Analyse -

Nu we het eindelijk over dividenden hebben, mogen er best nog wat mythes sneuvelen

donderdag 29 april 2021 16:37
Spread the love

 

Om niet helemaal met lege handen naar de al dan niet virtuele 1 mei-bijeenkomsten te moeten, duikelen PS en Vooruit een nooit gebruikt artikel uit de omstreden loonwet van 96 op. Dat artikel laat toe om ook de dividenden aan banden te leggen, maar werd in 25 jaar dus nog nooit toegepast. Indien de werkgevers vasthouden aan de kleine marge voor loonstijgingen van 0,4 procent, dan ook geen hoge dividenden voor de aandeelhouders, klinkt het bij de socialistische partijen.

De kans dat de werkgevers en vakbonden er zelf nog uit geraken en toch nog een akkoord vinden, is zo goed als onbestaande. Dat kon ook moeilijk aangezien de werkgevers in een comfortabele zetel zitten. Zij hebben de wet van 96 aan hun kant, die door de vorige regering ferm werd aangescherpt. Of vol ‘sjoemelsoftware’ werd gestopt, zoals de vakbonden zeggen. En vanuit die zetel hoeven de werkgevers alleen maar aan te sturen op een mislukking van de onderhandelingen. De hete aardappel wordt dan doorgeschoven naar de regering die die 0,4 procent marge dan gewoon kan opleggen.

Anti-liberale liberalen

De regering zou natuurlijk ook met een antivirusprogramma door de sjoemelsoftware kunnen gaan, maar dat ligt moeilijk voor de liberalen die in het regeerakkoord lieten noteren dat er niets mag veranderen aan de loonwet. Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert gaat nog een stap verder en vindt zelfs dat de vakbonden gebonden zijn aan de handtekeningen onder dat regeerakkoord. “Twee van de drie vakbonden houden vast aan het standpunt dat de wet aangepast moet worden, terwijl het regeerakkoord heel duidelijk zegt dat dat niet gaat gebeuren”, zei hij in De Ochtend.

Het is een schrijnend voorbeeld van de illiberale tendenzen die ook door deze regering worden verdergezet. Sociale bewegingen mogen wat de liberale voorzitter betreft geen autonome standpunten meer innemen. Daarmee maakt hij een kruis over 200 jaar liberale traditie.

De dividenden koppelen aan de lonen is een krachtige retoriek die de socialistische partijen lenen van de vakbonden. Aandeelhouders hebben weinig last gehad van de coronacrisis. Dan hebben we het niet over hun ruime huizen in het groen, maar over hun portefeuille.

19 procent meer dividenden ondanks corona

Zakenkrant De Tijd zocht het vorige maand nog uit. Na het helse jaar lieten de beursgenoteerde bedrijven in België 6,3 miljard euro naar de aandeelhouders vloeien. Dat is dan wel 10 procent minder dan vorig jaar, maar dat komt enkel omdat AB InBev minder winst uit te delen heeft. Trek hun aandeel daar vanaf en dan zien we dat de dividendenstroom met 19 procent steeg. De lui van wie de dagtaak er uit bestaat om de aandeelkoersen te checken, zien hun inkomen bijna 50 keer meer stijgen dan de loonmarge van 0,4 procent (die bovendien uitgespreid wordt over twee jaar).

Het dispuut tussen vakbonden en werkgevers wordt door het ook over dividenden te hebben teruggebracht naar de naaktste vorm van klassenstrijd (zelfs de Financial Times heeft het taboe rond die term al lang opgegeven). Wie heeft recht op de meerwaarde die gecreëerd wordt, de werknemers of de aandeelhouders?

Neoliberaal offensief

Maar er hangt nogal wat ideologische mist rond die kwestie en die hebben we te danken aan 40 jaar neoliberaal offensief. De hele discussie vertrekt van stellingen die door Hayek en Friedman, de neoliberale stereconomen werden neergepend.

De loonwet van 96 kwam er onder de regering-Dehaene die België met structurele hervormingen moest voorbereiden op de invoering van de euro. Het protest tegen die reeks neoliberale maatregelen deden het toenmalige recordaantal stakingsdagen sneuvelen. Een record dat later overtroffen werd door de regering-Michel.

In de VS hadden ze trouwens geen loonwet nodig om de lonen te matigen. Reagan en co losten dat op een andere manier op. Ze zorgden er voor dat de vakbonden verschrompelden en de loonstijgingen die verschrompelden mee. In België moest de loonwet die klus klaren.

De link tussen lonen en vakbonden, duidelijker wordt het niet.

Het idee achter die loonwet is dat de Belgische lonen concurrentieel – lees: laag genoeg – moeten zijn in vergelijking met onze buurlanden. Om de twee jaar onderzoekt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven daarom heel secuur hoeveel werknemers in Frankrijk, Nederland en Duitsland verdienen en hoeveel de lonen mogen stijgen om daar onder te blijven. Dat leidt natuurlijk tot een spiraal van loonmatiging want ook in die buurlanden proberen ze de lonen over de grens in de gaten te houden. Het is een soort omgekeerd en pervers Keeping up with the Joneses.

In het al eerder aangehaalde interview vat Lachaert dat zo samen. “Het is om ervoor te zorgen dat een loonstijging vandaag niet een ontslag morgen betekent.” De arbeidsmarkt lijkt in die visie echt op de weekmarkt. Als een kraam duurdere appels heeft, loopt iedereen naar de buur waar ze goedkoper zijn.

De arbeidsmarkt is geen groentemarkt

Met hun denktanks zijn neoliberalen er in geslaagd om hun verhaal aantrekkelijk en simpel in de markt te zetten. In dat verhaal is een begroting het budget van een huishouden en de arbeidsmarkt is een groentemarkt. In het ene geval moet je ten allen tijde spaarzaam zijn en in het andere moet je het product arbeid goedkoop houden.

Maar de economie is oneindig veel complexer dan dat. Lonen zijn ook de consumptie van morgen en daardoor ook de bron van andere lonen. Lonen bepalen eveneens hoe groot de ongelijkheid is in een samenleving en die ongelijkheid bepaalt dan weer de economische groei. Lage lonen brengen ook kosten met zich mee. In de VS kunnen veel werknemers van McDonalds en Walmart enkel overleven dankzij de voedselbonnen die de overheid uitdeelt.

Lonen zijn ook maar een deel van de kosten die nodig zijn om producten op de markt te krijgen. Zelfs in arbeidsintensieve sectoren als restaurants vormen lonen maar 20 tot 25 procent van de kosten. Hogere lonen kunnen ook leiden tot meer productiviteit omdat tevreden werknemers zich harder inzetten of minder snel verkassen naar ander bedrijf of omdat het bedrijven stimuleert om te investeren in automatisering. Die hogere productiviteit laat dan weer toe om de arbeidstijd te doen dalen of om nog hogere lonen te betalen.

Nog een andere mythe is dat sommige werknemers zo weinig te bieden hebben dat ze enkel een minimumloon waard zijn. Hoe hoger dat minimumloon hoe minder ze aan de bak zullen komen. Net de coronacrisis heeft die mythe aan flarden geschoten. Net veel van de sectoren waar de lonen het laagst zijn werden plots ‘essentiële beroepen’. In de voedingsindustrie, de distributie of de schoonmaak moesten werknemers blijven werken, ook al bracht dat hun gezondheid in gevaar. Ze zijn essentieel, maar hun arbeid mag niet teveel kosten. Waarom dat zo is krijgt geen enkele denktank of studiedienst van de werkgevers uitgelegd.

De afgelopen tien jaar zijn er nogal wat neoliberale mythes gesneuveld. De coronacrisis heeft dat proces versneld. In die zin is het protest van de vakbonden en een groot deel van de werknemers pas echt eigentijds.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!