President Erdogan heeft er tijdens zijn
politieke loopbaan als eerste minister en voorheen als politiek
opposant nooit een geheim van gemaakt dat hij grootse plannen heeft
met Turkije en niet van plan is daar van af te wijken. Als hij al
compromissen sloot of pragmatische beslissingen nam, dan was dat
steeds met zijn uiteindelijke doelstelling in het achterhoofd. In
feite is de man sinds hij op het politieke toneel verscheen nooit van
zijn leidende basisprincipes afgeweken.
Rechtlijnig machtspoliticus
Zijn recente beslissing om basissen van
het Koerdisch verzet in buurlanden Syrië en Irak te
bombarderen, past volledig in die lijn. Ze heeft alles te maken met
het resultaat van de parlementaire verkiezingen van 7 juli 2015. Toen
verloor zijn partij AKP onverwacht 10 procent van haar stemmen en
veroverde de pro-Koerdische partij HDP in een klap 80 zetels met
13,12 procent van de stemmen – ruim boven de vereiste kiesdrempel
van 10 procent.
Daarmee lag zijn plan in duigen om met
een AKP-meerderheid een grondwetswijziging door te voeren die van
Turkije een executief presidentieel systeem zou maken, met hemzelf
aan het roer. Dit was zijn politieke project om zijn persoonlijke machtspositie
aan de top van het land te consolideren. Eenmaal dat systeem
ingevoerd, zou hij er wel voor zorgen dat nieuwe ‘verkiezingen’ voortaan het
gewenste resultaat zouden opleveren.
Het reactionaire nationalistische
maatschappelijk project dat president Erdogan en zijn AKP voor ogen
hebben is bekend. Voor Koerdische rechten en voor andere
democratische verzuchtingen is geen plaats in dat project. Erdogan
staat voor een aartsconservatieve nationalistische staat onder zijn
leiding.
Meer dan één reden
Zoals altijd het geval in dergelijke
geopolitieke evenementen is wat Erdogan nu doet niet zomaar te
herleiden tot één verklaring. De wens om nieuwe verkiezingen alsnog
te winnen, door het land in een mogelijke oorlog te trekken, staat
zeker bovenaan Erdogans lijstje van motieven.
Erdogan kan dit echter alleen omdat er
ook een aantal andere fenomenen meespelen die het hem mogelijk maken
hier mee weg te geraken. De olie in de door de Koerden gecontroleerde
gebieden is zeker een factor die meespeelt. Het besmettingsgevaar van
autonome gebieden onder Koerdisch bestuur aan Turkijes grenzen
speelt eveneens mee. Dat brengt de Koerdische bevolking in Turkije
zelf te veel op verkeerde gedachten.
Door plots de luchtmachtbasis van
Incirlik aan de grens met Syrië terug ter beschikking te stellen van
de Amerikanen – nadat hij dat jarenlang pertinent had geweigerd
– heeft Erdogan meer dan waarschijnlijk de VS gedwongen zijn kant
te kiezen – althans op korte termijn.
Het zoveelste verraad
Waar zijn de Koerden zelf in dit alles?
Meerdere commentatoren hebben het over het zoveelste verraad, nadat
het Koerdisch verzet tegen IS in en rond de stad Kobani de kastanjes
uit het vuur heeft gehaald, ten bate van andermans belangen. Erdogan
wordt verweten tegenover de Koerdische kwestie een schijnheilige,
tweeslachtige koers te varen.
Eerder dan wisselvallig is Erdogan
tegenover de Koerdische kwestie zeer rechtlijnig, alles hangt er van
af hoe je de leidende principes en motieven achter zijn beleid
definieert. Erdogan is/was voor onderhandelingen zolang dat in zijn
kraam paste. De voorbije jaren van economische hoogconjunctuur kwamen
vredesgesprekken met de Koerden hem goed uit.
De economische vooruitzichten zijn
echter minder goed. Niets zo nuttig als een nieuwe oorlog die
iedereen achter de grote leider en beschermer van de natie plaatst om
de mensen – al was het maar even, de tijd om nieuwe verkiezingen te
organiseren – achter de ‘goede’ zaak te scharen.
De westerse aanpak
Erdogan’s houding tegenover de
Koerdische kwestie is natuurlijk hypocriet, maar het
westen is niet bepaald goed geplaatst om hem dat te verwijten. De
wisselvalligheid waarmee Europese en Amerikaanse media nu eens
Turkije de hemel in prijzen, dan weer de schendingen van de
mensenrechten aanklagen is recht evenredig met de geopolitieke
belangen van het ogenblik.
Dat Erdogan met zijn recent initiatief
een groot risico neemt op een uitbreiding van het conflict in zijn buurlanden naar zijn eigen land is voor hem op het ogenblik geen probleem.
Na eventuele nieuwe verkiezingen beziet hij dat wel opnieuw.
Langetermijngevolgen zijn voor politici als hem geen overweging bij
het nemen van dergelijke beslissingen. Waar het hem om gaat is het creëren van nieuwe ‘realiteiten’ om van daaruit verder te gaan.
Menselijk te begrijpen, maar naïef
De teleurstelling die veel
pro-Koerdische activisten ondertussen voelen is menselijk gezien zeer
goed te begrijpen. Hun ‘teleurstelling’ getuigt echter van een groot
gebrek aan historisch inzicht. Zelfs tijdens de periode dat het
Koerdisch verzet in Kobani logistieke steun kreeg van het westen,
leed het geen enkele twijfel dat dat niets had te maken met een
erkenning van de Koerdische strijd zelf.
Verraad is zowat de enige constante die
het Koerdisch volk heeft gekend sinds het ontstaan van de Turkse
staat na het uiteenvallen van het Ottomaanse imperium. De huidige
staatsgrenzen in het Midden-Oosten zijn nog steeds dezelfde die door
de Brits/Franse kolonisatoren werden getrokken, zonder enige rekening
te houden met wat de betrokken volkeren daar zelf van dachten. Dat is
ook vandaag niet anders.
Wie de recente geopolitieke
gebeurtenissen in Turkije analyseert vanuit morele principes is
gedoemd teleurgesteld te worden. Staten hebben nooit een moraal
gehad, alle retoriek over mensenrechten en democratie ten spijt.
Hoe erg dat ook is voor de volkeren die daar de gevolgen van ondergaan, het is nog altijd zo dat de echte beslissingen hier worden genomen en niet ginder. Uiteindelijk zal er dus pas iets ten gronde
veranderen in het Midden-Oosten, wanneer de publieke opinie hier in de
westerse landen niet langer aanvaardt wat in hun naam wordt gedaan. Pas dan kan een situatie ontstaan waarbij de bevolking van het Midden-Oosten zelf kan beschikken over zijn lot.
Om een dergelijke ommekeer in de machtsverhoudingen te verkrijgen, moet dus in de eerste plaats de bevolking hier over de werkelijke gang van zaken degelijk
geïnformeerd geraken. Dat vergt op zijn beurt media die context en achtergrond
geven bij dit nieuws. Dat is voorlopig niet het geval.
Dit laatste doet ondertussen niets af aan de waarde en het belang van de politieke strijd van de Koerden voor vrijheid en zelfbeschikking.