En toen lag ineens ook Brussel in de vuurlijn. In die lange lange vuurlijn die over de wereld kronkelt van Kaboel naar Bagdad, over Aleppo en Gaza, tot diep in Kenia en Ivoorkust, langs New York, Madrid, Londen, Parijs. Die bloedlijn van het terrorisme heeft haar weg gevonden naar het hart van Europa.
Nu bonkte het bij ons in de keel. Op zo’n moment ben je geen natie, geen geloofsovertuiging. Als je hart in je keel klopt, ben je mens. In het aanschijn van terreur zijn we allemaal kinderen van ouders, ouders van kinderen, kennissen van slachtoffers. Geschokte zielen met een krop. Onze gedachten gaan naar wie gestorven zijn, naar hun familie. Ze namen gewoon de metro. Ze zouden gewoon het vliegtuig nemen. Op een doodgewone dinsdag.
Het grootste gevaar van terreur is dat nu ook de angst doodgewoon wordt. Dat militairen op straat doodgewoon worden, samen met onze argwaan voor anderen. Het grootste gevaar van terreur is dat vrijheid iets wordt dat je alleen nog kan ervaren achter hoge muren, achter grote rollen prikkeldraad, achter dure beveiligingscodes. Dat is wat terreur doet: muren opwerpen. Ze maakt van onze wereld een samenleving van kampen, van ‘wij’ tegen ‘zij’. Ze maakt van mensen kampbewoners.
Dat laten we niet gebeuren. Daarom zijn we hier vandaag bijeen. Waar bommen gemaakt zijn om te versplinteren, is het onze grote verantwoordelijkheid om de boel samen te houden. Martin Luther King zei het zo: ‘We moeten dijken van moed bouwen om de vloed van angst tegen te houden.’ Onze dijken beginnen waar de muren tussen wij en zij neergaan.
En die verantwoordelijkheid verwachten we ook van onze beleidsmakers. Waarom trokken ze 400 miljoen euro extra uit voor ons verhoogde veiligheidsgevoel, terwijl de media nu vol staan over mogelijke blunders? Waarom werden na de aanslagen in Parijs verschillende onschuldigen het slachtoffer van ethnic profiling, terwijl nu blijkt dat de echte kamikazes amper werden gescreend? Pak de versnippering van onze politiediensten aan. Stop de dubbele moraal in onze internationale politiek, stop de wapenexport naar bedenkelijke regimes. Vredespolitiek vóór oorlogsretoriek. Onveiligheid bestrijd je niet door mensen tegen elkaar op te zetten.
Wij beloven hier om daarover te waken. Nu ook Europa de ogen heeft moeten openen voor de grote terreur, mogen we ze vooral niet meer sluiten voor de kleine terreur: de intimidaties, de discriminatie, het racisme. Waar die kleine terreur doodgewoon wordt, moeten we er ons net zo eensgezind over verontwaardigen als over de grote terreur.
Samen staan we op tegen haat en agressie. Handen in elkaar, armen open. Vrijheid, veiligheid en solidariteit horen samen. Laten ons daarom altijd, in elk debat over deze kwestie, terug dat moment herinneren dat bij ons allemaal het hart in de keel klopte. Dat moment dat we samen mensen waren. Hart boven haat.