Zuckerberg toch voor zijn reputatie. De reputatie van zijn gebruikers zal hem echter worst wezen. De een zijn privacy is dus niet gelijk aan die van de andere? Of om mijn vrienden marxisten te plezieren, er is wel degelijk een klassenverschil. Maar laten we er die Amerikaanse bobo’s toch even aan herinneren dat privacy een mensenrecht is. De definitie ervan vind je in de encyclopedie van A.I.   Zonder adequate privacybescherming wordt allerlei persoonlijke informatie verzameld en gebruikt om een profiel over ons op te bouwen. Dit profiel wordt dan vervolgens gebruikt om beslissingen voor, over of tegen ons te nemen: “u mag tot maximaal zoveel euro geld lenen”, “u bent geïnteresseerd in erotiek en dus wij sturen u deze sekscatalogus”, “u mag geen lid worden van onze club”, “we hebben een kandidaat voor de functie gevonden die geschikter is”, en in het ergste geval “nee, het spijt ons, maar uw naam staat op de no-fly list dus u mag niet meer vliegen”.   Het leidt tot uitsluiting, willekeur en verborgen discriminatie. En omdat die profielen niet openbaar zijn, kan niemand controleren of ze wel kloppen. Of u terecht geweigerd werd. Waarom men u als vrijgezel stalkt met advertenties voor relatiebureaus. Veel databases bevatten foute of verouderde informatie. Data worden uit hun context gerukt, dat vinden wij ook foute informatie, maar daar komen we nog op terug. Dit betekent dat er beslissingen genomen worden over onze hoofden heen op basis van onjuistheden!   Bij privacy inbreuken wijst men al gauw naar Big Brother, maar deze reactie leidt tot over en weer beschuldigingen van paranoia, het soort dovemansgesprekken waardoor het onbegrip en de onduidelijkheid alleen maar groter wordt. De een wordt bang, de ander raakt onverschillig, maar geen van beiden hebben ze een klare politieke kijk die tot oplossingen kan leiden.   Een veel betere metafoor is gebaseerd op het boek “Het Proces” van Franz Kafka. In dit verhaal wordt de hoofdpersoon op een dag op de hoogte gebracht van het feit dat hij een overtreding heeft begaan. Verder verandert er niets. Hij wordt niet gevangen gezet. Hij weet niet eens welke overtreding hij heeft begaan. De rest van het boek beschrijft de eindeloze en vruchteloze zoektocht van de hoofdpersoon naar het hoe en waarom ervan. De metafoor van het proces van Kafka geeft, veel beter dan de afschrikwekkende “Big brother” metafoor, weer waar het probleem van een gebrek aan privacy ligt. En het laat ook goed zien dat dit iedereen raakt. Iedereen heeft of krijgt hiermee te maken.   Voor we intensief gebruik maakten van elektronische communicatie was het vrij simpel. Privacy speelde zich af achter de gesloten deuren van ons huis, je had het briefgeheim en telefoons mochten niet afgeluisterd worden. Vandaag ligt het allemaal iets ingewikkelder. In de eeuw van zoekmachines en sociale netwerksites hebben we nood aan een andere sociologische definitie van privacy. Helen Nissenbaum stelt voor om informatie en communicatie te definiëren met behulp van de context waarin ze vrijgegeven wordt, plaats vindt. Context-vrije informatie bestaat niet volgens haar (Helen Nissenbaum, 2004). Als we een verhaal vertellen aan een goede vriend terwijl we rondwandelen op straat, neemt dat niets weg van de vertrouwelijkheid van ons gesprek, ook al vinden we ons op een publieke plaats.   Als je een collega een homo-bar ziet binnenstappen is dat een waarneming in een context, de context van ontspanning. Als je die kennis later wil gebruiken om diezelfde collega te gaan bekladden op het werk, ruk je die informatie uit haar context en schend je zijn contextuele integriteit. Ook nog informatie die je krijgt als geneesheer tijdens een medisch onderzoek, informatie die je als sociaalpsychologisch begeleider of andere vertrouwenspersoon krijgt, gooi je niet zomaar op straat.   Als we dit principe toepassen op de digitale wereld, dan zijn de dingen die je op Facebook vertelt vertrouwelijke gesprekken met je virenden, ook al heeft FB dat begrip misschien opgerekt naar alle personen die je niet expliciet haat. De foto’s die je erop plaatst behoren gezien worden als de foto’s die we vroeger uit de koekedoos haalden als er familie of vrienden op bezoek waren. Anderzijds wie informatie post op een site voor professionele netwerken zoals Xing of Linkedin, doet dat net met de bedoeling om gezien te worden in een bredere professionele gemeenschap.   Een Duits voorstel van nieuwe wet dat de privacy van werknemer op hun werkplek moet beschermen bevat ook een paragraaf over privacy bij aanwervingen. Philipp Spauschus, de woordvoerder van het Ministerie van Binnenlandse zaken stelt daarin voor dat bij rekrutering het gebruik van online informatie aan banden wordt gelegd. Xing of Linkedin raadplegen moet kunnen volgens het voorstel, Facebook niet. Het Duitse voorstel gaat zeker in de goede richting.   Dingen uit hun context rukken, dat is natuurlijk net wat zoekmachines doen. Ze schenden  onze contextuele integriteit. Het ironisch bij dit gebeuren is dat Google uit onze verschillende zoekopdrachten een profiel opbouwt, een fictieve context creëert geschikt voor hun eigen doeleinden. Met dat profiel is het dan weer mogelijk voor marketingbedrijven om ‘gerichte’ advertenties te plaatsen op websites, contextuele reclame dus. Laten we niet vergeten dat wij voor Google en niet alleen voor Google maar voor de vele andere marketingbedrijven wiens core business user- tracking is, we slechts een product zijn, wiens gedrag veel geld (3 à 4 euro per duizend profielen) waard is op de profielenbeurzen zoals BlueKai. Het wettelijk regelen van wie en wanneer onze online profielen mogen en kunnen raadplegen, is een begin van oplossing, wat mij betreft mag het wel wat meer zijn. Het wordt bovendien hoog tijd dat ook onze Belgscihe regering hier iets gaat aan doen!    Hier een uitgebreidere versie van dit artikel.  Geraadpleegde bronnen:  Steve Mann, 2000, Computer architectures for protection of personal informatic property: Putting pirates, pigs and rapists in perspective, First Monday  Helen Nissenbaum, 2004, Privacy As Contextual Integrity  Viktor Mayer-Schönberger, 2007, Useful Void: The Art of Forgetting in the Age of Ubiquitous Computing, Harvard Univeristy   Viktor Mayer-Schönberger, 2009, Delete: The Virtue of Forgetting in the Digital Age, Princeton University Press  

take down
the paywall
steun ons nu!