Interview, Samenleving, Politiek, België -

War on drugs in Antwerpen: “Wij merken er niets van”

Het huidige Antwerps stadsbestuur rolt telkens met de spierballen en doet straffe uitspraken over haar war on drugs. Maar heeft dat repressief beleid effectief tot iets geleid? “We merken er niets van. De gebruikers vinden nog even gemakkelijk de weg naar drugs. De beschikbaarheid is even groot en de prijzen zijn dezelfde gebleven”, zegt Tino Ruyters van Free Clinic vzw, het hulpverleningscentrum voor verslaafden in Antwerpen.

woensdag 3 oktober 2018 13:49
Spread the love

War on drugs hoezo?

“We kunnen vaststellen dat het drugsgebruik niet verminderd is, ondanks de door dit stadsbestuur zelfverklaarde war on drugs. De gebruikers vinden nog even gemakkelijk de weg naar drugs. De beschikbaarheid is even groot en de prijzen zijn dezelfde gebleven. De gezondheidseffecten zijn er ook nog altijd. Evenals de wachtlijsten bij verschillende hulporganisaties die met deze doelgroepen werken.”

“Maar het heeft niet enkel te maken met dit bestuur. Ik zou in het algemener willen stellen dat de nadruk op repressie wat het drugsbeleid betreft iets is dat ook door de vorige stadsbesturen is gevoerd en waarschijnlijk ook zal verdergezet worden. Maar wat we kunnen concluderen is dat deze repressieve strijd tegen drugs die al tientallen jaren gevoerd wordt, er niet in slaagt om haar doelstellingen te bereiken. Het aanbod, het  gebruik en de hulpvragen zijn niet afgenomen, vergeleken met het vorig bestuur. En de criminele netwerken floreren nog altijd.”

Nadruk op meetbare resultaten

“Naast de repressieve kant van het drugsbeleid is er ook de inzet en investering in hulpverlening. De investering in hulpverlening is niet gedaald met dit stadsbestuur. Er gaan nog altijd evenveel middelen als voorheen naar de hulpverlening. Er zijn wel heel duidelijke accentverschillen. Vroeger had men het meer over inspanningsverbintenissen. Je probeert als hulpverlener op bepaalde fenomenen te werken en voert er allerlei strategieën rond.”

“Dit stadsbestuur legt echter meer druk op de hulpverlening om zich te verbinden tot meetbare resultaten. Maar in de verslavingszorg is het niet evident om op korte termijn snelle resultaten te bereiken. Verslaafden zitten vaak met een chronisch patroon. Die krijg je niet snel tot een ander gedragspatroon. Het vraagt lange termijn werk dat gepaard gaat met veel vallen en opstaan. Maar dat proces komt meer en onder druk te staan in het huidige denken rond hulpverlening. In de verslavingszorg zit je meestal met een niet lineair proces. Je zou het ook kunnen vergelijken met de situatie in de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen. Men verwacht er ook duidelijke resultaten wat niet realiseerbaar is, zeker bij mensen met chronisch psychische problematieken.” 

Nieuwe woonvormen daklozen

“Wat we een positieve realisatie vinden van dit stadsbestuur is de investering in nieuwe woonvormen voor chronisch daklozen en dakloze drugsgebruikers. Ze bestaan nog niet zo lang dus de projecten moeten nog wel geëvalueerd worden. Maar op zich is de inzet van een groter aanbod van woningen voor die doelgroepen een tendens die we enorm toejuichen.”

Top down-beleid

“We hebben ook een memorandum uitgebracht met een aantal aanbevelingen voor het volgend stadsbestuur. Eén van deze aanbevelingen is de vraag naar meer overleg met betrokken actoren. Het is iets dat beter kan in de volgende bestuursperiode. Er worden nu vooral vanuit het stadsbestuur keuzes gemaakt en richtingen bepaald waarbij er heel weinig plaats is voor overleg met actoren in het werkveld. Ik vind het heel belangrijk om gezamenlijk te zoeken naar goede strategieën om met problemen om te gaan in de hulpverlening. Dat geldt trouwens ook voor de andere zorgsectoren zoals het armoedebeleid of het algemeen welzijnsbeleid.”

Gebruikersruimte

“Naast meer inspraak pleiten we ook voor een gebruikersruimte. In Luik zijn ze gestart met een gebruikersruimte na een akkoord tussen stadsbestuur, justitie en hulpverlening. Hierdoor moeten de verslaafden hun toevlucht niet meer zoeken in publieke ruimtes zoals wasserijen, toiletten en dergelijke waar ze alleen voor overlast zorgen.” 

“Dit is een inspirerend voorbeeld voor Antwerpen waar we ook geregeld spuiten en andere sporen van drugsgebruik vinden op publieke plaatsen. Als we dat willen tegengaan, is een gebruikersruimte een goed initiatief. Dergelijke initiatieven mikken trouwens altijd op twee sporen waar zowel ordehandhavers als hulpverleners mee gebaat zijn. Enerzijds overlastbestrijding waardoor mensen minder moeten gebruiken in openbare ruimte en anderzijds een aantal gezondheidsdoelstellingen, waarbij gebruikers gemakkelijker naar de gepaste hulp kunnen toegeleid worden. Ik vind dit een heel goede mix.”

Regulering en decriminalisering

“Er is alleszins een paradigma-switch nodig bij ons. Er moet op een andere manier gekeken en nagedacht worden over drugs. Er zijn heel wat interessante buitenlandse voorbeelden die in de richting gaan van verregaande regulering en decriminalisering. Voorbeelden die ook voor het Belgisch beleid inspirerend kunnen zijn, zeker wat betreft de cannabismarkt? Het decriminaliseren van persoonlijk gebruik vind ik alvast een eerste stap. Maar de overheid moet het wel zelf in handen nemen en niet helemaal overlaten aan de commerciële markt. Alleen zo kan je het criminele circuit kortwieken. Het is een beleid dat het lokale overstijgt en dat op lange termijn gevoerd zal moeten worden.”

“Er zijn tal van landen waar men die switch wel gemaakt heeft en het privé-gebruik van bepaalde drugs zoals cannabis heeft gedecriminaliseerd. In sommige staten in de VS, Canada, Uruguay, Portugal, Nederland, … In Portugal haalt men bijvoorbeeld heel goede resultaten. De nadruk ligt daar vooral op decriminalisering van persoonlijk gebruik en het leiden van gebruikers naar adequate hulpverlening. En in daar zie je dat het gebruik niet is toegenomen, integendeel.”  

Good practices

“De oefening bestaat erin om goedlopende voorbeelden te zoeken. In Nederland zit je bijvoorbeeld met heel veel grijze zones waar de commercie en criminele organisaties vrij spel hebben. Alles overgeven aan de commerciële sector is niet het juiste voorbeeld zoals in de VS waar bedrijven cannabis promoten als het heilzaam middel voor alles. Dat is ook niet de weg die wij moeten opgaan. Uruguay en het Canadese model dat in de steigers staat waar veel meer een staatsregulering is, bevatten goede elementen die ook in ons land of ruimer in Europa zouden kunnen worden toegepast.” 

Wat met het draagvlak? “Als we naar een beter beleid willen gaan dan is de opdracht om net dat draagvlak te verbreden. Binnen Vlaanderen en binnen België is er zeker een behoorlijke groep die ervoor open staat om het drugsfenomeen op een andere manier te bekijken en benaderen.“

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!