De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Honduras – Dictatuur terug van nooit helemaal weggeweest
Analyse -

Honduras – Dictatuur terug van nooit helemaal weggeweest

De effecten van de politieke en sociale instabiliteit in Centraal-Amerika worden zichtbaar in de migratiecrisis. Jasper Rommel geeft per land een analyse van het afgelopen decennium. Vandaag deel 3: Honduras.

dinsdag 3 maart 2020 11:34
Spread the love

De Verenigde Staten beschouwen Honduras als het Israël van Centraal-Amerika. Het land is al decennialang een stabiele geostrategische bondgenoot van Uncle Sam met een stevige militaire VS-basis. Toen Manuel Zelaya tijdens zijn presidentschap onverwachts toenadering zocht tot het linkse blok in Latijns-Amerika onder leiding van wijlen Hugo Chavez, was de nervositeit dan ook groot. Gelukkig voor de Verenigde Staten had ook de lokale elite haar geduld verloren met Zelaya en werd alles in gereedheid gebracht voor de eerste staatsgreep van de 21ste eeuw in Latijns-Amerika.

Na de staatsgreep tegen ‘Mel’ werd alles terug business as usual, voor zover er al sprake was geweest van verandering. Het bedrijfsleven en het leger kregen de touwtjes terug stevig in handen, daarbij gesteund door Washington. Kritische journalisten werden de mond gesnoerd en sociale leiders monddood gemaakt, in gevallen zoals die van Berta Cáceres ook letterlijk. Carlos H. Reyes, Hondurees vakbondsleider, vatte het treffend samen: “De hele staatsgreep en de nasleep ervan hebben twee mechanismen in het land duidelijk blootgelegd. Ten eerste: de macht bevindt zich buiten de staat. Ten tweede: het volk bevindt zich buiten de macht.”

In 2016 werd naar het voorbeeld van de Guatemalaanse CICIG een commissie opgericht die de fraude in het land tot op het bot moest onderzoeken, MACCIH genaamd. Maar al snel werd duidelijk dat dit een afleidingsmaneuver van president Juan Orlando was. Het is geen commissie VN-commissie zoals in het buurland, maar wel van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) waar beter mee te ‘wheelen en dealen’ viel. Er werd afgesproken dat er enkel onderzoek mocht gevoerd worden naar fraudezaken uit de termijn van de voorgaande president. De eerste voorzitter van de commissie, Juan Jiménez Mayor, werd tot ontslag gedwongen omdat hij zaken onderzocht waar de first lady bij betrokken was. De dossiers zijn nooit openbaar gemaakt. Daarnaast bleek ook dat er corruptie was gepleegd bij de aanwerving van personeel voor de ‘anti corruptie commissie’. Ironie ten top.

Toch zou het protest in 2016 terug opflakkeren, toen zittend president Juan Orlando zich kandidaat stelde voor een tweede termijn. Daarvoor moest hij de grondwet omzeilen, maar met de hulp van zijn vriendjes in het Hooggerechtshof was dat maar een klein obstakel. Ironisch genoeg was de staatsgreep tegen Zelaya verkocht met het argument dat de democratie gered moest worden, omdat hij een referendum had uitgeschreven met de vraag om zich herverkiesbaar te laten stellen. Dat Juan Orlando – of JOH zoals hij in Honduras genoemd wordt – dat enkele jaren later zonder enige vorm van democratische inspraak zomaar doet, was voor niemand een probleem. Toch niet voor de traditionele machthebbers.

Juan Orlando en de Partido Nacional dachten die verkiezingen ook eenvoudig te winnen, enerzijds door steun van de traditionele machtsbasis en anderzijds door het ‘gebruikelijke’ kopen van stemmen en gesjoemel met kiesregisters en identiteitskaarten. Toen op de verkiezingsavond echter bleek dat Salvador Nasralla van de Alliantie tegen de Dictatuur op een overwinning afstevende, werd zelfs naar Hondurese normen een huzarenstukje afgeleverd. In opdracht van de door Juan Orlando gedomineerde Verkiezingsraad werd het tellen van de stemmen gedurende 36 uur volledig stilgelegd. Toen het tellen vervolgens weer werd hervat haalde Juan Orlando op miraculeuze wijze zijn achterstand in, om volgens de officiële cijfers met 1,6% voorsprong te eindigen. De term ‘bananenrepubliek’ kon weer vanonder het stof worden gehaald.

Er volgde zwaar straatprotest op deze slecht geënsceneerde verkiezingsfraude, waarbij meer dan dertig doden vielen. Maar met de hulp van het repressieapparaat van politie en leger – en steun van Washington achter de schermen – kon JOH toch opnieuw de eed afleggen. De mobilisatiekracht van de protestbeweging tegen de president nam snel af. Enkel de universiteitsstudenten en een handvol lokale gemeenschappen voerden nog actie ‘tegen het continuïsme’.

Toch lijkt Juan Orlando in zijn tweede termijn verzwakt. Het neoliberaal beleid wordt gewoon verdergezet, maar verdere hervormingen doorvoeren lukt moeilijk. Juan Orlando heeft geen enkele legitimiteit in Honduras en beseft dat ook. In het parlement heeft JOH slechts een nipte meerderheid, dankzij de steun van drie kleine partijtjes. In de pers wordt de president stevig op de korrel genomen. Zelfs binnen zijn eigen partij is er ontevredenheid. Hij is als de dood voor nieuwe protesten die zijn positie nog verder kunnen verzwakken, en probeert de schijn op te houden van dialoog met het middenveld. De ambtenarenvakbond heeft daar bij de CAO-onderhandelingen handig gebruik van gemaakt door de grootste loonopslag in decennia binnen te halen.

Tekenend was ook de politieke crisis die dit jaar uitbarstte. Juan Orlando vaardigde onder druk van het IMF twee besluiten uit die zowel in de gezondheidssector als in het onderwijs zouden leiden tot privatiseringen en massaontslagen. Vakbonden, middenveldorganisaties en ordes van geneesheren en leerkrachten kwamen massaal op straat en ook de beweging tegen Juan Orlando zelf vond een tweede adem. Na twee dagen van protesten en wegblokkades – die gepaard gingen met zware repressie, politiegeweld en schade aan openbare gebouwen – zag het regime zich aan de vooravond van de Dag van de Arbeid gedwongen om de twee besluiten in te trekken. De Orde der Geneesheren richtte samen met middenveldorganisaties een nationaal platform op dat de pijlen richtte op zes eerdere presidentsbesluiten en op de kaderwet sociale bescherming. Pas toen de regering ook die zes gecontesteerde decreten introk, kon ze het vuur uit de lont halen. Want ondertussen weerklonk ‘fuera JOH’ overal in Honduras en kwamen de eerste barsten in de alliantie met de werkgeversorganisaties. In plaats van een betrouwbare marionet is Juan Orlando  voor hen een figuur geworden die de sociale onrust niet genoeg de baas kan.

Nog onfortuinlijker voor Juan Orlando was de arrestatie van zijn broer Tony Hernández op de luchthaven van Miami, in november 2018. Hij wordt ervan beschuldigd om tonnen cocaïne binnengesmokkeld te hebben in de VS, met de hulp van Hondurese instellingen. Opvallend feit: Tony Hernández was tot 2018 parlementslid voor de regeringspartij Partido Nacional. Misschien komen we nu een stap dichter bij het antwoord op de vraag waar al het geld vandaan kwam voor de presidentscampagne van Juan Orlando en voor het omkopen van de kiescommissie.

Dit jaar lekte uit dat Juan Orlando ook zelf het doelwit vormt van een onderzoek naar drugsmokkel en witwaspraktijken in de VS. Uit een rapport van het New Yorkse openbaar ministerie, blijkt dat Juan Orlando anderhalf miljoen dollar drugsgeld gebruikte om zijn kiescampagne te financieren. Zo ziet het ernaar uit dat Honduras officieel opklimt van ‘bananenrepubliek’ naar ‘narcostaat’.

Honduras bevindt zich in een steeds grotere neerwaartse spiraal. Naast de politieke malaise, gaat de bevolking er net als in de twee andere landen van de ‘noordelijke driehoek’ gebukt onder armoede, werkloosheid en bendegeweld. 62% van de actieve bevolking is werkloos, werkt in de informele sector of verdient minder dan het officiële minimumloon. De situatie lijkt voor velen uitzichtloos, geen wonder dat in tien jaar tijd bijna één miljoen mensen weggevlucht zijn uit Honduras. Vooral de migrantencaravanen van het afgelopen jaar trokken daarbij de aandacht, niet in het minst door de furieuze reacties van VS-president Donald Trump.

“Ik weiger de term migratie te gebruiken”, zegt Samuel Zelaya van de Hondurese gezondheidsorganisatie ALCISAHO daarover. “Het gaat hier over gedwongen ontheemding. Mijn landgenoten zijn radeloos. De uitzichtloosheid van het geweld en de economische en politieke malaise dwingt hen om te verhuizen. Velen vrezen voor hun eigen leven of voor dat van hun kinderen. Het is geen toeval dat de eerste karavaan vertrok uit San Pedro Sula, een Hondurese stad die wedijvert voor de titel van gevaarlijkste stad ter wereld. Niet alleen is het moordcijfer er hoog, de bevolking staat dagelijks bloot aan afpersingen en overvallen door maras. Dat zijn jongerenbendes die de controle over de grootsteden hebben overgenomen en een waar terreurbewind installeerden. Honduras is het derde gevaarlijkste land van het continent en staat in sommige oplijstingen zelfs hoger dan landen die officieel in oorlog zijn.”

Ondanks deze instabiliteit, is de vaststelling dat de echte machtshebbers achter de schermen hun gram gehaald hebben met de staatsgreep tien jaar geleden. In Honduras is het neoliberaal model met een autoritaire regering geconsolideerd. Het ontbreekt ook aan een echt geloofwaardige oppositiekracht. Ondertussen is de eerste migrantencaravaan van het nieuwe jaar uit Honduras vertrokken.

Het is zoeken naar lichtpuntjes in Honduras. Vrouwenorganisaties, vakbonden, boeren-, milieu- en inheemse bewegingen zetten alle zeilen bij om het tij te keren en boeken nu en dan een belangrijke sociale overwinning. Toch is de beweging – zeker sinds het stilvallen van de grote protesten tegen JOH – eerder versnipperd. Ook het gezondheids- en onderwijsplatform waarin alle belangrijke middenveldorganisaties verenigd waren, heeft de conjunctuur niet kunnen overtijgen. Begin dit jaar namen studenten van de grootste universiteit van het land het initiatief om een ‘Nationale Ontmoeting voor Honduras’ te organiseren, daarbij gesteund door docenten en de universiteitsdirectie. Ze willen hand in hand met het middenveld alternatieven formuleren en strategieën zoeken om een uitweg te zoeken uit de crisis. Het is momenteel onmogelijk om uitspraken te doen over welke dynamiek dit zal teweegbrengen, maar er zit duidelijk (langtermijn)visie achter. In elk geval is José ‘Pepe’ Mujica – ex-president van Uruguay – er danig enthousiast over dat hij speciaal naar Honduras zal reizen om de eerst bijeenkomst bij te wonen. Een nieuwe sprankel hoop voor de uitbouw van een alternatief?

 

Auteur: Jasper Rommel

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!