Auteur van 'Sensibel' Svenja Flasspöhler. Foto: boersenverein/CC BY-SA 3:0
Boekrecensie - Wil Heeffer

‘Sensibel’, hoe verhoudt gevoeligheid zich tot emancipatie

Het boek 'Sensibel' van de Duitse filosofe Svenja Flasspöhler is voor filosofen interessant vanwege de steeds weer bediscussieerde relatie tussen verstand en gevoel, over hoe het een het ander in de weg zit of hoe die twee samenvallen. Het loopt uit op een verkenning van de relatie tussen sensibiliteit en sociaal-politieke emancipatie. Een recensie van filosoof Wil Heeffer: "Een vlot geschreven en veel inhoud biedend boek".

donderdag 4 mei 2023 11:09
Spread the love

 

De filosofe Svenja Flasspöhler is hoofdredacteur bij het Duitse Philosophie Magazin. Daar heeft zij zeker toegankelijk en publieksvriendelijk leren schrijven en dat weet zij in haar boek Sensibel waar te maken.

Zij ‘populariseert’ een moeilijk onderwerp zoals de relatie tussen gevoel en moraliteit, tussen sensibiliteit en weerbaarheid waar het gaat om maatschappelijk onrecht en uitsluiting. ‘Weerbaarheid is niet de vijand maar het zusje van de sensibiliteit. Alleen samen zijn ze opgewassen tegen de toekomst’, luidt de laatste regel van haar boek.

Beter, maar op grond van wat?

Halverwege haar boek, waarin nogal wat bekende geesteswetenschappers passeren, schrijft zij in het hoofdstuk Geweld in ons: ‘De oorlog waaraan wij weigerden te geloven is nu uitgebroken en bracht ontgoocheling. Niet alleen is hij door de ontzaglijke perfectionering van aanvals- en verdedigingswapens bloederiger en rijker aan slachtoffers dan welke eerdere oorlog dan ook, maar minstens zo wreed, verbitterd en meedogenloos.’

En Flasspöhler voegt toe: ‘Het zijn de woorden van Sigmund Freud die hij een paar maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog schreef.’ Hoe actueel kunnen woorden zijn. Freud vraagt zich af ’hoe het enthousiasme waarmee de massa’s ten strijde trekken en het brute gedrag van het individu te verklaren vallen.

Waarom door de vooruitgang in beschaving de kwade neigingen in de mens niet zijn uitgeroeid.’ Zij vervolgt met: ‘Freuds antwoord daarop is: omdat precies de veronderstelling dat de mens een hoger ethisch niveau heeft bereikt, eenvoudigweg niet juist is.’

Flasspöhler is haar boek begonnen met een bespreking van de relatie tussen discipline en verinnerlijking van gevoelens. Dat doet zij aan de hand van Norbert Elias’ boek Über den Prozess der Zivilization waarin Elias uitwerkt hoe in de loop der eeuwen gedrag veranderd is door aanpassing aan nieuwe maatschappelijke verhoudingen. Maar in Freuds opvatting is beheersing onderdrukking.

Sensibiliteit heeft, zoals Flasspöhler het uitwerkt te maken met kwetsbaarheid en weerbaarheid. Willen buitengesloten groeperingen opkomen voor eigen identiteit, dan moet het geen verzameling van watjes zijn. Sensibiliteit is de motor om rechten af te kunnen dwingen rond wat medemenselijk gezien onrechtvaardig is. Maar het heeft ook een andere kant, die van isolatie en afscherming.

Taal als machtsinstrument

Gevoel wordt vooral uitgedrukt in taal. ‘Voor het begrijpen van het huidige debat is het nodig nader in te gaan op de taalfilosofische achtergrond van die nieuwe fijngevoeligheid.’ Flasspöhler plaatst gevoel in het licht van hypergevoeligheid als fenomeen van onze tijd.

Gevoel is een splijtzwam. Het is de oerkracht van verzet en verdringing. Taaluitingen hebben daarin een bijzondere plaats. Het is het wapen in de sociale strijd, in bewegingen als #metoo en in het verbod op het gebruik van het n-woord als ethisch ontoelaatbaar.

Standaardwerk (1939) van de sociologie

Aan de hand van de taalfilosofische vorderingen, werkt zij uit hoe we ons van taal bedienen en dingen zeggen zonder te beseffen wat ze voor effect hebben op anderen. Zij verwijst niet alleen naar De Saussure en Derrida maar vooral naar Judith Butler.

Het loopt parallel aan de vraag: kun je je gevoelens één op één koppelen aan de gevoelens van anderen? Kun je je werkelijk inleven in de gevoelens – de kwetsbaarheid en het verzet – van anderen? Zij beantwoordt die vraag negatief.

Het lukt maar tot op zekere hoogte, want hoe universeel waar is dat wat wordt uitgedragen? Zeker als culturele achtergrond en leefsituatie verschillend zijn, als er sprake is van al dan niet gedwongen afhankelijkheid. Hoe zit macht normatief in taal verstopt?

Immers: wiens brood men eet, wiens taal men spreekt. Wie daaraan voorbij gaat, schrijft zij: ‘projecteert de wereld zoals hij die narcistisch ervaart op alle anderen – en herhaalt daarmee de koloniale geschiedenis’. En meteen al in het gebruik van het woordje hij duikt het mannelijke perspectief op.

Waarmee we hier te maken hebben’, vervolgt zij, ‘is een kennistheoretisch, ja, een ontologisch probleem. Want hoe ik ook mijn best doe een ander gezichtspunt in te nemen, ik kan nu eenmaal nooit die ander zijn.’ Zij introduceert daarbij de zogenaamde standpunttheorie die ook wel de feminist standpoint theory wordt genoemd.

Social distancing

Hypergevoeligheid of hoog sensibel zijn leidt in onze tijd van overprikkeling en over-informatie vaak tot vervreemding en een zich afwenden van de maatschappij. Dat is de andere kant van sensibiliteit. Men laat het gebeuren, grijpt niet meer in, doet niet meer mee, maakt geen politieke keuze meer.

Het individualisme en de razendsnelle veranderingen op technologisch en maatschappelijk gebied vervreemden mensen van wat in onze wereld en in onze tijd speelt: ‘Het heeft er geen band meer mee en ervaart er geen emoties bij.’

Het beschavingsproces waar zij haar boek in verwijzing naar Elias mee begint, is uitgelopen op afstand nemen van elkaar: social distancing. Zorgen dat je niet in elkaars vaarwater komt, want op alles reageert men heden ten dage met een ‘ja maar’ – met verbijzondering – of met een zich al dan niet depressief terugtrekken.

Het afstand bewaren leidt tot de formele wereld van anonimiteit en een gevoel van verlatenheid. Mensen voelen dat zij terecht zijn gekomen in een wereld van instanties waarin het medemenselijke verdwenen is.

Emancipatie

In haar boek doorloopt zij op een interessante manier de westerse filosofie om uit te monden bij de praktische filosofie, bij gedrag. Hoe gaan we met elkaar om en hoe is dit in de tijd via vervreemding uitgelopen op het ‘ik’ en ‘mijn vrijheid’.

Zij raakt in haar boek het genderdebat, de koloniale geschiedenis en de moeizame verwerking ervan. Het boek voert van Norbert Elias aan het begin via vele filosofische denkstijlen naar de paradox van De Tocqueville: ‘Hoe gelijkwaardiger een samenleving is, des te gevoeliger zijn we voor de nog resterende ongerechtigheid en daarmee verbonden schendingen.’

Wie daar meer over wil weten en over hoe zij daar aanbelandt, raad ik aan dit vlot geschreven en veel inhoud biedende boek dat vanuit een vrouwelijke filosofische invalshoek is geschreven, te lezen.

Het is een filosofische verkenning van het sentimentalisme als de strijd om emancipatie. Wel zou ik aanraden de inleiding over te slaan. Die is te lang en wat er in staat komt gewoon elders uitvoerig aan bod. Het lezen ervan kan een afknapper zijn, en dat is jammer.

 

Svenja Flasspöhler. Sensibel – Over de grenzen van de menselijke gevoeligheid. Ten Have, Utrecht, 2022, 224 pp. ISBN 978 9025 9107 47

Svenja Flasspöhler spreekt met auteur Margarete Stokowski (1:28:06, Duits, geen ondertitels):

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!