(foto Raymond Clement)
Nieuws, België, Armoede, Analyse - Daniel Zamora

Pleidooi tegen respect voor armen

Het neoliberale systeem wil armoede bestrijden, maar negeert de onderliggende maatschappelijke ongelijkheid. Autopsie van een onmogelijk gevecht met verontrustende gevolgen.

maandag 17 februari 2014 12:18
Spread the love

In 1987 kwam in België een belangrijk debat over armoede op gang. Enkele verenigingen richtten het platform ‘Meer solidariteit, minder armoede’ op. Het ijverde ervoor mensen in armoede niet langer “aan te pakken”, maar armoede te beschouwen als een “globaal probleem van onze samenleving”.

De oplossing om “de armen minder arm te maken”, lag voor de hand: “de rijken minder rijk maken”. Tot eind jaren tachtig was het onmogelijk de armoedeproblematiek los te koppelen van de economische ongelijkheid. Vandaag is die gedachte een uitzondering geworden.

Onze politieke klasse spreekt liever – en met een neoliberale eensgezindheid – over “de strijd tegen sociale uitsluiting” en “respect” voor mensen in armoede.  Zo herleidt ze een visie gebaseerd op sociale verhoudingen (arm/rijk) tot een discussie over de individuele zwaktes van mensen in armoede. De strijd tegen ongelijkheid is vervangen door een pleidooi voor respect en hulp voor de “outcasts”.

‘Respecteren’ in plaats van herverdelen

In haar algemene beleidsnota verklaarde de inmiddels erg populaire Maggie De Block dat “leven in armoede een discriminerende factor kan zijn”. De zin lijkt banaal door zijn vanzelfsprekendheid. Maar het beeld van armoede en sociale rechtvaardigheid dat erachter schuilgaat, doet vragen rijzen. De Blocks project past naar eigen zeggen “binnen het diversiteitsbeleid en de strijd tegen discriminatie”. Door (etnische, religieuze en culturele) “diversiteit” te verbinden met armoede, maakt ze de term minder onschuldig dan hij lijkt.

In het federale plan voor armoedebestrijding van 2010 stelde de toenmalige staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Philippe Courard al dat er “eerst en vooral een mentaliteitswijziging moet komen: we moeten vooroordelen achter ons laten, stereotypen terugdringen en de vrees overwinnen voor wie anders, atypisch of ‘ab-normaal’ is.” Net zoals in het discours rond multiculturalisme, gaat het erom personen in armoede te “respecteren” en “stigmatisering” te vermijden; “elk individu is een volwaardig burger en verdient daarom ieders respect.”

“Die aanpak is problematisch. Wie écht respect heeft voor verscheidenheid, doet de sociale ongelijkheid verdwijnen.”

In lijn met deze visie ontwikkelt de overheid “sensibiliseringsacties”. Kinderen en jongeren moeten een “grotere ruimdenkendheid” krijgen, en “meer sympathie” voor de omstandigheden van mensen in armoede. Het ideaal is dat er “echte uitwisselingen van ervaringen” ontstaan. De confrontatie “met een erg verschillend leven” zal ervoor zorgen dat we mensen in armoede “beter begrijpen en respecteren”.

Recent heeft Maggie De Block zelfs het project ‘Solid’Hair’ gul gefinancierd. Het doel? Mensen met een onzeker bestaan een gratis kappersbezoek bieden. De achterliggende redenering luidt dat “het fysieke voorkomen een van de meest verraderlijke factoren is van sociale discriminatie en van de verspreiding van ongelijkheid”. Kortom, het probleem ligt niet bij een ongelijke verdeling van rijkdom, maar bij de stereotypering en de discriminatie van mensen in armoede.

Onze staatssecretaris is dus niet zozeer bezig met de ongelijkheid die aan de basis ligt van armoede – in haar hele beleidsnota gebruikt ze het woord ‘ongelijkheid’ niet één keer – maar wel met de vooroordelen en de sociale minachting die mensen in armoede ondergaan.

“Enkel de individuele verantwoordelijkheid van mensen in armoede staat vandaag ter discussie.”

Die aanpak is problematisch. Wie écht respect heeft voor verscheidenheid, doet de sociale ongelijkheid verdwijnen. Wat zouden we denken als er werd opgeroepen tot ‘respect’ voor de verschoppelingen in Indië, of voor slaven? De redenering is door en door conservatief: in plaats van het kastensysteem of de slavernij af te schaffen, zouden we ons erbij neerleggen. Oscar Wilde schreef al in 1891 provocerend dat de slechtste slaveneigenaars diegenen waren die hun slaven het best behandelden, omdat ze de slachtoffers verhinderden de gruwel van het systeem te voelen in zijn totaliteit, en de gewone toeschouwers verhinderden de gruwel te bevatten.

Mensen in armoede willen geen respect; ze willen niet langer arm zijn. Niet de culturele, maar de economische verschillen moeten worden gereduceerd – en niet “gerespecteerd”.

Strijden tegen ongelijkheid vóór alles

Kunnen spreken over armoede zonder te spreken over de toenemende ongelijkheid, werkt de consensusvisie van onze politici in de hand. De oorzaak van het probleem blijft bewust verzwegen. Enkel de individuele verantwoordelijkheid van mensen in armoede staat vandaag ter discussie. Of het nu om “tegenslagen in het leven” gaat of om “een cultuur van afhankelijkheid”, de oplossing bestaat uit het “activeren” van uitkeringsgerechtigden. Het programma van Maggie De Block is een goed voorbeeld van deze manier van denken. Enkele van haar prioriteiten zijn “activering als middel om de vicieuze cirkel van de armoede te doorbreken” en “de strijd tegen de sociale fraude, zodat de middelen kunnen gaan naar diegenen die ze echt nodig hebben”. Maar de strijd tegen ongelijkheid blijft achterwege.

“De strijd tegen ongelijkheid is vervangen door een pleidooi voor respect en hulp voor de “outcasts”.”

Nochtans is de centrale boodschap van het boek The Spirit Level van Richard Wilkinson & Kate Pickett (2009), dat het merendeel van de problemen in onze samenleving (gezondheid, geweld, drugs …) niet samenhangt met het aantal mensen in armoede, maar met de graad van economische ongelijkheid. Met de kloof tussen arm en rijk. Hoe ongelijker de samenleving, hoe groter het risico op problemen.

Alleen een neoliberaal wereldbeeld laat toe armoede te bestrijden zonder de verspreiding van rijkdom onder handen te nemen. Mensen in armoede hebben geen kapper of respect nodig, maar een herverdeling.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Revue Politique

Vertaling Heleen Mercelis

take down
the paywall
steun ons nu!