“Het weinige dat ik de voorbije jaren heb kunnen produceren, is volledig op. Ik ken de data niet, maar het is lang geleden dat ik nog een oogst had”, zegt de 38-jarige Maliha, een alleenstaande moeder van acht kinderen. “Sinds de regen stopte, eten de kinderen niet regelmatig. Ik geef ze wat ik kan vinden, zoals cactusblaadjes. Ze krijgen er diarree en misselijkheid van, maar we hebben geen keus. Ze sterven tenminste niet.”
Dorre akkers
Jaren van neerslagtekorten hebben de landbouw de facto onmogelijk gemaakt en zandstormen hebben enorme stukken akkerland veranderd in dorre grond. De VN koppelen die effecten aan de klimaatverandering. Veel gezinnen hebben hun reserves al lang opgebruikt, en door de immer stijgende voedselprijzen kunnen zich niet veroorloven wat er op de markt te vinden is.
Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) leven op dit moment naar schatting 1,14 miljoen mensen in het zuiden van het land in “ernstige acute voedselonzekerheid”. Voor 14.000 onder hen zijn de omstandigheden levensbedreigend. Meer dan 135.000 zijn acuut ondervoed, waarvan 27.000 kinderen die er ernstig aan toe zijn.
WFP-topman David Beasly spreekt van catastrofale toestanden, die “zelfs de meest geharde hulpverleners in tranen doen uitbarsten.”
“Ik herinner me een kind dat alleen huid en botten leek te hebben, het was een en al wanhoop”, herinnert Florentine Ramanampisoa zich. Zij is verpleegkundige bij de Amerikaanse ngo Action Against Hunger. “Het was moeilijk in te denken dat hij het kon halen. We hebben de moeder op het hart gedrukt verteld om de behandeling zorgvuldig op te volgen en gelukkig herstelde hij.”
De hongercrisis in de regio dreigt nog maanden aan te slepen. Zelfs als de regens aan het einde van het jaar komen zijn de hulpmiddelen van boeren uitgeput na zo’n lange periode zonder oogst. Ze missen de middelen om meststof, zaden en andere zaken aan te schaffen om hun velden doeltreffend te bewerken.