Het regeerakkoord stelt dat ontwapening en non-proliferatie een
centrale bekommernis vormen van het veiligheidsbeleid. Daarmee bedient
de nieuwe centrumrechtse regering zich van holle woorden die elke
geloofwaardigheid missen. Het regeerakkoord blaast immers warm en koud
door enerzijds te verwijzen naar het VN-verdrag inzake nucleaire
non-proliferatie (NPT) en anderzijds naar het strategisch concept van de
NAVO. Deze zijn echter niet verenigbaar.
Het strategisch
concept van de NAVO beschouwt kernwapens nog altijd als een hoeksteen
van de NAVO-strategie, wat in strijd is met de ontwapeningsverplichting
van het non-proliferatieverdrag. De nucleaire ontwapening moet volgens
het regeerakkoord ‘realistisch en pragmatisch’ geschieden. Dat wil zoveel zeggen als: we houden alles bij het oude. Daarmee verzaakt ons land
eens te meer aan de NPT-verplichting om de kernwapens desnoods
unilateraal te ontmantelen.
België is al meer dan een halve eeuw in overtreding met het NPT door
de aanwezigheid van kernbommen op het grondgebied en de bijhorende
nucleaire taken in NAVO-verband. Volgens het NPT behoort België een
niet-kernwapenstaat te zijn.
Lippendienst aan ontwapening en toch nieuwe gevechtsvliegtuigen
De lippendienst aan de ontwapening strookt evenmin met de keuze voor ‘grote investeringsprogramma’s’ op Defensie die onmogelijk
kunnen gerealiseerd worden zonder een substantiële directe of indirecte
(via ‘alternatieve financieringswijzen’) verhoging van het
defensiebudget. Het is een kaakslag voor de democratie en voor het
principe van de ontwapening. De ontslagnemende regering had zich op de
jongste NAVO-top in Newport (4 en 5 september) geëngageerd om
het defensiebudget opnieuw te laten stijgen en te streven naar een
uitgave ter waarde van 2 procent van het BBP. Deze verdubbeling van het
huidige budget komt op het ogenblik dat de bevolking een zwaar
besparingsprogramma opgelegd krijgt.
De beslissing van de nieuwe regering om de gevechtsvliegtuigen te
vervangen, naast andere ‘noodzakelijke’ investeringen, primeert blijkbaar
op de echt noodzakelijke sociale en milieu-investeringen. De militaire
factuur van vele miljarden euro’s wordt doorgeschoven naar de komende
legislaturen en komt bovenop de nog af te betalen reeds bestelde
transportvliegtuigen. Daarmee bedreigt deze regering het maatschappelijk
welzijn van de toekomstige generaties.
Vrede vzw verzet zich ook tegen de aanschaf van nieuwe
gevechtsvliegtuigen, omdat hun inzet in Afghanistan en Libië allesbehalve
tot succesvolle resultaten heeft geleid. De NAVO-missies in beide
landen hebben bijgedragen tot instabiliteit die duizenden
mensenlevens heeft gekost.
NAVO is belangrijker dan de VN
Het is opvallend dat het regeerakkoord enorm veel aandacht besteedt aan de ‘centrale rol’ van de NAVO, hoewel de Verenigde Naties de enige
legitieme internationale organisatie is als het gaat over vrede en
veiligheid in de wereld. Vrede vzw betreurt de militarisering van de aanpak
van conflicten. Dit regeerakkoord vat het als de
hoofdopdracht van Defensie op om deel te nemen aan buitenlandse missies
zonder eerst een onafhankelijke analyse te laten uitvoeren over het
resultaat van voorgaande missies.
Het is in dat verband betekenisvol dat
de nieuwe regering heeft beslist om een punt te zetten achter de
zinvolle Unifil-ontmijningsmissie in Libanon, terwijl de desastreuze
NAVO-missie in Afghanistan wordt verdergezet en inmiddels een engagement
is aangegaan voor een robuuste oorlogsmissie in Irak. De prioriteiten
van deze regering zijn niet het handhaven of verdedigen van de vrede,
maar het ostentatief tonen dat ze een trouwe bondgenoot is van de VS en
de NAVO.