De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Foto. Staff Sgt. Jeff Parkinson, Public Domain
Analyse -

Cannabislegalisering in Duitsland: mag het iets meer zijn?

Politiek filosoof en cannabisexpert Patrick DeWals onderzoekt de recente legalisering van cannabis in Duitsland, waarbij hij de historische vervolgingsmotieven uit de twintigste eeuw en de media-aanpak van cannabis versus alcohol bekijkt.

donderdag 7 maart 2024 13:06
Spread the love

Korte historische schets

Hoewel het gebruik van roesmiddelen van alle tijden is, luidden zogenaamde matigingsgroepen op het einde van de negentiende eeuw de alarmklokken om de schadelijke gevolgen van het wijdverspreide alcohol- en opiatengebruik onder de aandacht te brengen.

Op zich was deze aanklacht terecht, maar de matigingsgroepen deden hun naam oneer aan door hun bezorgdheid nogal op een onvoorwaardelijke manier te veralgemenen. Hierdoor werd ieder matig druggebruik als problematisch beschouwd. Daarnaast kende het matigingsproject nog andere morele waarden aangaande de wijze hoe een goed persoon zijn leven hoorde te leiden. Zo moest een voorbeeldig iemand zich op alle vlakken permanent zeer verantwoordelijk gedragen en een onberispelijk werkethos aan de dag leggen.

Deze door de matigingsgroepen geprezen waarden sloten aan bij de maatschappelijke verandering, de omschakeling naar het welvaartsliberalisme, die toenmalige politici beoogden. Deze laatsten wilden kunnen rekenen op gehoorzame en betrouwbare modelburgers om hun politiek economisch doel te verwezenlijken.

Zodoende ontstond er een bondgenootschap tussen beide genoemde actoren, waarbij politici druggebruik, aanvankelijk ook nog alcoholgebruik, zagen als een risico die de gewenste politiek economische omwenteling zou kunnen ondermijnen.

In het verlengde hiervan drongen wetten om drugsgebruik te regelen zich op. Alcohol en tabak, drugs die toen al enorm ingeburgerd waren, een grote industrie en afzetmarkt hadden en die accijnzen opbrachten, werden uiteindelijk voor deze redenen bij de definitieve internationale wettelijke regeling vrijgesteld van beperkingen.

” De illegaliteit kan namelijk dienen als een stok achter de deur om bepaalde sociale – of etnische groepen die ongewenst zijn, ongewenst gedrag stellen of er verkeerde politieke ideeën op na houden, te straffen.”

Daarnaast is er nog een ander belangrijk bestuurlijk motief om een bepaalde drug illegaal te maken, óf te houden. De illegaliteit kan namelijk dienen als een stok achter de deur om bepaalde sociale – of etnische groepen die ongewenst zijn, ongewenst gedrag stellen of er verkeerde politieke ideeën op na houden, te straffen.

Onder het mom dat ze de maatschappij en de gebruikers beschermen tegen de schade (hierover later meer) die drugs meebrengen, benut de politiek het drugsbeleid in feite als middel om andersdenkenden en maatschappelijk ongewensten te criminaliseren en het leven onmogelijk te makeni.

Deze ideologische, moralistische en overduidelijk racistische motieven lagen aan de basis van de snelgroeiende brutale vervolging van cannabisgebruikers door de Amerikaanse overheid in de gedaante van het Federal Bureau of Narcotics (FBN), vanaf de jaren 1930. Harry Anslinger, een notoir racist, leidde het FBN van 1930 tot 1962. Tijdens zijn lange passage zou hij er tevens voor zorgen dat cannabis niet langer als een medicijn in de VS kon gebruikt worden. Dit in weerwil van de American Medical Association die zich fors tegen deze beslissing verzetteii.

Anslinger drukte niet alleen zijn stempel op de Amerikaanse drugspolitiek. Zijn ideeëngoed zit diep verankerd in de Internationale Drugsverdragen van de Verenigde Naties waarvan het eerste, de Single Convention on Narcotic Drugs, in 1961 het licht zag. Op hetzelfde moment zou de Wereldgezondheidsorganisatie cannabis onderbrengen in een categorie van middelen zonder therapeutische eigenschappeniii.

Een flater van wereldformaat, waardoor onderzoek naar de therapeutische waarde van cannabis decennialang onmogelijk werd gemaakt

Een flater van wereldformaat, waardoor onderzoek naar de therapeutische waarde van cannabis decennialang onmogelijk werd gemaakt en een legio aantal patiënten een mogelijk hulpmiddel zag verdwijnen.

Pas eind 2020 zou de internationale organisatie, na aanmaning van verschillende externe deskundigen, schoorvoetend en in grote stilte haar eerdere beslissing bijsturen, waarna een snelgroeiend aantal landen een inhaalbeweging inzetten om alsnog de medicinale eigenschappen van cannabis (opnieuw) aan hun patiënten aan te biedeniv.

Het pijnlijkste voorbeeld van de vervolging van cannabisgebruikers betreft ongetwijfeld de manier waarop Amerikaanse politici het drugsbeleid gebruikten, en nog steeds gebruiken, om de onderdrukkende geest van de slavernij levend te houden. Toen na de slavernij eveneens de segregatiepolitiek die erop volgde, onder permanente druk van vooral de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, officieel verviel, voerden de Amerikaanse bestuurslui de War on Drugs in.

Toen na de slavernij eveneens de segregatiepolitiek die erop volgde, onder permanente druk van vooral de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, officieel verviel, voerden de Amerikaanse bestuurslui de War on Drugs in.

Deze is in feite grotendeels een oorlog tegen gekleurde cannabisgebruikers. Op die manier vertraagden ze het emancipatorische bevrijdingsproces van de Afro-Amerikaanse bevolkingsgroep, en andere etnische minderheden, op een zeer brutale wijze. Merkwaardig genoeg inspireerde deze modus operandi wereldwijd heel wat overheden waardoor het aantal kleurlingen dat op straat of elders wordt aangehouden, en in de gevangenis belandt, ook buiten de VS veel hoger ligt dan het aantal blanke gebruikersv.

Hoe schadelijk is cannabis?

Mensen denken als vanzelfsprekend dat het, internationale, drugsbeleid een bepaalde logische rationaliteit incarneert. De publieke opinie veronderstelt dat het drugsbeleid rekening houdt met de schade, die de verschillende drugs voor de gebruiker en de samenleving meebrengen, bij het bepalen of een substantie al dan niet gereguleerd in een winkel, café of apotheek verkrijgbaar is. Vandaar het vaak geopperde argument: alcohol is legaal en cannabis niet, dan zal cannabis wel veel schadelijker zijn zeker? Maar klopt dit? Vertelt de legale status van een drug ons hoe schadelijk deze is?

Een Brits onderzoek uit 2010 dat The Lancet publiceerde, peilde bij 20 verschillende drugs, ook legale drugs zoals alcohol en tabak, hoe groot de schade was die ze bij de gebruiker en de samenleving teweegbracht. De drugs werden op 16 verschillende criteria binnen drie hoofddomeinen ( fysiek, psychisch en maatschappelijk) beoordeeld en kregen een score mee. De maximum schadelijkheidsscore die een drug op de verschillende domeinen samen kon behalen, was 100 punten.

Voor de individuele gebruiker bleken crack cocaïne met 37, heroïne met 34, en methamfetamine met 32 punten, de meest schadelijke drugs op het fysieke – en het psychische domein. Op het niveau van de schade aan de samenleving liet alcohol (46) de andere drugs, heroïne (21) op de tweede – en crack cocaïne (17) op de derde plaats, ver achter zich.

Algemeen beschouwd, behaalt de legale drug alcohol, met een schadelijkheidsscore voor het individu van 26 punten en voor de maatschappij van 46 punten, een totaalscore van 72 punten oftewel de hoogste score van al de onderzochte drugs. Heroïne haalde met 55 punten de tweede hoogste score binnen, en crack cocaïne nam de derde plaats, met 54 punten, voor zijn rekening.

In het onderzoek scoort cannabis 11 punten op het individuele – en 9 punten op het maatschappelijk domein. Met een totale schadelijkheidsscore van 20 op 100 heeft cannabis dus een veel minder groot schadelijkheidsprofiel dan alcohol.

Met een totale schadelijkheidsscore van 20 op 100 heeft cannabis dus een veel minder groot schadelijkheidsprofiel dan alcohol.

Later werd het onderzoek in Nederland in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) herhaalt. Deze resultaten komen grosso modo overeen met het Britse onderzoek.

In België roept psychiater Marianne Destoop, als gastspreker in het programma Weet ik veel op Radio 1, de legale drug alcohol als meest verslavend uit. En tijdens een interview stelt psychiater, hoogleraar en medisch directeur van zorggroep Multiversum Geert Dom onverholen: “Is cannabis zoveel slechter dan alcohol? Ik wil niet iedereen oproepen om cannabis te gebruiken, maar puur uit medisch standpunt is het echt veel veiliger en minder schadelijk om wekelijks te blowen, dan om ieder weekend tien pinten te drinken. Ik vertel hier niets nieuws, dat weten we al vijftig, of zelfs honderd jaar. Alleen dringt dat enorm slecht door.”

“Het meest ontnuchterende aan het citaat van professor Dom is niet dat cannabis minder schadelijk is dan alcohol, maar vooral dat men dit al vijftig, of zélfs honderd jaar weet.

Het meest ontnuchterende aan het citaat van professor Dom is niet dat cannabis minder schadelijk is dan alcohol, maar vooral dat men dit al vijftig, of zélfs honderd jaar weet. Is het trouwens niet bizar dat dit gegeven, wereldwijd nooit beleidsmakers inspireerde om milder tegen cannabisgebruikers op te treden dan alcoholgebruikers waarvan men bovendien weet dat ze vaker voor agressie zorgenvi?

Niet dat dit beleid gewenst zou zijn. Absoluut niet, het zou trouwens even discriminerend zijn als het beleid dat nu nog steeds cannabisgebruikers aanpakt en zou uiteindelijk niemand vooruithelpen. Maar toch is het opmerkelijk te noemen dat de gebruikers van het minst schadelijke product wereldwijd al een eeuw lang gecriminaliseerd worden waardoor ze, om het eufemistisch te zeggen, fors aan levenskwaliteit inboeten, terwijl gebruikers van een schadelijker product vrijuit hun gangetje mogen gaan?

Hoe komt het trouwens dat veel mensen zelfs niet weten dat alcohol zo veel schadelijker dan cannabis is? Hoe kan men dan op een weldoordachte wijze over drugs debatteren of zelf voor een bepaald roesmiddel kiezen? Of is dit een keuze waarvan de politiek vindt dat ze die niet aan een volwassen burger kan overlaten?

De dubieuze rol van de media!

De erbarmelijke kennis bij de bevolking over drugs in het algemeen en cannabis in het bijzonder is niet zo verrassend. Het ligt voor een groot deel bij de decennialange misinformatie door de massamedia. Hieronder leest u kort hoe deze desinformatie gestalte kreeg, en nog vaak de toon aangeeft.

De erbarmelijke kennis bij de bevolking over drugs in het algemeen en cannabis in het bijzonder is niet zo verrassend. Het ligt voor een groot deel bij de decennialange misinformatie door de massamedia

In het vooroorlogse Amerika was William Randolph Hearst, onder andere omdat hij een belangrijk krantenimperium bezat, en hij niet wou dat cannabispulpbedrijven zijn houtpulpbedrijven zouden vervangen om het noodzakelijke krantenpapier te leveren, van onschatbare waarde voor de demonisering van cannabis door de eerdergenoemde Harry Anslinger.

Hij gebruikte het krantenimperium van de mediamagnaat immers om valse, doch sensationele, cannabisverhalen in diens kranten en magazines te distribueren. Zo verkondigde hij bijvoorbeeld onware verhalen over Mexicaanse immigranten die onder invloed van cannabis blanke dames aanrandden.

Vanzelfsprekend zorgde het permanent afschilderen van cannabisgebruikers als waanzinnigen en gevaarlijke criminelen bij het grote publiek voor een sfeer waarbij men vroeg cannabis te verbiedenvii. Door zijn uitgesproken racistische en morele vooroordelen ten aanzien van cannabisgebruik en de grote steun die hij hierbij genoot, speelde Anslinger een “significant and unique role in creating an American ‘drug crisis’.”viii.

Susan Speaker, een geschiedkundige bij de Amerikaanse National Library of Medicine, stelt: “The rhetorical framework developed by this first generation of anti-narcotic crusaders proved durable and long-lived; it is still the template for American public discourse about drugs.”. Tijdens zijn meer dan dertig jaar lange carrière als FBN-hoofd gaf Anslinger continue valse informatie door aan burgerbewegingen en media betreffende cannabisproblemen.

Populaire magazines gebruikten hierdoor, wanneer ze foutief over cannabis berichtten, Anslinger vaak als enige bron. Naast de geschreven media kon Anslinger eveneens langs de radio de bevolking en burgerbewegingen bereikenix. Met een film als Reefer Madness uit 1936 kregen de verbod gezindten er een sterk propagandamiddel bij om hun boodschap te verspreiden.

“In België stelt professor Tom Decorte (RUG), dat de media mee een barrière vormen om een debat betreffende een mogelijke regulering op te zetten. Volgens hem geven ze een te eenzijdig beeld van druggebruikers.

De steeds herhaalde demonisering van cannabis zindert vandaag nog steeds door. In België stelt professor Tom Decorte (RUG), dat de media mee een barrière vormen om een debat betreffende een mogelijke regulering op te zetten. Volgens hem geven ze een te eenzijdig beeld van druggebruikers, waarbij de problematische gebruikers fungeren als pars pro toto in hun berichtgeving.

Hij heeft eveneens problemen met de morele manier waarop de wetenschappen het roes zoeken gelijkstellen met een verslaving. Deze moralistisch-wetenschappelijke taal vindt nadien nabootsing in de media en bij politici. Zelfs drugsdeskundigen zijn er volgens hem niet altijd immuun voorx.

Nochtans bestaan er sinds lange tijd goed gedocumenteerde overheids- en wetenschappelijke rapporten die cannabis niet als een bedreiging voor het individu of samenleving omschrijven.

Enkele voorbeelden van zulke vergeten rapporten zijn The Indian Hemp Drugs Commission Report daterend van 1894. Het door de toenmalige burgemeester van New York, Fiorello La Guardia gepubliceerde The Marihuana Problem in the city of New York (1944). The Wootton Report (1969) uit het VK of nog het door toenmalig Amerikaans president Richard Nixon bestelde Marihuana: A signal of misunderstanding (1972).

Al deze door een overheid bestelde rapporten gaven aan dat cannabis niet zo gevaarlijk was en stelden voor om privégebruik bij volwassenen toen al te legaliseren. Maar deze rapporten kregen nauwelijks aandacht in de media en werden door de uitvoerende overheden naar de prullenmand verwezen.

De Duitse cannabislegalisering.

Wanneer we rekening houden met de bedrieglijke redenen waardoor cannabisgebruik onwettelijk werd, én de beperkte schadelijkheid van cannabis in vergelijking met andere legale drugs zoals alcohol, dan is het onbegrijpelijk dat er al niet vroeger paal en perk gesteld werd aan de illegaliteit van cannabis.

Hedendaagse beleidsmakers en overheden blijken geen kennis te hebben, of vergeten gemakshalve dat het door hen opgelegde discriminerende beleid bij een grote minderheidsgroepxi een levenslange lijdensweg veroorzaakt.

Zo is het bezit, de teelt, de verkoop, de import of het uitdelen van cannabis in vele landen waaronder België nog steeds strafbaar met boetes en eventueel een celstraf voor de betrokkenen. Het vonnis verstrengt wanneer er sprake is van cannabisbezit of -gebruik door een volwassene in de buurt van één of meerdere minderjarigen, ook indien dit de eigen kinderen betreft, omdat dit laatste als een verzwarende omstandigheid geldt.

“Gezagsdragers beseffen blijkbaar niet dat cannabisgebruikers recht en nood hebben aan eerherstel. Een eerste stap hierbij is het ontwikkelen van een beleid dat hen als volwaardige mensen en burgers erkent.”

Gezagsdragers beseffen blijkbaar niet dat cannabisgebruikers recht en nood hebben aan eerherstel. Een eerste stap hierbij is het ontwikkelen van een beleid dat hen als volwaardige mensen en burgers erkent, in plaats van hen te trakteren op een discriminatie light model, zoals de Duitse overheid nu doet, en waarbij discriminatie en infantilisering nog steeds de boventoon voeren.

Want hoewel de op til zijnde Duitse legalisering verbeteringen voor de cannabisgebruikers meebrengt, beëindigt ze de eeuw lange onrechtvaardige vervolging en discriminatie niet. Enkele simpele vragen bij het nieuwe wettelijke kader brengen dit onmiddellijk aan het licht.

Waarom mag een cannabisgebruiker maar 50 gram cannabis en drie planten thuis hebben terwijl iedere volwassene een ongelimiteerde, en schadelijkere, voorraad bier, wijn en sterke drank voorradig mag hebben?

Waarom moet een cannabisgebruiker zich laten registreren om in een cannabis social club cannabis aan te kopen, terwijl men anderzijds zonder registratie zoveel alcohol kan inkopen als men wenst?

Is het registreren van minderheidsgroepen overigens wel zo aangewezen om hen als gelijkwaardig te beschouwen? En wat is er overigens zo sociaal aan een cannabis social club wanneer volwassenen er ter plaatse geen cannabis mogen gebruiken?

Hoe zou de gemiddelde cafébezoeker het ervaren indien hij of zij bij een volgend cafébezoek, pas na voorafgaande registratie, wat bier of wijn zou kunnen kopen, maar het aangekochte niet ter plekke zou mogen consumeren? Het is duidelijk dat sociaal niet voor iedereen hetzelfde betekent en dat de gelijkschakeling tussen cannabisgebruiker en volwaardige burger, ook met het discriminatie light model, nog een hele weg heeft af te leggen.

Hoe zou de gemiddelde cafébezoeker het ervaren indien hij of zij bij een volgend cafébezoek, pas na voorafgaande registratie, wat bier of wijn zou kunnen kopen, maar het aangekochte niet ter plekke zou mogen consumeren?

Hopelijk kan dit snel gebeuren en hoeven er niet opnieuw enkele generaties dissidente cannabisliefhebbers opgeofferd te worden. Tot dan blijft de cannabisgebruiker zonder meer een minachte tweederangsburger.

Wellicht verkrampt een deel van de lezers, zeker de politieke voogden onder hen, na het lezen van dit artikel en de hierboven gestelde vragen. Misschien komt het omdat vele politici en burgers zich niet helemaal bewust zijn van de mensonterende politiek die cannabisgebruikers al bijna een eeuw lang ervaren, en dat op vele plaatsen (zoals België) gehandhaafd blijft.

Aldaar lijkt het misschien een goed idee om in navolging van Zuid-Afrika een waarheids- en verzoeningscommissie op te richten om hen hiervan op de hoogte te brengen. In aanloop naar de commissie zouden de overheden als blijk van goodwill misschien een fractie van het geld, dat ze afgelopen decennia massaal investeerde om, weinig succesvol weliswaar, de schadelijkheid van cannabis aan te tonen, kunnen spenderen om de opgelopen trauma’s bij de miljoenen gebruikers van afgelopen eeuw in kaart te brengen.

Met een minimum aan empathie is het allicht mogelijk om velen te laten begrijpen dat honderd jaar verbodsregime diepe sporen bij de geviseerde minderheidsgroep heeft nagelaten.

Of hoe denkt u dat; permanent minacht worden door de media (las u ooit iets positiefs over cannabisgebruikers?) en verkeerd geïnformeerde medeburgers, op ieder moment (brutaal) aangehouden kunnen worden, vernederende fouillages en huiszoekingen moeten ondergaan, hoogoplopende boetes en gerechtskosten aangerekend worden, voogdij over uw kind(eren) verliezen, of nog, zoals miljoenen cannabisgebruikers wereldwijd ervoeren en nog steeds ervaren, een deel van hun bijzondere leven in de gevangenis te moeten slijten, aanvoelt?

En hoe getraumatiseerd blijven medicinale cannabisgebruikers, na dezelfde politionele en juridische lijdensweg ondergaan te hebben, achter?

En hoe getraumatiseerd blijven medicinale cannabisgebruikers, na dezelfde politionele en juridische lijdensweg ondergaan te hebben, achter? Misschien kan men tijdens de aanbevolen onderzoeken, om het geheel wat didactischer en tastbaarder te maken, een meeteenheid ontwikkelen om het Netto Mondiaal Trauma Product, dat 100 jaar cannabisverbod meebracht uit te drukken.

En laat ons de rechtvaardiging voor deze transgenerationele helse groepstocht niet vergeten. Het is en blijft de politieke bestraffing voor de keuze van een bepaalde groep mensen die een minder schadelijk roesmiddel of medicijn verkiest dan het gene dat de geconformeerde meerderheid gebruikt en een onredelijk politiek beleid, dat het anders-zijn verbiedt, dicteert!

 

 

Patrick Dewals is politiek filosoof en de auteur van Medicinale cannabis. Meer dan een medische kwestie. 

 

iSeddon, T., 2016. Inventing Drugs: A Genealogy of a Regulatory Concept. Journal of Law and Society, 43(3), pp. 393-415

iiGrinspoon, P., 2023. Seeing through the Smoke A Cannabis Specialist Untangles the Truth about Marijuana. Essex: Prometheus Books (zie p.13)

iii Bewley-Taylor, D.R., Blickman, T. and Jelsma, M., 2014. The rise and decline of cannabis prohibition. The history of cannabis in the UN drug control system and options for reform. Amsterdam/Swansea: Transnational Institute/Global Drug Policy Observatory.

Nutt, D., 2012. Drugs – without the hot air. Minimising .the harms of legal and illegal drugs. Cambridge: UIT (zie pp.81-82)

vIn het boek The New Jim Crow: Mass Incarceration in the Age of Colorblindness beschrijft advocate en professor Michelle Alexander de pijnlijke geschiedenis in de VS op indrukwekkende wijze.

Eastwood, N., 2021. The Misuse of Drugs Act: 50 years of failure. Socialist Lawyer 89, pp.45-47

viDe Sousa Fernandes Perna, E., Kuypers, K., Ramaekers, J., Theunissen, E. and Toennes, S., 2016. Subjective aggression during alcohol and cannabis intoxication before and after agression exposure. Psychopharmacology, 233, pp. 3331-3340. Hoakena, P. & Stewart, S., 2003. Drugs of abuse and the elicitation of human aggressive behavior Addictive Behaviors, 28(9), pp.1533 – 1554

viiNutt, D., 2012. Drugs – without the hot air. Minimising .the harms of legal and illegal drugs. Cambridge: UIT (pp.81-82)

viiiElsner, M., Galliher, J.F. and Keys, D., 1998. Lindesmith v. Anslinger: An early Government victory in the failed War on Drugs. The Journal of Criminal Law and Criminology, vol.88 n°2, pp. 661-682 (citaat op p. 667)

ixSpeaker, S., 2001., “The struggle of mankind against its deadliest foe”: Themes of countersubversion in anti-narcotic campaigns, 1920-1940. Journal of social history, spring, pp. 591-610. (citaat op p.592)

xDecorte, T., 2014. De regulering van cannabis. Lessen uit het verleden en denksporen voor de toekomst. Mechelen: Wolters Kluwer (zie pp.59-62)

xiVoor 2021 schatte de VN in haar World Drug Report 2023 cannabisgebruikers wereldwijd op 219 miljoen. Binnen een periode van één jaar één keer cannabis gebruiken was trouwens voldoende om als cannabisgebruiker gecategoriseerd te worden. Voorts is het opvallend dat het rapport geen melding maakt van het aantal alcohol – en tabakgebruikers. Voor hen zijn deze substanties blijkbaar nog steeds geen drugs.

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!