Opinie -

Durft N-VA niet zeggen dat ze een culturele revolutie wil?

Als reactie op de hervorming van het kunstendecreet die cultuurminister Jan Jambon wil doorvoeren, schreef journalist Wouter Hillaert voor het tijdschrift rekto:verso een genuanceerde analyse [1] van het gele cultuurbeleid. Conclusie? De decreetwijziging zet duidelijk de deur open om de culturele instellingen veel meer onder politieke controle te krijgen. Is dat de achterliggende intentie? Meer ‘beleidsvrijheid’ scheppen, zoals kabinetschef Joachim Pohlmann dat noemt in een recent interview op Doorbraak.be?

maandag 11 januari 2021 15:32
Spread the love

 

Marius Meremans, parlementslid en cultuurexpert voor N-VA, reageerde meteen boos op Facebook: Hillaerts analyse zou grotesk, triestig en degoutant zijn. Foei! Argumenten die uitleggen waarom, lezen we niet. Het tijdschrift zou zich aldus de scheldtirade van Meremans zoals Trump-aanhangers gedragen en ondemocratisch zijn, want N-VA zou de kans niet krijgen om in debat te gaan of te reageren.

Het lijkt Meremans te ontgaan dat deze aanval op de vrije pers zelf trumpiaans van aard is en dat het toch zijn partijgenoot Theo Francken was die Trump bewierookte omdat die ‘slim aan politiek deed’. Of dat het wel zijn partij is die Vlaams Belang mainstream maakt. Het is ook een raadsel waarom het parlementslid van mening is dat hij niet in debat mag gaan? Die slachtofferrol is even doorzichtig als onwaar.

Want we stellen vandaag helaas vast dat het net N-VA is die in het vage blijft, al jaren warm en koud blaast, als het gaat over de cultuurstrijd die ze willen voeren. Het zou dus welkom zijn als Meremans of zijn partijgenoten dat debat inderdaad eens aangaan.

De Vlaming moest toch complexloos over zijn nationalistische identiteit durven spreken? Laten we het dan eindelijk eens hebben over hoe zijn partij het onbehagen leest dat sowieso in elke maatschappij leeft? En waar dan de frustraties volgens zijn partij zitten? Een debat dus, over de grond van de zaak.

Cafe Weltschmerz

Het artikel van Hillaert geeft hiervoor een treffende voorzet door te verwijzen naar een videogesprek dat de huidige kabinetschef Joachim Pohlmann had met Sid Lukkassen, huisfilosoof van Thierry Baudet en alt right-spreekbuis bij onze noorderburen. In zo’n context durft N-VA blijkbaar wel vrijuit te spreken. Dat videogesprek, dat deel uitmaakt van het mediakanaal ‘Cafe Weltschmerz’, dat momenteel overuren draait inzake corona-ontkenning en anti-vaxxers, kwam er naar aanleiding van de Duitse conservatief Ernst Jünger die nota bene nog onder de Nazi’s diende. Dat Pohlmann zich als een hedendaagse Jünger opvat zou wel meer aandacht mogen krijgen.

Jünger had weliswaar kritiek op Hitler, wat hem blijkbaar volgens de gesprekspartners zou vrijpleiten, hoewel hij het nazisme zelf nooit actief heeft bestreden. Als antisemiet verheerlijkte hij geweld en hij had een grote afkeer voor de democratie. Met zijn racistische en hiërarchische maatschappijvisie zoals uiteengezet in zijn essay De arbeider (1932) zit hij duidelijk op een fascistische lijn. Dat verdwijnt bij onze kabinetschef Cultuur blijkbaar allemaal onder een mantel der liefde omdat we in Jünger de passionele riddermoraal zouden kunnen terugvinden van de eigengereide cultuuraristocraat die moderniteit ook hekelde. Daar zien nieuwrechtse ideologen als Pohlmann een rolmodel in voor de jeugd.

In dat gesprek krijgen we vanaf minuut 25 een mooie inkijk in het wereldbeeld van de partij-ideoloog Pohlmann. Dat het kapitalisme de motor is voor de ongelijkheid en de vervreemding die wij voortdurend ondergaan? Of dat dit economisch systeem terloops de traditionele culturen uitvaagde in de wedloop om van alles koopwaar te maken? Die probleemanalyse zet Pohlmann liever naar zijn hand. Privatisering en vermarkting zijn in wezen niet het voorwerp van zijn kritiek. Hij richt zich daarentegen vooral op de culturele effecten ervan: de globalisering zorgt ervoor dat onze eigen identiteit van weleer onder druk komt te staan. ‘We zijn pionnen op een schaakbord geworden. Cultuur en identiteit staat efficiëntie in de weg.’

Wat die identiteit precies is, vernemen we helaas niet. Het probleem zou bijvoorbeeld zitten in het feit dat Starbucks geen kerstbomen meer plaatst want ze willen niemand kwetsen. Dus niet de commerciële suikerfabriek Starbucks is het probleem, maar de kerstboom die daar niet zal staan. Vergelijk het met de frustraties over zwarte piet of over het feit dat we de kerstmarkt geen ‘kerstmarkt’ meer zouden mogen noemen, maar dat het wel een consumptiefeestje mag zijn.

Pohlmann verwijst als voorbeeld ook nog naar een reclamefilmpje van Pepsi. Opnieuw: de reclame-tirannie zelf is hier niet het eigenlijke probleem, wel de progressieve boodschap ervan. Want de makers van dat filmpje zouden, aldus Pohlmann, eerst alle doelgroepen afvinken – de vrouw met hoofddoek, de Aziaat die viool speelt … – waardoor je met een boodschap komt te zitten die vaag en kleurloos zou zijn omdat ze door iedereen geapprecieerd kan worden. De multiculturaliteit van het filmpje als boodschap is blijkbaar een probleem omdat de Vlaamse identiteit zo niet uit de verf komt, waardoor wij niet specifiek als Vlaming aangesproken worden. Alsof Pepsi-reclame dat vroeger wel deed?

Appropriatie van linkse systeemkritiek

Leerrijk is dus hoe Pohlmann in de lijn van het conservatisme het maatschappelijke onbehagen ten aanzien van onze hedendaagse consumptiemaatschappij, waarin winstbejag en concurrentie zo totalitair zijn, probeert te recycleren van een economisch naar een cultureel probleem. Een nostalgisch verlangen naar een verloren verleden vanwege de globalisering komt daarbij centraal te staan.

Toen kon het individu nog uniek en authentiek zijn, geen onthechte wereldburger. Dat is het trauma waar nieuwrechts haar discours rond wil opbouwen en waarmee het onze eergevoelens en strijdbaarheid wil aanspreken. Waarin die verloren authenticiteit dan juist zit, leren we niet. We mogen dat nostalgisch sentiment en de onvrede die het vergezelt, zelf cultiveren.

Soms imiteren Vlaamse conservatieven dan de kledij en levensstijl van de Britse conservatieven. Als het kon, zo lijkt het wel, zouden ze nog de vossenjacht in de Vlaamse velden invoeren. Wel duidelijk is dan weer de afkeer van onze cultuurmakers. Nochtans slagen die er dikwijls wel in om op een authentieke manier hun eigenheid, esthetiek en levensstijl te ontwikkelen, weliswaar op een eigentijdse wijze en met open verhouding ten aanzien van een evoluerende wereld.

Die afkeer gaat gepaard met het scheppen van clichés: de yogasnuivers, bobo’s met bakfietsen, cultuurmarxisten, de culturele elite, de kosmopolieten … . Over wie we het dan concreet hebben, blijft vaag. Uiteraard bestaan er wel mensen die het label ‘kleinburgerlijke kosmopoliet’ wel zou staan, maar de retoriek zit in het feit dat je al jouw politieke opponenten tot zo’n label reduceert.

Opmerkelijk is ook dat het conservatieve verdriet niet zozeer zit in een tekort aan een sociaal gevoel, een samenhorigheid die er vandaag in onze geïndividualiseerde wereld niet meer is. Want het feit dat de globalisering een gelijkmaker is die ons allemaal zou verplichten een wereldburger te zijn, als een radertje in een machine, daar zit aldus Pohlmann net het probleem. Die gelijkheid en alles wat ermee gepaard gaat – sociale zekerheid, mensenrechten, vakbonden, communisten, enz. – is de steen des aanstoots.

Want daardoor kunnen we ons niet langer onderscheiden als individu, onze eigenheid niet cultiveren, kortom, daardoor zouden we met een identiteitscrisis zitten en dat zou de oorzaak zijn van het maatschappelijk onbehagen dat we vandaag moeten ondergaan. Het zou dan ook niet om het verlies aan onze etnische homogeniteit gaan, dat is zogezegd het exclusieve discours van extreemrechts, maar om onze culturele homogeniteit. En dat zou zogezegd allemaal niets nog met racisme te maken hebben.

De kosmopoliet als zondebok

De schuld van dit verlies ligt vervolgens niet bij een economisch systeem maar bij een groep mensen die daar verantwoordelijk voor zou zijn: ‘de kosmopolieten’. Die zouden de media, de kunsten en de universiteiten in hun greep hebben en zo hun ideologie opleggen. Dat zou allemaal bewust gebeuren, een politiek-correct complot zeg maar. Zo wordt de diversiteit aan cultuurwerkers in één zak gestoken: ‘de culturele elite.’ Dat zij dikwijls het beste proberen te maken van een snel evoluerende wereld en onze samenleving trachten herop te bouwen in harmonie met de slachtoffers van de globalisering, zoals de migranten die als gastarbeiders naar ons land zijn gebracht om hier onderbetaald het vuile werk te komen doen, wordt hen niet bepaald in dank afgenomen.

De kosmopoliet is natuurlijk een alt right-vijandsbeeld dat de financiële elite handig weet te gebruiken om zelf buiten schot te blijven en ondertussen de werkende mensen tegen elkaar op te zetten. Dat gebeurt op twee manieren. Ten eerste, die kosmopoliet zou geen ontzag hebben voor onze tradities, integendeel, die zou willen dat het allemaal plaats maakt voor de nieuwe global village waarin aldus Pohlmann alles en wij allemaal inwisselbaar zouden zijn, of we nu van Peking komen of van Amsterdam of New York. Deze ontaarde elite zou de mensen in de steek laten door zich tegen het eigene te keren. De conservatief kan zich vervolgens de rol van de hoeder van ons erfgoed aanmeten.

Bijvoorbeeld, door in het cultuurbeleid nadrukkelijk te willen inzetten op Vlaams erfgoed. Omdat alle kunst sinds het modernisme aldus een provocerende Pohlmann decadent zou zijn, lok je zo wel bewust een polarisering uit die dan lijkt te bevestigen dat de hedendaagse cultuurmakers inderdaad hun neus ophalen voor ons Vlaams verleden. Hoewel ze doorgaans vooral verontwaardigd reageren op de politieke recuperatie van ons erfgoed samen met de miskenning van onze hedendaagse kunst en cultuur. Of omdat het helemaal niet klopt dat Vlaams-nationalistische politici wél veel respect voor en verbondenheid met ons erfgoed aan de dag leggen.

Zie bijvoorbeeld hoe de promotie voor de Vlaamse Meesters uitdraaide op een commerciële campagne in functie van toerisme en economie. Dat het de minister van Toerisme was die de grote Jan Van Eyck-tentoonstelling in het MSK vorig jaar in Gent kwam openen, vat het mooi samen. Het zal alvast niet het hele beleid zijn dat de uitverkoop van onze kunst en cultuur aan de commercie zal vermijden, net datgene wat Pohlmann wil aanklagen.

Bovendien: het is niet omdat je interesse hebt in andere culturen dat je jouw eigen culturele verleden minderwaardig zou vinden. Het is ook niet omdat je de negatieve kant van ons verleden onder de aandacht wil brengen om een herhaling ervan te vermijden – kolonisatie, Jodenvervolging, sociale uitbuiting – dat je onderhevig zou zijn aan ‘zelfschaamte’.

‘De conservatieve revolutie’

Ten tweede, naast de tegenstelling verleden versus heden, kan je met het artificiële vijandsbeeld van de kosmopoliet ook nog op een bestaande culturele breuklijn inspelen. Immers, minder geschoolde mensen voelen mentaal soms geen of weinig afkeer van rijkelui omdat ze het zich nog wel kunnen voorstellen, weliswaar geholpen door de reclame en de entertainmentindustrie, dat zij of hun kinderen ooit zelf veel geld hebben. Bijvoorbeeld via een winnend lot van de loterij. Die identificatie met de elite, zeker in tijden van Trump, verloopt nog vrij vlot. Maar ze kunnen het zich minder goed voorstellen dat ze deel zullen uitmaken van een intellectueel, artistiek of internationaal milieu. Daar zit een culturele drempel. Rechts-populisme exploiteert die mentale afstand voor een verdeel-en-heers: zij zouden ‘de stem van het volk’ vertegenwoordigen tegen ‘elitair links’ in, dat de neus voor de gewone mens ophaalt.

Het handige aan het vijandbeeld van de kosmopoliet is overigens niet alleen de verdeel-en-heers. Je kan ermee ook de waarden negeren waar jouw opponenten werkelijk voor staan en hen ondertussen alle zonden van de globalisering in de schoenen schuiven zodat je het niet meer over het kapitalisme moet hebben. Hoewel het conservatisme historisch onderdeel uitmaakt van de anti-Verlichting-traditie – het is een tegenbeweging tegen de toenemende gelijkheid en vrijheid voor iedereen ten voordele van een hiërarchisch en elitaire organisatie van onze samenleving volgens de oude waarden van adel en clerus – proberen sommige conservatieven, zoals Pohlmann en Bart De Wever, zich ook de Verlichting toe te eigenen door het beeld uit te vergroten dat het die postmoderne en nihilistische kosmopolieten zouden zijn die sinds mei ’68 de waarden van de verlichting gedeconstrueerd zouden hebben.

Zo hebben zij ons in het verval gestort, onderhevig aan identiteitsschaamte. Het complex zou dus niet bij de conservatieve Vlaams-nationalist zitten, nee, het zit bij de progressieven. Europa, vervolgens, zou een cultuurideaal zijn dat verloren is. Wat dat ideaal dan juist is, blijft zoals met ‘onze identiteit’, gehuld in vaagheid.

Om dat onbestemde verlies te bestrijden, is er aldus Pohlmann een conservatieve revolutie nodig: via ‘een lange mars door de instellingen’ moeten ze de universiteiten, de media en de culturele instituten heroveren om een andere culturele hegemonie ingang te doen vinden. Dat zijn letterlijk de woorden van de kabinetschef in het videogesprek. De decreetswijziging waar Cultuur-minister Jambon nu op aanstuurt, past ook wonderwel in die visie.

Bij deze dus de vraag aan parlementslid Meremans, die zelf ook graag de mond vol heeft van ‘de culturele elite’ met hun ‘dictatuur van de diversiteit’: is de bovenvermelde schets dan de manier waarop N-VA ons naar de wereld wil doen kijken? Zo niet, hoe dan wel? En in wat verschilt zijn partij dan precies van het Vlaams Belang dat als vierde partijpunt heeft: ‘de multiculturele vergissing ongedaan maken’? Ik verneem het graag. Laat het debat maar beginnen.

 

Robrecht Vanderbeeken is vakbondsverantwoordelijke cultuurwerkers, ABVV-ACOD Cultuur. Samen met Ine Hermans (ACV Puls) redigeerde hij het protestboek Vlaanderen Excelleert!? Nu verkrijgbaar bij Epo Uitgeverij.

 

Note:

[1] Waar is Jambon mee bezig? Da gade gij mee bepalen!, Wouter Hillaert, https://www.rektoverso.be/artikel/waar-is-jambon-mee-bezig-da-gade-gij-mee-bepalen?fbclid=IwAR2K9oXWQf5YQr9DhuTXOFgTalwBfIom8oNVKrtPu_sDjyNS_iRbBgVSqyw

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!