Historische geografie van Palestina. Map: researchgate.net
Analyse - Omar Jabary Salamanca, Punam Khosla, Natasha Aruri, Antipode Online,

Palestina, genocide, solidariteit en bevrijding: “Wetenschappers, kom uit je ivoren toren”

De Gentse wetenschapper Omar Jabary Salamanca, de Canadese auteur Punam Khosla en de Duitse urbaniste Natasha Aruri schreven samen een historische analyse van Palestina en Gaza, waarin zij de politieke, sociale en academische stilte en medeplichtigheid aan genocide aanklagen. Het is een ongewoon lange tekst voor dewereldmorgen, maar boeiend en pertinent van begin tot einde.

dinsdag 30 april 2024 14:00
Spread the love

 

“Als je je ‘neutraal’ opstelt tegenover situaties van onderdrukking kies je de kant van de onderdrukker”, aldus Zuid-Afrikaans bisschop Desmond Tutu die in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

DeWereldMorgen veroordeelt de aanvallen op 7 oktober van Hamas tegen Israëlische burgers, maar ziet die niet los van 75 jaar staatsterreur van Israël tegen het Palestijnse volk. Het internationaal erkende recht op gewapend verzet tegen een kolonisator is geen vrijbrief voor aanslagen op burgers.

Een onderhandelde vrede kan alleen bereikt worden wanneer 75 jaar verdrijving, 56 jaar bezetting, kolonisatie en apartheid en 16 jaar blokkade van Gaza worden erkend als de oorzaken van dit geweld. DeWereldMorgen onderzoekt deze oorzaken die door de politiek en door mainstreammedia worden verzwegen, onderbelicht of ontkend, om zo een debat te stimuleren dat kan leiden tot onderhandelingen en vrede. (nvdr)

*  *  *

Wat te schrijven terwijl een genocide zich voor onze ogen afspeelt? Terwijl de contouren van Palestina in bloed worden hertekend en we dagelijks extreme beelden van hongerende, gewonde en dode kinderen, vrouwen en mannen zien?

Een reeks woorden om het onzegbare uit te spreken

Hoe kunnen we de vernederingen, de ontmenselijking, het sadisme die op het Palestijnse volk worden losgelaten, optekenen? Waar beginnen we met de kroniek van 207 dagen (op 30 april 2024) genocide bovenop de onzichtbaar gemaakte wreedheden van een lange eeuw zionistisch kolonialisme en imperialistische verovering?

Wat is onze taak als wetenschappers-activisten, als mensen, wanneer we getuige worden van en daardoor ongewild medeplichtig zijn aan de verwoesting van een eeuwenoud volk en een geografie die generaties lang heeft standgehouden als bakermat van de beschaving?

En wat biedt op haar beurt de lange strijd om Palestina aan een kritische geografie van uitwissing, transnationale solidariteit en bevrijding?

Misschien is geen enkele taal, geen enkele cartografie, geen enkel verslag in staat om de beleefde realiteit van deze verwoesting op te volgen, over te brengen, in kaart te brengen, te archiveren.

Geen enkel geschrift, hoe degelijk ook opgesteld, kan de vele vormen van geweld, de schaamteloze saturnaliën[1] van massamoord en hardvochtige barbarij, de flagrante verzinsels waar we mee om de oren worden geslagen, vatten, beetpakken of tenietdoen.

Soms vragen we ons af of genocide, de misdaad der misdaden, überhaupt wel een verklaring verdraagt. Worstelend met de realiteit en zoekend naar antwoorden in de historiek, in de berekende vernielingen en vernederingen die ingebakken zijn in verbeelding en belichaming van kolonialisme en racistisch kapitalisme, moeten we de grenzen van taal en wetenschap onder ogen zien.

De verschrikkingen en de omvang van het genocidair geweld gaan verbeelding en beschrijving te boven, ze ontsnappen aan elk analytisch begrip. Ondanks de schijnbare zinloosheid moeten we blijven schrijven, spreken en ons organiseren tegen de toenemende wreedheid. Zoals Nicki Kattoura (2024) onlangs schreef:

“Hoe anders hebben zionisten de wereld ervan overtuigd dat Palestijnen untermenschen zijn dan met een reeks woorden? Hoe anders kon de pro-Palestijnse beweging zo mateloos groeien dan door de woorden en daden van Palestijnen en hun medestanders?”

We hopen dat de reeks woorden die hier volgt als een vlieger wordt, een teken van leven in een door koelbloedige en willekeurige bombardementen verscheurde hemel.

Of dat ze op zijn minst stapstenen aangeeft voor de omgang met, de confrontatie met en het overwinnen van de grenzen en restricties van onhistorische verhalen, dorre juridische taal, wetenschappelijke epistemicide[2], transnationale medeplichtigheid en de geografie van de fysieke en ruimtelijke uitwissing waar we allemaal getuige van zijn, doordat ze wordt gelivestreamd door haar slachtoffers in Gaza en elders in Palestina.

Gaza en het continuüm van eliminatie en weerstand

De Gazastrook is een Israëlische uitvinding. Ze is het product van etnische zuivering van grote delen van het historische Palestina in 1948 door Joodse kolonistenmilities die samenheulden met Groot-Brittannië en andere wereldmachten.

Tijdens de Nakba (van 1948-49), de Catastrofe, werden hele gemeenschappen in centraal en zuidelijk Palestina van hun land verdreven, de Gazastrook in, terwijl hun huizen en dorpen platgebrand en vernield werden, zodat ze niet konden terugkeren en de weg vrij lag voor een Israëlische kolonistenstaat.

Ingesloten binnen nieuwe koloniale grenzen moest de Gazastrook van de ene dag op de andere meer dan 200.000 vluchtelingen herbergen. Een gebied van 28.000 km² werd gereduceerd tot 365 km², waarbinnen de bevolking verdrievoudigde.

De vluchtelingen kwamen uit Bir alSabe’, Al-Ramleh, Jaffa, Al-Quds (Jerusalem), Al-Khaleel en uit dorpen en inheemse gebieden vlakbij, waar Israël gaandeweg de kolonies Sderot, Kfar Azza, Kisufim, Be’eri, Erez en Nahal Oz stichtte (Issa 2023).

Palestijnen kunnen hun land en verwoeste huizen nog zien door de prikkeldraadversperringen, die door tijd en ruimte snijden en hen opsluiten in een hyperbeveiligd concentratiekamp, dat vandaag de dag onderdak biedt aan twee miljoen vluchtelingen.

Het is uit deze gevangenisgeografie, waar alles en iedereen nauwlettend in de gaten wordt gehouden, dat enkele gevangenen op 7 oktober 2023 uitgebroken zijn. Ze doorbraken de gevangenismuren en gaven door een symbolische terugkeer naar hun historische thuisland zichtbaarheid aan hun droeve lot. Nu is die gevangenis een vernietigingskamp, waaruit onophoudelijk rookpluimen opstijgen.

Worstelen met de eliminatielogica van het koloniaal kapitalisme betekent het opnemen tegen zijn goed verschanste historische geografie, politieke en materiële omstandigheden en, even belangrijk, zijn uitwissingen en afwijzingen.

In de vluchtelingenkampen van Jabaliya, Khan Yunis, Rafah, Al-Maghazi, Al-Bureij, Al-Shati’ en Al-Nussayrat blijven bejaarden ouder dan de staat Israël nog steeds aan hun kinderen en kleinkinderen vertellen over hoe ze werden onteigend en weggeveegd.

Ze vertellen over de wreedheden die ze hebben moeten doorstaan tijdens de Nakba, de martelingen, verkrachtingen en massamoorden door de Haganah, de Irgun en Lehi, de zionistische paramilitaire troepen die later het Israëlische leger werden.

Ze vertellen hoe ze uit hun huizen werden verjaagd en een onderkomen zochten in en rond Gaza Stad, in particuliere huizen, scholen, moskeeën, kerken, ziekenhuizen, maar ook in hutten, grotten, sinaasappelboomgaarden en in de duinen.

Toen net als vandaag bevolkten de vluchtelingen voetpaden, braakliggende terreinen, marktpleinen en tuinen, waar ze onder de sterren sliepen. Ze herinneren zich hoe Joodse kolonisten tyfus- en dysenterie-bacteriën in het leidingwater spoten. Ze verhalen hoe er dagelijks tientallen kinderen stierven van de honger of door ziektes als malaria, rachitis, difterie en scheurbuik.

Ondanks de etnische zuivering keerden Palestijnen telkens weer terug naar hun huizen in wat toen de facto Israël was geworden. Zelfs al werden ze gebrandmerkt als ‘infiltranten’, zich vastklampend aan hun onvervreemdbaar recht op terugkeer gingen ze terug, om bezittingen op te halen, een oogst binnen te halen, een kudde te verzorgen, aanspraak te maken op hun voorouderlijk thuisland. Een verzet tegen gedwongen uitzetting, afwezigheid en de pogingen tot uitwissing door louter fysieke aanwezigheid.

De Palestijnen herinneren zich ook de brute Israëlische invasie en de slachtpartijen in Khan Yunis en Rafah van 1956 (Masalha 1996). En dat de Labourregering van Golda Meir toen, net als Netanyahu’s coalitie van Likoed en zionisten vandaag, verklaarde dat de Gazastrook integraal deel uitmaakte van het land Israël en erop aandrong dat het grootste deel van de Palestijnse vluchtelingen naar Egypte zou worden overgebracht.

Ze roepen in herinnering hoe in 1967 tijdens de Naksa, de Tegenslag, opnieuw 45.000 mensen met geweld werden verdreven, terwijl meer dan 10.000 inwoners die in het buitenland waren, op bezoek of voor studie, niet mochten terugkeren.

x

Ze vervloeken het neppe arbeidsprogramma dat Israël in 1969 bedacht om in ruil voor 33 dollar per arbeider 60.000 Palestijnen te verplaatsen naar de Paraguayaanse dictatuur van Stroessner[3].

Ze vertellen hoe onder Ariel Sharon het Israëlische leger in de vroege jaren 1970 de Gazastrook binnenviel en met bulldozers en explosieven het stedelijk weefsel van vluchtelingenkampen uiteenrafelde om er Joodse kolonies tussen te bouwen.

Tijdens deze brute operatie werden 2000 woningen vernield, 16.000 vluchtelingen opnieuw verplaatst en 12.000 anderen naar detentiekampen in de Sinaïwoestijn afgevoerd (Roy 1987).

Gaza werd toen ingesloten met een 85 km lange omheining, een voorbode van de voortdurende meedogenloze belegering van het gebied vanaf de democratische verkiezingsoverwinning van Hamas in 2006.

Het was ook Sharon die in 1982 de Palestijnse vluchtelingen verjaagde uit Libanon en die persoonlijk toezag op het 43 uur durende bloedbad in het vluchtelingenkamp van Sabra en Shatila in Beiroet (zie Waarom 40 jaar Sabra en Shatila géén nieuws is).

Na de barbarij lagen er in de stegen en huizen van het kamp meer dan 3000 Palestijnse vluchtelingen en Libanese sjiieten doorzeefd met kogels en stukgehakt met machetes (Genet 1983).

Bloedbaden, ontmenselijking, vernietiging, verjaging, de Palestijnen kennen geen andere taal van de zionisten

Ouderlingen vertellen echter ook verhalen van verwantschap, edelmoedigheid, zorg en verzet. Ze herinneren zich de sociale infrastructuur die ze hebben opgebouwd om het hoofd te bieden aan de erbarmelijke levensomstandigheden van de Nakba, terwijl 750.000 Palestijnen etnisch gezuiverd en meer dan 400 dorpen en steden met de grond gelijk gemaakt werden (Khalidi 1992).

Reeds vóór de instelling van de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees (UNRWA) in 1949 openden inwoners van Gaza hun huizen, verzekerden damesclubs en vroedvrouwen de melkbedeling, boden artsen medische hulp aan. De gemeenschap organiseerde inzamelingen van geld, voedsel, water, dekens, kleding.

Levering van bloem in Rafah. Foto: UNRWA

Sommige vluchtelingen gaven gratis les – het zand was hun schoolbord. Anderen werden aangeduid als bakker voor de kampbakkerijen (Cheal 1988). Midden in een genocide moest het sociale weefsel elke dag heruitgevonden worden om aan de nood van het moment te kunnen voldoen.

Palestijnen verhalen ook over de gewapende strijd, hoe ze vanuit Gaza, met steun van Egypte, raids uitvoerden op de groeiende Israëlische nederzettingen die grensden aan de Gazastrook. Tussen 1949 en 1956 werden langs die nieuwe grenzen meer dan 3000 Palestijnen gedood door Israëlische soldaten, politie en burgers.

De kleinschalige opstanden noch het revolutionaire moment dat volgde op de Israëlische annexatie van de Gazastrook in 1967 zijn vergeten.

Deze antikoloniale reactie van de autochtone bevolking zien we later nog in de Eerste Intifada[4] van 1987, tijdens het hele jaar 2018 met de Grote Mars van Terugkeer, en tot op vandaag. Vanaf het moment dat Gaza gekoloniseerd werd is het gebied altijd een bastion van Palestijns verzet geweest, een onbevreesde smeltkroes van nationale bevrijding (Sayigh 1997).

Dit lange continuüm van eliminatie en uitdagend verweer wordt van generatie op generatie doorgegeven. Terwijl de overgrote meerderheid van de Israëli’s leeft in gedwongen ontkenning van het gruwelijke geweld dat nodig was om mensen te verjagen uit de huizen en gronden die zij nu bewonen als spookforten, overleven en volharden de Palestijnen door herinnering, verzet en wederopbouw.

Tegenover de pogingen van kolonisten om het Palestijnse bestaan als inheems volk uit te wissen en te ontkennen, fungeren voor de Palestijnen hun mondeling doorgegeven verhalen als een krachtig archief, dat helpt een geestelijke gezondheid te bewaren te midden van repetitieve verwoestingen.

Terwijl de fysieke Palestijnse archieven nog steeds geplunderd, verbrand en ontheiligd worden, bouwen deze gesproken en geschreven parabels een archief aan geschiedenissen van onteigening en uithoudingsvermogen, die door het collectieve geheugen en de wetenschappers van het Westen worden verloochend (Sayigh 2008).

Die verhalen vormen een collectief herwonnen vaste grond voor het opeisen van legitieme rechten voor de Palestijnse aanspraak op leven, land en vrijheid. Ze bevatten trauma en gruwel, maar ook vreugde en de humor nodig om met waardigheid door het koloniale mijnenveld te navigeren.

Te midden van het zand en de aangestampte lagen hoogmoed en verwoesting kan men zich moeilijk voorstellen dat Gaza ooit een centrale handelspost was op de Via Maris[5] tussen Afrika en Azië, een kosmopolitische stad en welvarende markt die goed verbonden was met zijn hinterland, een plek waar moslims, christenen en joden samenleefden, en een vruchtbaar land voor veeteelt en landbouw, die er floreerden dankzij de volharding en het geduld van het Palestijnse volk (El-Sakka 2018).

Juist deze rijke geschiedenis, deze humaniserende kosmopolitische erfenis en de onwrikbare Palestijnse weigering om het leven op te geven bedreigen de kern van de zionistische Joodse suprematie.

Als de maskers vallen

De Genocideconventie werd door de VN aangenomen in december 1948, drie jaar na de bevrijding van het laatste naziconcentratiekamp en zeven maanden na de oprichting van de staat Israël.

Nog terwijl de conventie werd afgerond, was Israël bezig met de laatste inwoners van de zuidelijke steden Isdud en Al-Majdal te verdrijven naar de Gazastrook en met de Negev-bedoeïenen op de vlucht te jagen.

Op dat moment waren al 13.000 Palestijnen gedood, was 77% van hun gronden bezet en 90% van de bevolking verplaatst binnen en buiten Palestina (Khalidi 2020). Met deze realiteit werd geen rekening gehouden. De Genocideconventie was gebaseerd op de enge opvatting dat de Holocaust van het nazisme een uitzonderlijke historische gebeurtenis was.

Raz Segal en Luigi Daniele (2024) stellen dat door deze kijk op de Holocaust de pas opgerichte Joodse staat Israël gezien werd als uitzonderlijk, waardoor zijn kolonistennatuur werd versluierd en er een zwaar gordijn neergelaten werd over zijn imperialistische en op geweld gefundeerde oorsprong.

Na de nederlaag van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog leek het ondenkbaar dat de Europese Joden, die Hitlers genocide hadden ondergaan, ooit zelf de daders konden worden van eenzelfde misdaad tegen een ander volk.

Zo creëerde de Genocideconventie een historische breuk tussen de Holocaust van de nazi’s en de koloniale prototypes die er eeuwenlang aan voorafgingen en nog steeds doorgaan.

Aimé Césaire (1913-2008). Foto: karibinfo.com

Het is geen toeval dat de Shoah werd losgesneden van de Europese imperialistische veroveringen vol moord, verminking, slavernij en landroof. In zijn iconische Discours sur le colonialisme (2000: 36) (Over het kolonialisme, vertaald door Grâce Ndjako) merkt Aimé Césaire scherp op dat, totdat Europeanen slachtoffer werden van het nazisme, “zij er medeplichtig aan waren (…), ze hebben er de ogen voor gesloten, hebben het gerechtvaardigd, want tot die tijd trof het alleen niet-Europese volkeren”. Anders gezegd: fascisme was naar binnen gekeerd kolonialisme.

Het feit dat het als uitzonderlijk werd vastgelegd in de wet en in het collectieve geheugen was een manier om het geweld dat de Europeanen uitoefenden in hun uitgestrekte koloniale rijken te verdoezelen en te minimaliseren.

De stichting van de staat Israël en de goedkeuring van de Genocideconventie markeren dus een fundamenteel moment van imperialistische uitwissing. En dat komt nu terug om rond te spoken in het zionisme en het Europese racisme dat eraan ten grondslag ligt.

Inderdaad voelden velen die beseffen dat de staat Israël gebouwd is op de as van een ander volk – een historisch onrecht – hun hart een slag overslaan die ochtend van 11 januari 2024, toen de griffier van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) het publiek opriep om op te staan.

Terwijl de 17 rechters van het Hof in een theatraal aura van gezag en plechtstatigheid hun plaats innamen in het Vredespaleis in Den Haag glinsterden de gebrandschilderde ramen en grote kroonluchters van hoopvolle verwachting.

Kort daarna begon het Zuid-Afrikaanse advocatenteam, trots gedrapeerd in de kleuren van hun post-Apartheidsvlag, hun minutieus uitgewerkte aanklacht tegen de staat Israël wegens genocide uiteen te zetten.

In een adembenemende opeenvolging van harde bewijzen legden de advocaten een verband tussen de historische realiteit van de eeuwenoude kolonisatie van Palestina en de gruwelijke daden die Israël vandaag de dag begaat in de Gazastrook (VN 2024).

Met gerechtelijke ijver ontrafelden de Zuid-Afrikaanse advocaten een traject van berekende Israëlische inbreuken en legden daarmee een gedragspatroon bloot dat een schoolvoorbeeld is van genocidaire intentie.

Dat was het historisch moment waarop de zionistische leugen van uitzonderlijk slachtofferschap in elkaar zakte, samen met de wankele geloofwaardigheid van zijn generaties poortwachters die hebben geprobeerd hun eigen koloniale genociden in de eeuwen van Europese hegemonie vóór de Shoah onzichtbaar te maken.

Adila Hassim, advocate bij het Hooggerechtshof van Zuid-Afrika, somde gepassioneerd een voor een de genocidaire daden op die zijn gepleegd, vastgelegd en gevierd door Israëlische functionarissen en soldaten in de Gazastrook sinds 8 oktober.

De meedogenloze moordpartijen, de massagraven, de lichamelijke en geestelijke schade, hele families van meerdere generaties weggeveegd zonder één overlevende, burgers die worden opgepakt, geblinddoekt, verplicht zich uit te kleden, op vrachtwagens geladen en afgevoerd naar geheime detentiecentra voor ondervraging en marteling, het werd allemaal openbaar gemaakt.

Hassim herhaalde voor de rechtbank ook de afschuwelijke levensomstandigheden van de Palestijnen nadat ze zich massaal naar benauwde toestanden moesten verplaatsen, terwijl Israëlische soldaten vrolijk filmden hoe ze huizen, universiteiten, moskeeën en kerken, historische gebouwen en pleinen en andere essentiële infrastructuren opbliezen.

Zuid-Afrikaans jurist Ngcukaitobi getuigt op 11 januari 2024 tegen de Israëlische bombardementen op Gaza. Screenshot YouTube

Het is een litanie van geweld die bedoeld is om het de Palestijnen praktisch onmogelijk te maken terug te keren naar hun huizen in kampen, dorpen en steden. De recente vernietigingsronde is niet nieuw, merkte ze op, maar een intensivering van een eerder patroon van vernielingen en gedwongen verhuizingen door de Israëli’s. Nu samengebald tot een regelrechte genocide.

Tot slot vestigde Hassim de aandacht van het Hof op de verwoestende generatie- en gendereffecten van Israëls doelgericht decimeren van de gezondheidssector. Ze wees op het ontzeggen van essentiële medische zorg en hulpmiddelen aan de bijna 200 vrouwen die elke dag bevallen, allemaal berekend om Palestijnse geboorten te voorkomen en de sociale en biologische voortplanting effectief te verstoren.

De door Zuid-Afrika aanhangig gemaakte zaak plaatste de voortdurende Israëlische vernietiging van de Gazastrook en Palestina in het volle zicht van de wereld.

Al wat vastlag lost nu op in het niets, eenmaal de maskers van het moderne imperialisme afvallen en de diepgewortelde medeplichtigheid die Israëls kolonialisme schraagt, wordt onthuld. Juist één dag nadat het Hof de aannemelijkheid van genocide in Gaza erkende, sloten blanke koloniale staten, oude Europese mogendheden en hun heimelijke lokaal agenten schaamteloos de gelederen achter Israël door hun financiële bijdragen aan de UNRWA stop te zetten.

Naledi Pandor, minister van buitenlandse zaken van Zuid-Afrika. Foto: Youtube Al Jazeera

Deze poging om de publieke aandacht weg te leiden van de rechtszaak en van het bloedbad dat Israël blijft aanrichten, tartte openlijk het dringende bevel van het Hof om hulp opnieuw binnen te laten in Gaza.

De westerse mogendheden begraven nu effectief het Palestijnse recht op terugkeer door juist die organisatie lam te leggen die in de nasleep van de Nakba werd opgericht om te remediëren aan de gevolgen van de etnische zuivering die zij in eerste instantie hadden mogelijk gemaakt (Feldman en Ticktin 2010).

Van alle hulporganisaties die werkzaam zijn in de Gazastrook en Palestijnse vluchtelingenkampen in de Westelijke Jordaanoever en elders in het Midden-Oosten is UNRWA de meest solide, de meest ervarene.  Deze organisatie aanvallen is een levensnoodzakelijke sociale infrastructuur ondermijnen op een moment dat de totale bevolking van Gaza op de rand van uithongering, dehydratatie en allerlei ziektes staat.

Het Israëlische leger slaat met zijn systematische aanvallen op hulpverleners, vrachtwagens en opslagplaatsen met hulpgoederen, wanhopige burgers op zoek naar eten, met ‘meelmoorden‘[6] als gevolg, nóg een nagel in de kist.

Als Gaza in hongersnood verkeert, is dat door Israëls politiek van uithongering en de eeuwige medeplichtigheid van westerse landen aan de zionistisch geïnspireerde etnische zuivering. De kruimels die met een spectaculaire actie uit de lucht in zee gedropt worden bewijzen slechts hoezeer ze in deze zaak verwikkeld zijn en hun slechte imago willen zuiveren.

Het collectief aanwakkeren en vergoelijken van het zionistische bloedbad, het minimaliseren van de oplopende aantallen doden en gewonden en van de hongersnood onder de Palestijnen, samen met de aanhoudende sabotage door de VS van resoluties van de VN-Veiligheidsraad over een staakt-het-vuren en de weigering om concreet een onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren af te dwingen, het onderstreept allemaal nog eens de affiniteit van Europeanen en Amerikanen met de kolonisten en hun directe deelname aan de huidige genocide.

Dit UNRWA-voedseldepot in Gaza werd reeds vernield in 2009 vernield door Israël. UN Photo/CC BY-SA 2:0

Niettegenstaande het koloniale karakter van het internationaal recht (Anghie 2007), de beperkingen van de Genocideconventie (Moses 2021; Wolfe 2006) en de weigering van het Hof om op te roepen tot een staakt-het-vuren is het nog steeds heel betekenisvol dat de staat Israël door de republiek Zuid-Afrika voor een internationaal gerechtshof beschuldigd werd van genocide.

Zuid-Afrika, met zijn erfenis van heldhaftig verzet tegen kolonialisme en apartheid, heeft door zich solidair op te stellen met Palestina het schild van straffeloosheid en onschuld rond de zionisten doorbroken.

Nog nooit eerder werd Israël zo volledig uitgekleed. Zelfs wie met de mildste blik naar Israël kijkt, moet toegeven dat zijn alibi van Holocaustslachtoffer niet standhoudt als excuus voor zijn eeuwigdurende eliminatie van Palestina.

Net zoals bij eerdere momenten van extreem Israëlisch geweld stoten we op de griezelige realiteit dat eerst een dergelijke schaal van gruwel nodig is voor het pantser van racistische waanbeelden wordt doorbroken.

Protest in Haïti tegen de genocide in Gaza. Foto: Movement of Equality and Liberation for All Haitians

Links, liberaal of conservatief, het maakt niet uit, een blijvend pact van koloniale rechtvaardigingen en verdoezelingen heeft van Israël een Europese baken en voorpost in het Midden-Oosten gemaakt.

De strafrechtelijke aanklachten van Zuid-Afrika zijn dan de voorhoede van de bredere dekolonisatiegedachte die zich met toenemende kracht verzet tegen de genocide als endemisch kenmerk van de racistische wegen van het wereldkapitalisme.

Het Mondiale Zuiden komt tevoorschijn uit de periferie en berecht nu het koloniaal geweld met de eigen retoriek, gewaden en rechtsregels van de kolonisator.

De genocide-zaak voor het Internationaal Gerechtshof, parallelle hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof over de onwettigheid van Israëls bezetting en lopende onderzoeken van het Internationaal Strafhof naar Israëlische schendingen van het internationaal recht en de humanitaire verdragen, samen met de wereldwijde schreeuw om een vrij, volledig hersteld en gedekoloniseerd Palestina, leggen de systematische onmenselijkheid van Israëls koloniale apartheid en militaire bezetting bloot.

Door imperialistisch geweld aan de kaak te stellen komen Zuid-Afrika en andere voormalige koloniën uit het Zuiden krachtig in het verzet tegen de duistere, monsterlijke erfenissen, maskerades en methoden van wereldrijken oud en nieuw.

De genocide-zaak tegen Israël bevestigt dat zionisme en Euro-Amerikaans kolonialisme op hetzelfde gefundeerd zijn. Ze maakt ook van Palestina een toonbeeld van de hedendaagse strijd voor echte dekolonisatie en tegen de eindeloze imperialistische oorlogen van de 21ste eeuw van Turtle Island en Abya Yala[7] tot Afrika en Azië.

De kustlijn van Gaza is 42 kilometer (de Belgische kust is 67 km). Map: Mor, Wikipedia

Het is geen toeval dat net Zuid-Afrika samen met Namibië, Ierland, Algerije, Cuba, Indonesië en Mexico, landen die allen met een harde onafhankelijkheidsoorlog hun vrijheid hebben bevochten, van de internationale gerechtshoven een wereldwijd tribunaal over Israël maken, als belichaming van de onveranderlijke gewelddadigheid van koloniale onderdrukking.

De herinnering aan hun eigen slepende strijd tegen imperialisme, kolonialisme en slavernij, evenals het racisme, de uitbuiting en verwoesting die ze vanwege het blanke Noorden hebben ondervonden, verbindt hen en maakt hen solidair.

Vanuit een gedeeld verleden is een diepe verbondenheid gegroeid met de Palestijnse revolutionaire beweging. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO stond met concrete steun achter de dekolonisatiebeweging van Derde Wereldlanden in Afrika, Azië en Amerika (Chamberlin 2012; Lubin 2014; Nassar 2020).

Zoals de Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken Naledi Pandor het onlangs stelde, was en blijft het een onvoorwaardelijke internationale solidariteit, op basis van een gedeeld aanvoelen dat mens zijn betekent dat we ons elkaars zorgen moeten aantrekken.

Er is veel veranderd sinds de onafhankelijkheidsoorlogen en de internationale solidariteit van de voorbije eeuw, maar de waarschuwingen van Frantz Fanon (2002) over de valkuilen van het nationaal zelfbewustzijn blijven vooruitziend.

Samen met zwarte mensen, arbeiders, feministen, abolitionisten en activisten voor klimaatrechtvaardigheid vormen Palestijnen een stevige wig tegen het wereldwijd toenemend extreemrechts nationalisme.

Onze gemeenschappelijke strijd houdt de beloftes en de dromen vast van de nog onvoltooide strijd voor een mondiale bevrijding van elke vorm van koloniale vernietiging en fascisme.

Bevrijdende geografie in een tijd van monsters

Het is kristalhelder. Al te veel wetenschappers, kunstenaars, activisten, journalisten, ngo-medewerkers en politici van alle overtuigingen zijn laf gebleven tegenover de zich ontvouwende verschrikking.

Hun berustende houding varieert van instinctief vasthouden aan de Israëlische straffeloosheid, negeren van de historische context en weigering om de voortgaande genocide te erkennen, tot intellectueel rationaliseren van de slachting.

Het resultaat is een oorverdovende stilte en onwil om solidariteit te tonen met Palestijnen, en docenten, kunstenaars, arbeiders, studenten en collega’s die worden gestraft, het zwijgen opgelegd, hun subsidies afgenomen of ontslagen omdat ze hun stem laten horen.

Foto: Karina Brys

In Europa loopt Duitsland voorop om al wie kritiek uit op Israël te criminaliseren, soms met een tot in het absurde doorgedreven felheid. Meer dan een Holocaust-kater is dit sanctifiëren van Israël een raison d’être van de Duitse staat geworden.

Wie het aandurft de genocidaire bezetting door Israël te bekritiseren of zich solidair te verklaren met de Palestijnse bevrijdingsstrijd, ook wie Joods is, wordt aangevallen, de mond gesnoerd en bestraft onder valse beschuldiging van antisemitisme (Al-Taher en Youne 2023).

Overal ter wereld wordt het normaal om alles wat Palestijns is door de politie te laten neerslaan en juridisch te vervolgen.

Het genocidair geïnspireerde narratief dat de verwoesting van de Gazastrook presenteert als een rechtvaardige oorlog tegen Hamas valt in brokken uit elkaar in het ongenadige licht van kolonialisme.

 

 

Als politieke, militaire en economische leiders en hun hielenlikkers in de academische, culturele en mediawereld schijnheilig beweren neutraal te zijn is dat meer dan een schijnvertoning. Het is een duidelijk bewijs van hun verstrengeling met oriëntalistische islamofobie, dubbelhartige liberaliteit en kapitalistische hebzucht.

Naar hun zeggen zijn alleen Palestijnen die zich presenteren als perfecte, passieve slachtoffers humanitaire aandacht en steun waard. Door deze vertekening worden de Palestijnen bewust nog meer ontmenselijkt en wordt de weg geëffend voor een goedgeprate, onverantwoorde normalisering van Israëls wreedheden.

Er dient hier aan herinnerd dat ieder volk dat vecht voor zijn soevereiniteit, zijn fysiek en cultureel voortbestaan, zijn territoriale integriteit en bevrijding van koloniale of buitenlandse overheersing het recht heeft zich op alle beschikbare manieren te verzetten, en dit houdt ook gewapend verzet in (VN 1982).

Antikoloniale bevrijdingsstrijd afschilderen als ‘terroristisch’ is een manier om mensen en groepen die legitiem politiek actief zijn en verzet organiseren te criminaliseren, hun basisrechten af te nemen en hun strijd voor een rechtmatige terugwinning van vrijheid, land en leven buiten de wet te stellen.

Tijdens de nationale bevrijdingsoorlogen van de lange 20ste eeuw werd er van inheemse volken, getuigen en critici niet verwacht dat ze de dood van plunderende bezetters en kolonisten zouden veroordelen of betreuren.

 

 

In Vietnam, Indonesië, Algerije en Zuid-Afrika werden de verschrikkingen van imperialisme en kolonisatie zonder meer als hoofdoorzaak gezien van de oorlogvoering voor dekolonisatie met de bijhorende slachtoffers.

Het leven is kostbaar. Maar erkenning eisen voor het lijden van slavenhouders, kolonisten en genocidairen is de daders een slachtofferrol toedichten en zet elke vorm van verzet weg als onvergeeflijk kwaad.

De gecoördineerde verrassingsaanval van 7 oktober, Operation Al-Aqsa Flood, viel niet buiten deze regel: het was een gewapende Palestijnse reactie op de escalatie van Israëlisch koloniaal geweld, van de rivier tot de zee.

Naast de goed gedocumenteerde 17-jarige blokkade van de Gazastrook was er de voorbije jaren een constante toename van politieke executies, administratieve detentie, foltering, landannexatie, verdrijving, sloop van woningen en infrastructuur, aanvallen door kolonisten en overal beperking van de bewegingsvrijheid.

Dit georganiseerde wegduwen en de snelle intensivering van de systematische onderdrukking van een Palestijns bestaan en zelfbeschikkingsrecht hebben de condities geschapen voor de vorming van een grote coalitie van Palestijnse gewapende en politieke groepen die samen het beleg gebroken hebben.

Ondanks verpletterende vuurkracht en nietsontziende bravoure bereikt Israël zijn doel niet. Palestijnse guerrillastrijders verdedigen zich wild tegen militaire invallen en de herinname van belangrijke delen van Noord-Gaza.

In het noorden, waar Israël aanvallen richt op Libanon en Syrië, in gebieden die het nog altijd bezet en regelmatig bombardeert, blijven gewapende milities standvastig in hun verzet. In Irak liggen de militaire basissen en wapenvoorraden van de grootmachten onder vuur.

In de Golf van Aden zijn Amerikaanse en Britse schepen die naar Israël varen het doelwit van Jemenitische verzetsgroepen die uit solidariteit met de bevolking van Gaza de mondiale bevoorradingsketen verstoren.

Uit de geschiedenis leren we dat soms, tegen alles in, de volharding en sluwe strategie van vrijheidsstrijders een oorlog kan tegenhouden en het soms zelfs kan halen op de formidabele wapens van de machtigen.

Onze woede over de voortdurende horror wordt getemperd door de straaltjes hoop die dankzij onverminderd verzet oplichten tussen de puinen van Palestina en wereldwijd vuur vatten in enorme manifestaties waarbij miljoenen betrokken zijn.

Lokaal, regionaal en wereldwijd, over afstanden en verschillen heen, vinden politieke coalities hun radicale politiek terug en zetten ze nieuwe contouren uit voor een bevrijdende geografie.

Palestijnen van de rivier tot de zee en van overal in de diaspora tonen de wereld dat hun pure, onverzettelijke, waardige wil om te leven hun grootste en onoverwinnelijke wapen is in deze strijd. Arabische, Afrikaanse, Aziatische en Amerikaanse straten worden overspoeld door Palestijnse vlaggen en massademonstraties die eisen dat hun land opkomt voor Palestina.

 

 

Overal ter wereld komen mensen op straat en roepen ze luid om een staakt-het-vuren, om komaf te maken met het kolonisten- en apartheidsregime van Israël en voor een vrij Palestina.

Vakbonden blokkeren havens, arbeiders leggen het werk neer en barricaderen de deuren van munitiefabrieken.  Mensen van uiteenlopende overtuigingen blokkeren wegen en vliegvelden om een knip te maken in de imperialistische aanvoerlijnen van de Israëlische genocide.

Een gedisciplineerde groep activisten voert gerichte acties tegen wapenfabrieken om het raamwerk van Israëls militair-industriële complex uit te hollen, bloot te leggen en te ontwrichten. Studenten, onderzoekers en onderwijsvakbonden winnen BDS-campagnes, weigeren een podium aan apologeten en medestanders van Israëls genocidaire politiek en roepen regeringen, bedrijven en ngo’s op om alle banden met Israël te verbreken.

Kunstenaars spreken zich uit, boycotten culturele evenementen en dagen instellingen uit die steun voor de Palestijnen cancelen. Joodse mensen breken in groten getale met Israëls politiek van nederzettingen en genocide, staan op tegen het zionisme en vormen nieuwe politieke allianties binnen en buiten hun Joodse wereld.

Inheemse volkeren, zwarte activisten en migrantenrechten- en milieuactivisten staan op de barricaden voor solidariteit met de Palestijnen. Palestijnse jeugdbewegingen en anti-islamofobie-organisaties zijn grote pleitbezorgers.

Deze opkomende coalities zijn een bont amalgaam van zeer uiteenlopende bewegingen die aangeven dat het Palestijnse verweer niet te scheiden is van hun eigen bevrijdingswerk.

In verdriet en woede neemt het volkstribunaal in de straten het op tegen de gevestigde orde, want het wil niet medeplichtig zijn aan genocide. Zoveel is duidelijk wanneer er gescandeerd wordt: “In our millions, in our billions, we are all Palestinians!”

Hoeveel tijd er ook over gaat, de littekens van de Israëlische agressie op de Gazastrook zullen voor eeuwig gegroefd blijven in landschap, leven, hart en geest van de Palestijnen en van de wereld.

Geen woorden, cijfers of beelden kunnen het catastrofale, onherstelbare verlies weergeven van elk individueel leven dat verdwenen is onder de druk van zo’n doelgerichte, hardvochtige haat.

Bakkers, metselaars, boeren, ingenieurs, studenten, elektriciens, leraars, artsen, verpleegkundigen, archivarissen, bibliothecarissen, zorgverleners, ieder van hen is absoluut onvervangbaar, net als alle moeders, vaders, broers, zussen, neven, nichten en buren. Hun uitgewiste levens laten een diepe krater van pijn en onmeetbare afwezigheid na (zie Death Panel 2022).

 

 

Ook het sociale leven van Palestina lijdt grote verliezen. Het decimeren van maatschappelijke, educatieve en culturele instellingen, de behoeders van de herinneringen, verhalen, kennis en dromen van het Palestijnse volk, komt neer op een berekende epistemicide (Wind 2024).

Het is een moedwillig trachten de mogelijkheden van een collectief verleden, heden en toekomst uit te roeien. Bij zionisme gaat het echter niet alleen om elimineren omwille van het elimineren.

Kolonisten zijn met name altijd erg afhankelijk geweest van het inpikken van land en het doven van leven om zichzelf te blijven heruitvinden in dienst van een verwrongen nationaal waanbeeld. De Palestijnen houden zoals voorheen trouw stand tegen de onpeilbare proporties die de huidige uitwissingen aannemen.

Palestina is jammer genoeg exemplarisch voor de doodsdrift die zichtbaar over de planeet raast. De gevaarlijke en precaire tijden die we de afgelopen decennia allemaal hebben meegemaakt, aanschouwd, bestudeerd, geanalyseerd en beschreven, bereiken nu nieuwe toppen van monsterlijkheid in de Gazastrook en Palestina.

Imperialistische geografieën, waarin mensen wegwerpondingen zijn en hun rechten worden ingeperkt, en waarin eeuwigdurende oorlogen en een lompe, boosaardige bureaucratische onderdrukking heersen, breiden uit over nationale en regionale grenzen heen en versmelten met verschillende vormen van militaristisch politiewerk en rechts autoritarisme.

Geen discipline of analytische logica kan in z’n eentje de historische gelaagdheid van dit moment ophelderen. Als wetenschappers-activisten worden wij uitgedaagd om verder te denken dan de afgebakende hokjes, de gefragmenteerde inzichten en het vervreemdende individualisme binnen de wetenschap zowel als in het dagelijks leven.

Het is onze plicht om van fundamentele kennis een functionerende democratische discussie te maken, die kan dienen als conceptuele ondersteuning voor de schreeuw om bevrijding en de ontwrichtende muiterij van de vele generaties activisten die de straat op gaan.

We worden opgeroepen om onze analyse van de imperialistische logica, het koloniaal racistisch kapitalisme en de strijd om inheems land, te herdenken en open te trekken naar een ruimer en meer verbonden kader.

Gaza oktober 2023. Foto: Wafa (Q2915969)/ CC BY-SA 3.0 DEED

We hebben de dringende en noodzakelijkerwijs collectieve taak om de producties en reproducties van waarde door kapitalisme, landbezit en corporaties te verweven tot een uitgebreid systeem dat de schijnwerpers zet op hun eeuwige afhankelijkheid van gewelddadig kleineren en vernielen.

En die taak vereist dat we uitdrukkelijk breken met de valse belofte van een academische inzet vanuit onze ivoren toren.

Solidair zijn met Palestina vandaag is opstaan tegen oude en nieuwe plunderingen die nu in een golf van revanchisme de vorm aannemen van populistische vrouwenhaat, racisme, heteronormativiteit en een moordend kapitalisme dat overal ter wereld de staatsmacht grijpt.

Gramsci (1971: 276), die een fascistische machtsovername in Europa in de jaren 1930 zag aankomen, schreef: “Het oude is stervende en het nieuwe kan niet geboren worden; in deze tussentijd verschijnt een grote verscheidenheid aan ziekelijke symptomen.”  Wij zitten in een Gramsciaanse tussentijd en de monsters zijn er.

De hoge prijs die de Palestijnen vandaag betalen kan slechts worden omgekneed tot een visionaire toegangspoort naar een nieuwe wereld als wij, de wetenschappers, activisten, schrijvers, kunstenaars, arbeiders, zorgverleners, mensen van deze wereld de cirkel van medeplichtigheid en collusie met heimelijke agenten doorbreken en in de lange strijd die voor ons ligt aan de juiste kant van de geschiedenis gaan staan.

Met zijn vasthoudendheid daagt het Palestijnse volk de wereld uit om te stoppen met heen-en-weer-geslinger tussen twee benamingen die hen karikaturiseren als ofwel ‘menselijke dieren’ ofwel ‘meelijwekkende ondingen’.

Al Shifa, 11 oktober 2023. Een maand later werd het hospitaal volledig vernield. Foto: Wafa/APAimages/CC BY-SA 3:0

Het verhaal van Palestina en zijn diverse maar vastberaden bevolking ontrolt zich als een lange, hachelijke zoektocht naar het basisrecht waardig en volop te mogen leven in hun land en hun cultuur.

Deze geschiedenis is ook een methodologie voor bevrijding. Palestijnen zijn geen helden, heiligen of slachtoffers, maar net zo gebrekkig, boos, broos en bijzonder als wij allemaal. Ze verdienen ons grootste respect.

Op zoek naar een uitweg uit de nachtmerrie van een genocide leren zij de wereld om leven en vrijheid te herwaarderen. Ze verlangen geen liefdadigheid, maar wel alle oprechte, praktische, menselijke en hartelijke solidariteit die we hen kunnen geven.

Tegen alle ravages van onze tijd in kan onze onverwoestbare eenheid leven mogelijk maken voor iedereen.

From the river to the sea Palestine will be free.

 

“It’s been 164 Days and a Long Century: Notes on Genocide, Solidarity, and Liberatio” verscheen op 11 april 2024 in Antipode Online en werd vertaald door Hilde Baccarne. Sindsdien staat de teller van de genocide op 207 dagen (30 april 2024). Antipode Online – A Radical Journal of Geography bestaat sinds 1969. De drie auteurs zijn leden van het stuurcomité van de International Critical Geographies Group, die The Palestine Statement – Against Genocide, for Liberation and Return publiceerde. Voor het uitgebreide bronnenmateriaal verwijzen we naar de oorspronkelijke tekst.

Notes:

[1] Saturnalia waren Romeinse feesten ter ere van de god Saturnus. Slaven werden tijdelijk als gelijken van hun meesters behandeld en er heerste een algemene sfeer van vrolijkheid en vrijheid.

[2] De doelbewuste en systematische vernietiging van kennis, door het marginaliseren, onderdrukken of vernietigen van inheemse kennissystemen door kolonisatie, imperialisme of andere vormen van culturele dominantie.

[3] Alfredo Stroessner (Strößner) (1912-2006), zoon van een Duitse vader, was militair dictator van Paraguay (1954-1989) na een door de VS gesteunde staatsgreep. In 1989 was zijn nut voor de VS uitgediend en werd hij prompt afgezet. Hij stierf in ballingschap in buurland Brazilië, dat weigerde hem uit te leveren voor meer dan 80.000 gedode politieke tegenstanders tijdens zijn bewind. Tijdens zijn bewind was Paraguay een notoir vluchtoord voor internationaal gezoche nazi-misdadigers.

[4] Arabisch woord voor ‘opstand’, letterlijk betekent het ‘van zich afschudden’.

[5] Via Maris (‘weg van de zee’) was de handelsroute van Egypte naar Mesopotamië (het huidige Irak).

[6] De meelmoorden of bloemmoorden (flour massacres) verwijzen naar de moordende aanvallen van het Israëlische bezettingsleger op ongewapende Gazanen die toestroomden rond een aantal UNRWA-vrachtwagens geladen met tarwemeel (bloem).

[7] Namen die de inheemse volken en activisten geven aan het Noord-Amerikaanse continent.

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!