25 landen op de rooster
Via de IAO-blog van
het ACV wist u reeds welke de inzet was. Opnieuw
moesten 25 landen hier spitsroeden lopen in de tripartiete Commissie voor de
Toepassing van de Normen
6 van
die 25 gevallen werden door de experts vooraf aangestipt als bijzonder
problematisch (de zgn. double footnotes):
Niger en Jemen voor kinderarbeid, Griekenland voor de besparingen in de sociale
zekerheid, Bangladesh voor zijn belabberde arbeidsinspectie (een goed jaar na Rana
Plaza,
de Dominicaanse Republiek voor discriminatie van Haïtianen en donkergekleurden en tot
slot Wit-Rusland (Belarus) voor schendingen van de syndicale vrijheid.
Collectieve actie bedreigd
Maar iedereen zat toch vooral uit te kijken
wat de discussie zou geven over drie andere gevallen, waarin de experts
opmerkingen hadden gemaakt m.b.t. het recht op collectieve actie:
–
Algerije,
met zijn verbod op stakingen “die kunnen leiden tot een ernstige economische
crisis”;
–
Cambodja,
met zijn gewelddadig neerslaan van vakbondsmanifestaties
–
Swaziland,
met zijn aanhoudende schendingen van de syndicale vrijheden en met zijn wet op
de openbare orde die stakingen moet onderdrukken.
Er was redelijke hoop
dat het zou lukken. De Raad van Bestuur
van de IAO had nog in het voorjaar het mandaat van de experts
herbevestigd. Het had ook afgesproken
dat de Commissie van de Toepassing van de Normen normaal zijn werk zou doen, in
lijn met het mandaat dat haar was gegeven.
Er was ook een akkoord bereikt over de lijst van 25 te bespreken gevallen, inclusief de drie met inbreuken op het recht op
collectieve actie. En uiteindelijk
konden ook alle 25 gevallen effectief worden besproken op de Conferentie, met
woord en tegenwoord. Voor de bovenvermelde zes ernstige gevallen werden zelfs
gemeenschappelijke conclusies bereikt.
Heisa rond het stakingsrecht
Alleen, toen het er op
aankwam te concluderen voor de 19 andere gevallen, kwamen de werkgevers opnieuw
op de proppen met een voorbehoud. Ze
eisten dat er in de 3 kwestieuze stakingsgevallen in de conclusies een
voorbehoud zou worden geformuleerd dat de Commissie, noch de experts bevoegd
zijn voor het recht op collectieve actie.
In lijn met de blokkeringsstrategie die ze sinds 2012 hanteren.
Waarmee echter het
wezen en streven van de Commissie op de helling komt te staan. Want dat is nu eenmaal gebaseerd op consensuele
conclusies, overeengekomen tussen werkgevers en werknemers, als gezamenlijk
signaal van de mondiale sociale partners aan de landen die er de kantjes
aflopen. En dan gaat het niet op dat een
van de partners voor een aantal onderzochte gevallen tegelijk het signaal geeft
dat je dat niet serieus moet nemen.
No pasaran, zei de werknemersgroep unaniem. Waarop het dus afsprong. Niet enkel voor de 3
stakingsgevallen, maar ook voor 16 andere gevallen waar nog conclusies moesten
worden afgeklopt. Waaronder het schrijnende geval-Qatar.
Want deze keer gaat het om het stakingsrecht. Maar binnen de kortste keren dreigt dit spelletje van de werkgevers zich
te herhalen voor andere IAO-normen, vreesde de werknemersbank. En dus was er geen bereidheid de patsituatie te
isoleren tot slechts 3 gevallen.
Ontmijnen
Daaruit volgt nu onvermijdelijk
een welles-nietes-spelletje over wie nu verantwoordelijk is voor deze nieuwe
crisis. Met dan vanop de regeringsbanken
aanmaningen aan de sociale partners er uit de geraken. Maar net als in 2012 zit het weer compleet
vast. Over naar de Raad van Bestuur van
de IAO. Die zal in het najaar opnieuw
moeten bekijken hoe die bom onder de IAO kan worden ontmijnd.
Chris Serroyen