De Standaard-redactrice Sarah Vankersschaever plaatste kritische kanttekeningen bij de syndicale actiedag van gisteren. Een reactie.
Beste Sarah,
Je pleidooi van 14 november om 24 uur lang te werken en de meerwaarde door te storten naar diegenen die het zwaarst worden getroffen door de crisis, is een warme oproep tot solidariteit (DS 14 november 2012).
Alleen denk ik dat je voorstel achterhaald is. En in meerdere gevallen al realiteit. Jij en ik betalen als gewone bediende mooi onze belastingen. Met plezier stort ik de helft van mijn salaris door aan de staat zodat mijn lesgevende broer en gepensioneerde ouders me in het weekend op een pint kunnen trakteren. Dat is solidariteit in de breedste zin van het woord.
Spijtig genoeg wordt dit ideale wereldje verstoord. Er is de jongste decennia een stevig onevenwicht gegroeid in wie wat bijdraagt aan de grote solidaire pot. De belastingdruk op hogere inkomens is gedaald, terwijl de arbeidersklasse en middenklasse almaar meer afdragen. Daar tegenover staat een ontstellend groot aantal bedrijven dat amper belastingen betaalt.
Miljarden om bankjes te redden
Op de koop toe verdwijnen tientallen miljarden uit de grote solidaire pot om hier en daar een bankje te redden. Dus in principe zijn jij en ik al ‘over-solidair’ in vergelijking met andere onderdelen van onze samenleving.
Het is deze uitgeholde solidariteit die vele werknemers in België, in Europa en de rest van de wereld beu zijn.
Mag ik een voorstel doen? Misschien moeten we de fondsen in België elders zoeken. Wist je dat bedrijven jaarlijks een lineaire fiscale loonsubsidie krijgen, zo maar, voor niets? Ze zouden een leuk extraatje ontvangen, mochten jij en ik een solidair nachtje doorwerken. De totaliteit van die subsidies bedraagt voor 2012 ongeveer één miljard euro. Geld dat terechtkomt op de rekeningen van bedrijven.
Lees er de verslagen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op na. Mochten we nu met de bedrijven afspreken om deze som geld voor één keer niet in de eigen boekhouding in te schrijven, maar effectief door te storten naar – en ik zeg maar wat – fondsen voor armoedebestrijding, zou dat dan geen duidelijk signaal van solidariteit zijn?
Sarah, ik wil je één leestip meegeven. De Price of inequality van Joseph Stiglitz geeft een ontluisterend beeld van een maatschappij waar ieder gevoel voor solidariteit is verdwenen, waar vakbonden geen rol spelen en snel geld heerst. Het is niet het type maatschappij waar ik mijn kinderen in wil laten opgroeien. Dáárom zijn we gisteren kort, maar krachtig, op de rem gaan staan.
Met de groeten van een jonge vakbondsmilitant!
Lars Vande Keybus, adviseur studiedienst Federaal ABVV