Denton, Texas. Hele dorpen raakten geïsoleerd door het gure winterweer. Foto: FEMA/US National Archives
James K. Galbraith, Institute for New Economic Thinking,

“IJskoude waarheid: winterramp Texas is kille vrije marktlogica”

maandag 15 maart 2021 17:00
Spread the love

 

Lenin was een beter econoom dan Rick Perry[1]. Hij omschreef het communisme als “sovjetmacht plus stroomvoorziening voor het hele land”. In een competitie met Stalin bouwde de New Deal[2] dammen en legde elektriciteitsleidingen in het achterland van Amerika.

Lyndon Johnson, toen nog een jong Congreslid, kreeg Roosevelt[3] zover om hem te helpen bij de bouw van de Mansfield-dam, die openbare stroom naar het Texaanse heuvelland bracht, en een tweede, de Tom Miller-dam, die stroom naar de stad Austin bracht.

Maar de tijden veranderden. Texas groeide en de vrije markt veroverde de regering van de staat. Economen stippelden voortaan de te volgen weg uit. Elektriciteit is het ultieme standaardproduct, elke stroomstoot is exact als elke andere.

Texas beschikt over een zelfvoorzienend netwerk, afgesloten van de handel tussen de staten en was bijgevolg vrijgesteld van federale regelgeving. Bestaat er een betere plaats om de deugden te bewijzen van een concurrentieel en gedereguleerd systeem?

Onder New Deal-achtige regelgeving kregen elektriciteitsbedrijven een gegarandeerd rendement op hun investeringen, die werden gecontroleerd door een commissie die de prijzen vaststelde en stabiliseerde. Dit was (in principe) voldoende om bouw en onderhoud te dekken én een redelijke winst te garanderen, maar niet zoveel dat er sprake was van monopoliewinsten. Nutsbedrijven waren een stabiele maar saaie bedrijfstak, dit was gemeentelijk socialisme.

Economen klaagden: volgens hen hadden dergelijke nutsbedrijven de neiging om te veel te investeren. Hoe grootschaliger hun activiteiten, hoe hoger hun totale kosten, hoe meer zij konden verkrijgen van zij die de tarieven vastlegden.

Wat te doen? Economen stelden een vrije markt voor: laat energieproducenten met elkaar concurreren voor stroomlevering aan de consument via het gemeenschappelijke elektriciteitsnet. Vrij te bepalen contracten zouden de voorwaarden en de prijs bepalen.

Concurrentie zou garant staan voor een minimum efficiëntie en doorgaans lage prijzen, die de brandstofkosten plus de kleinst mogelijke winstmarge zouden weerspiegelen. De rol van de staat zou daarbij minimaal zijn. Die zou enkel het  gemeenschappelijke net beheren, waarlangs stroom van producent naar consument vloeit. In tijden van schaarste zouden de prijzen kunnen stijgen, maar in dat geval zou de markt beslissen. Wie niet ‘wenste’ te betalen, kon altijd zijn schakelaar uitzetten …

Dit was het perfecte schoolvoorbeeld, aanbod aan de ene kant, vraag aan de andere en een neutrale manager ertussenin. Toegegeven, er zaten wat losse eindjes aan. Een daarvan is dat de vraag naar elektriciteit inelastisch[4] is, zoals economen dat noemen. Stroomvoorziening reageert niet erg veel op de prijs, maar wel op weersveranderingen en in tijden van hitte of koude wordt de vraag zelfs nog meer onelastisch.

Elektriciteit wordt in de VS nog steeds grotendeels geleverd via bovenleidingen, wat hen veel meer gevoelig maakt voor winterschade. Foto: Famartin/CC BY-SA 4:0

Een ander detail was dat op een gewone markt enige speling kan zitten in de verhouding tussen vraag en aanbod. Wanneer een visboer zijn vangst niet verkocht krijgt, kan hij aan het eind van de dag zijn prijs nog verlagen – hij kan zelfs zijn schelvis invriezen om de volgende dag te verkopen. Elektriciteitsaanbod werkt zo niet. Het aanbod moet elke minuut van elke dag precies gelijk zijn aan de vraag. Als dat niet zo is, kan het hele systeem falen.

Dit systeem had dus drie zwakke plekken. Ten eerste zette het aan tot moordende concurrentie, met als doel om zo goedkoop mogelijk stroom te leveren. Dat hield ondermeer in dat machines, putten, meters, pijpen en zelfs windmolens niet werden geïsoleerd tegen extreme koude – wat in Texas zeldzaam is maar niet ongekend. Ten tweede liet het de prijzen vrij om te fluctueren. Ten derde zorgde het ervoor dat de prijzen het meest zouden stijgen precies op die momenten dat de vraag naar stroom het grootst was.

In 2002 dereguleerde Texas onder gouverneur Rick Perry zijn elektriciteitssysteem. Enkele jaren was de vrije elektriciteitsmarkt in heel de staat operationeel. Het net werd beheerd door ERCOT, een non-profit organisatie. Uiteindelijk waren er in totaal zeventig stroomverkopers. Hoewel enkele steden – waaronder Austin – hun openbare elektriciteitsvoorziening behielden, waren zij wel aan het globale systeem van de staat gekoppeld.

Dit marktsysteem kon goed werken, meestal … Prijzen stegen en daalden. Klanten die geen langetermijncontracten afsloten liepen daarbij een zeker risico. Eén leverancier, met de naam Griddy, bood een heel bijzonder pakket aan: voor 9,99 dollar per maand kreeg je stroom tegen de groothandelsprijs op eender welke willekeurige dag. Dat was pas goedkoop! Meestal …

Het probleem met “meestal” is dat mensen altijd elektrische stroom nodig hebben. En de bestuurders van Texas wisten tenminste al sinds 2011, toen de staat een korte, strenge vorstperiode doormaakte, dat het systeem bij extreem weer volkomen instabiel was. Toch lieten ze het voor wat het was.

Om het systeem te verbeteren zouden ze het namelijk aan regels moeten onderwerpen. En dat wilden ze niet, omdat de stroomaanbieders een rijke bron van campagnefinanciering zijn, die niet gereguleerd wilden worden en evenmin kosten wilden maken om hun materiaal weersbestendig te maken, iets dat toch niet nodig is, meestal … In 2020 werden daarbovenop zelfs de vrijwillige inspecties opgeschort wegens Covid-19.

Toen kwam de diepe vorst van 2021. De vraag ging de hoogte in. Het aanbod daalde. Aardgas bevroor in de putten, in de leidingen en in de centrales. Niet-weerbestendige windmolens vielen eveneens uit, maar dit is slechts een klein deel van het verhaal.

Sweetwater, Texas. Windmolens moeten opgewarmd worden om te kunnen draaien tijdens extreme koude. Foto: Tom McCarthy Jr./texashighways.com

Aangezien Texas afgesloten is van het netwerk van de rest van het land, konden geen reserves geïmporteerd worden. Gezien de koude alom zouden er toch geen beschikbaar geweest zijn. Toen kwam een moment, op zondag 14 februari of de dag daarna, dat de vraag zo groot werd dat ze het aanbod overtrof en dat het hele elektriciteitsnet van Texas tot op enkele minuten van totale instorting kwam, wat maanden herstel zou hebben geëist.

Terwijl dit gebeurde, stortte het prijsmechanisme volledig in. Groothandelsprijzen stegen tot het honderdvoudige maar de contractueel vastgelegde prijzen aan de consument niet, behalve dan voor de ongelukkige klanten van Griddy, die in een klap elke dag met rekeningen van duizenden dollars opgezadeld werden. ERCOT zag zich daarom genoodzaakt de stroom af te sluiten.

Dat was misschien nog aanvaardbaar geweest moest het uitgevoerd zijn volgens een beurtrol in alle buurten van de staat. Dat was echter onmogelijk: je kan ziekenhuizen, brandweerkazernes en andere kritieke voorzieningen niet zonder stroom zetten, net zomin als hoogbouw in de binnenstad die van liften afhankelijk zijn. In sommige gebieden bleven de lichten dus branden, in andere gingen ze dagenlang uit. Je zou het selectief socialisme kunnen noemen.

Wanneer het licht dooft en de verwarming uitgaat, bevriest het water, wat de volgende fase van deze ramp werd. Want wanneer water bevriest, barsten leidingen, en wanneer leidingen barsten, kan de watervoorziening de vraag niet meer bijhouden.

Daarop daalde in heel Texas de waterdruk dramatisch. Ziekenhuizen zonder water konden geen stoom en dus ook geen warmte genereren en sommige moesten geëvacueerd worden. Ondertussen bleef ijsvorming de elektriciteitskabels[5] neerdrukken.

Voor de meesten onder ons werd het afwachten geblazen. We wisten dat de stroom snel terug zou komen, wanneer die niet meer zo broodnodig zou zijn. We wisten wel niet hoe lang het zou duren voor de watervoorziening weer volledig hersteld zouden worden. Of je voedsel had was een kwestie van hoe goed voorbereid je was. Wie geen geldsommen had klaarstaan, wie op officiële informatie vertrouwde, wie niet voor de storm de deur uit was – al die mensen geraakten zwaar in de problemen.

Rick Perry heeft ons ervan overtuigd dat wij Texanen bereid zijn onszelf op te offeren om de vloek van het socialisme te vermijden, maar dat houdt nu geen steek meer. In de nasleep van dit debacle zullen we teruggrijpen naar een New Deal-stijl van gemeentelijk socialisme. Anders zal deze ramp van stroom, water en gastekort zich opnieuw voordoen.

Socialisme is regeren voor technische zaken met ingenieurs en anderen die verstand van zaken hebben, niet met ideologen die niets van technische kwesties afweten. In vergelijking met het Texas van eind februari 2020 is dat niet zo’n slecht vooruitzicht.

In de Sovjet-Unie bleven, ondanks alle andere gebreken en de Russische kou, de stroom en de warmte wel altijd gewoon werken. Zelfs tijdens de ergste vrije markt-ineenstorting na de val van de Sovjet-Unie, bleef de metro van Moskou, een triomf van gemeentelijk socialisme, gewoon verder werken.

 

Cold Truth: The Texas Freeze is a Catastrophe of the Free Market werd vertaald door Louise Hantson. Auteur James Kenneth Galbraith (1952), econoom, is de zoon van econoom John Kenneth Galbraith (1908-2006). Hij geeft les aan de  University of Texas in Austin. In de jaren 1980 werkte hij als adviseur voor de Commissie Economie van he federale Congres in Washington DC. In de eerste helft van 2015 was hij adviseur van Grieks minister van financiën Yanis Varoufakis.

 

Notes:

[1] Rick Perry, voormalig gouverneur van Texas (2000-2015).

[2] De New Deal was een sociaal-economisch programma om het land uit de Grote Depressie te krijgen. Met enorme infrastructuurwerken door de overheid werd de enorme werkeloosheid opgelost. Verder werd de bankwereld grondig hervormd, onder meer met een scheiding tussen investeringsbanken en spaarbanken.

[3] Later president Lyndon Johnson (1963-1968). President Franklin Delano Roosevelt (1933-1945)

[4] Een product is niet elastisch wanneer de verkoop niet wordt bepaald door de prijs maar door de noodzaak voor het product. Mensen kopen niet dubbel zoveel boter wanneer de boter de helft goedkoper wordt. Ze kopen nog altijd zoveel boter als ze verbruiken.

[5] Een bijkomend probleem dat Amerikaan Galbraith misschien niet doorheeft. Buiten de grote steden (en zelfs daar) wordt stroom in het overgrote deel van de VS nog steeds geleverd met bovenleidingen aan houten palen, eveneens een gevolg van winstbejag in plaats van investeringen in ondergrondse leidingen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!