Het lijkt een evidentie. Kleine kinderen die traumatiserende zaken hebben meegemaakt – een ouder verliezen in een ongeval, zwaar gewond geraken door een brand, mishandeling door een dader… – moeten gespecialiseerde psychologische hulp krijgen om hun leven terug op de sporen te krijgen.
Beeld je een land in waar honderdduizenden kinderen de gruwelijkste dingen hebben gezien of zelf ondergaan en waar niets wordt gedaan om hen bij het verwerken van die ervaring te helpen. Het bestaat. Op acht jaar tijd werd de weerloze bevolking van Gaza driemaal geterroriseerd door een van de technologisch best uitgeruste legers ter wereld.
Bij de laatste aanval van het Israëlisch leger in augustus 2014 werden 507 kinderen omgebracht en bleven 3598 andere met zware letsels achter. De Spaanse cineast Hernan Zin liet enkele van deze kinderen hun verhaal vertellen. Centraal zijn de vier jongetjes die de aanval van de Israëlische zeemacht op henzelf en vier van hun neefjes overleefden op het strand van Gaza. Ze werden er neergeschoten terwijl ze aan het voetballen waren.
Deze aanslag was voorbestemd om slechts een cijfer in de statistieken te worden. Het leger van Israël beging echter de tactische blunder om deze aanslag te plegen in het volle zicht van de internationale pers. De jongens speelden op het strand net tegenover een hotel waar tientallen buitenlandse journalisten gelogeerd waren.
Die internationale media-aandacht heeft de overlevende jongens niet veel opgebracht. Een van hen heeft nog steeds meerdere metalen splinters in zijn lichaam, een andere gaat nog regelmatig in katatonische choc (een psychologische reactie waarbij het lichaam volledig passief wordt en niet meer op impulsen reageert). Een ander heeft voortdurend hysterische huilbuien.
Zij zijn niet de enige kinderen die in deze documentaire hun verhaal vertellen. Zo is er een meisje dat als enige van haar gezin een bomaanslag op hun huis overleefde. Een ander meisje kan niet naar het buitenland voor plastische chirurgie aan haar aangezicht.
Kinderen die fysiek ongedeerd uit de aanvallen zijn gekomen nemen eveneens het woord. Ook zij zijn psychisch gekwetst. Zeer pakkend is het kalme verhaal van een jongetje die met zijn handen toont hoe groot het grootste hele stuk was dat van zijn broer was overgebleven, of de jongen die moet gaan werken om als enige kostwinnaar zijn moeder en zijn broers en zussen te onderhouden.
De regisseur laat de kinderen gewoon babbelen en spelen met hun vriendjes. Ze vertellen hun verhaal heel sereen, geen melig getraan, slechts ingetogen leed. De film eindigt met de lijst van alle in augustus 2014 gestorven kinderen. Indrukwekkend.
Wij zagen op het festival ook de documentaire The True Cost over de werkelijke sociale kost van de kledingindustrie. Rana Plaza was geen ramp maar een misdaad en geen uitzondering maar de regel. Zie deze recensie in DeWereldMorgen.be.
Het Brusselse VrijheidsFestival des Libertés heeft plaats op twee locaties in Brussel, de KVS en het Théatre National en loopt nog tot 31 oktober. Zeer de moeite waard. Na de meeste films volgt nog een gesprek/vraag-en-antwoord met betrokken persoonlijkheden, filmregisseurs, vertegenwoordigers van ngo’s.
Trailer van Born in Gaza (met Spaanse ondertitels, de film wordt hier vertoond met tweetalige onderschriften):