Sjiitische Libanezen blokkeren de weg naar de luchthaven van Beiroet. Ze protesteren tegen de ontvoering van 12 Libanezen door Syrische rebellen en het gebrek aan actie van de Libanese regering. (Foto van Natalia Sancha. Bron: jadaliyya.com)
Midden-oosten, Nieuws, Politiek, Iran, Libanon, Hezbollah, Syrië, Saoedi-arabie, Tripoli, Arabische lente, Alawieten, Opstand Syrië, President Bashar al-Assad, Analyse, Sektarisch geweld, 8 maart-alliantie, International Poverty Centrum, 14 maart-alliantie, Bab al-Tabbaneh, Jabal Mohsen, Bekaa-vallei, Eerste minister Rafik al-Hariri -

Syrische crisis veroorzaakt onrust in Libanon

In de Libanese stad Tripoli zijn maandag 20 augustus sektarische gevechten uitgebroken tussen aanhangers en tegenstanders van de Syrische president Bashar al-Assad. Het is niet de eerste keer dat de onrust in Syrië naar buurland Libanon overwaait. Voor- en tegenstanders van al-Assad kwamen er al eerder met elkaar in aanvaring. Ook op het politieke niveau drijft de Syrische crisis de spanning op.

woensdag 29 augustus 2012 12:30
Spread the love

Gevechten tussen inwoners van de overwegend soennitische wijk Bab al-Tabbaneh en de overwegend alawitische wijk Jabal Mohsen in Tripoli hebben intussen al aan minstens 17 mensen het leven gekost. De alawieten vormen in Libanon een kleine religieuze minderheid en hebben zich grotendeels achter de Syrische president – zelf ook een alawiet – geschaard. De meeste Libanese soennieten in Tripoli steunen daarentegen de Syrische oppositie.

De Syrische crisis veroorzaakte niet alleen in Tripoli onrust, maar ook in de noordelijke Bekaa-regio in Libanon. In deze streek werden meer dan 30 Syrische vluchtelingen door de sjiitische Moqdad-clan ontvoerd, nadat Syrische rebellen eerder dit jaar 11 Libanese sjiitische pelgrims en een lid van de Moqdad-familie ontvoerden.

De staat faalt

Dat de Syrische crisis uitgerekend in Tripoli gewelddadige confrontaties heeft voortgebracht, is niet verwonderlijk: deze stad was in het verleden al vaker het strijdtoneel van sektarische gevechten. Bovendien kampt Tripoli met heel wat sociaaleconomische problemen als gevolg van verwaarlozing door de Libanese staat.

De rebellen die in Tripoli de wapens hebben opgenomen, komen niet toevallig vooral uit Bab al-Tabbaneh en Jabal Mohsen – twee wijken die door armoede getroffen zijn.

Ook in de Bekaa-vallei, waar de ontvoeringen van Syrische vluchtelingen plaatsvonden, schiet de Libanese staat tekort. De regio kampt met problemen met de water- en energievoorzieningen, tekortkomingen in de gezondheidszorg en het onderwijs en een toenemende werkloosheid, vooral bij jongeren.

Volgens een studie van het International Poverty Centrum (IPC) van januari 2008 behoren Tripoli-stad en Baalbek en Hermel – twee districten in de Bekaa-regio – tot de armste gebieden in Libanon.

De staat reageert met harde hand op de criminaliteit in deze regio’s, zonder echter de onderliggende oorzaken aan te pakken. Op de golf van ontvoeringen in de Bekaa-vallei reageerde de Libanese regering met aanhoudingsbevelen tegen de daders, maar de kans is klein dat dit het probleem effectief zal oplossen.

In de Bekaa-regio worden immers al duizenden voortvluchtigen gezocht voor arrestatie, maar de staat beschikt niet over de capaciteit om hen allen te arresteren en te berechten.

Vaak komen de families van misdadigers bovendien nog dieper in de armoede terecht wanneer de dader gearresteerd wordt. Een louter repressief beleid dreigt dan ook een averechts effect te hebben in deze regio waar armoede schering en inslag is.

Rivaliteit tussen de 8 maart- en de 14 maart-alliantie

Toen in maart 2011 de volksopstand in Syrië uitbrak, waarschuwden meerdere analisten ervoor dat de precaire situatie in Syrië ook in Libanon instabiliteit kon veroorzaken. De schermutselingen in Tripoli en de ontvoeringen in de Bekaa-vallei tonen nu aan dat deze vrees niet ongegrond was.

Daarnaast heeft de Syrische crisis ook op het politieke niveau de bestaande tegenstellingen verdiept. Aanvankelijk leek de Libanese politieke elite zich veelal afzijdig te houden, maar het duurde niet lang voor de Syrische crisis een twistpunt werd tussen de 8 maart-alliantie en de 14 maart-alliantie, twee politieke blokken die in grote mate het Libanese politieke landschap vormgeven.

De twee blokken ontstonden in 2005 naar aanleiding van de moord op de voormalige Libanese eerste minister Rafik al-Hariri. Syrië, dat toen sterk militair aanwezig was in Libanon, werd er door een deel van de Libanezen van beschuldigd een hand te hebben in de aanslag.

Een massale betoging op 14 maart 2005 tegen de militaire aanwezigheid van Syrië in Libanon gaf aanleiding tot de geboorte van de 14 maart-alliantie. De 8 maart-alliantie ontstond na een betoging die een week eerder plaatsvond en bracht partijen samen die het Syrische regime steunden. Aangezien Syrië een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan van de twee rivaliserende allianties, hoeft het niet te verwonderen dat de Syrische crisis de kloof tussen de twee blokken verder heeft verdiept.

Op het sektarische vlak lijken de twee politieke blokken een soennitisch-sjiitische breuklijn aan de oppervlakte te brengen. Tot de 8 maart-alliantie behoren onder meer de sjiitische partijen Hezbollah en Amal, terwijl de Toekomstbeweging – de belangrijkste soennitische partij in Libanon – een centrale plaats in de 14 maart-alliantie inneemt.

De christelijke partijen zijn daarentegen verdeeld tussen de twee allianties en de belangrijkste druzische politieke leider, Walid Jumblatt, schommelt tussen de twee blokken in.

Door het sterke gewicht dat de 8 maart- en de 14 maart-alliantie op het Libanese politieke landschap uitoefenen, is er amper nog ruimte voor alternatieven die zich niet binnen één van de twee blokken willen inschrijven. Dat heeft ertoe geleid dat de standpunten over de Syrische crisis in Libanon al snel in dit polariserende discours verstrikt raakten.

Het is daardoor bijvoorbeeld moeilijk voor Libanezen om de Syrische opstand tegen het autoritaire regime van al-Assad te steunen zonder als een volgeling van de 14 maart-alliantie te worden bestempeld.

Geopolitieke dimensie

De tweedeling tussen de 14 maart- en de 8 maart-alliantie in Libanon kan worden gezien als een uiting van een regionale ‘koude oorlog’ die in het Midden-Oosten woedt. Deze geopolitieke tweestrijd vouwt zich uit tussen een pro-Amerikaans, ‘gematigd’ kamp aan de ene kant en een anti-Amerikaanse ‘As van het Verzet’ aan de andere kant.

Saoedi-Arabië vormt de speerpunt van het pro-Amerikaanse kamp en is ook de grootste steungever van de 14 maart-alliantie. De 8 maart-alliantie kan dan weer op de steun rekenen van Syrië en Iran, die deel uitmaken van de ‘As van het Verzet’.

De tweedeling tussen de pro-Amerikaanse as en de As van het Verzet heeft ook een impact op de situatie in Syrië. Terwijl Iran het Syrische regime steunt, heeft Saoedi-Arabië zich namelijk achter de Syrische oppositie geschaard. Zo verklaarde de Saoedische minister van Buitenlandse Zaken tijdens de conferentie van de ‘Vrienden van Syrië’ op 24 februari 2012 dat het een ‘uitstekend idee’ zou zijn om de Syrische oppositie te bewapenen, iets waar Saoedi-Arabië volgens sommige nieuwsbronnen al mee begonnen is.

De wens van Saoedi-Arabië om voor de Syrische oppositie in de bres te springen, heeft weinig te maken met een oprechte bekommernis over het lot van het Syrische volk. Saoedi-Arabië hoopt vooral dat de val van het Syrische regime zijn Iraanse rivaal zou verzwakken.

Meerdere analisten waarschuwen ervoor dat Syrië op die manier het strijdtoneel van een proxy-oorlog tussen de twee regionale assen kan worden. In een dergelijk scenario is het gevaar reëel dat ook Libanon tegen wil en dank bij het conflict betrokken raakt.

Volgens een rapport dat de International Crisis Group (ICG) op 1 augustus 2012 publiceerde, zou een westerse interventie in Syrië een reactie van Iran en Hezbollah kunnen uitlokken, wat onvermijdelijk ook gevolgen zou hebben voor Libanon. Het rapport benadrukt echter dat een dergelijk scenario voorlopig louter hypothetisch is en dat op dit moment vooral interne ontwikkelingen in Syrië van tel zijn.

De gebeurtenissen in Tripoli en de Bekaa-vallei en de politieke spanningen tussen de 8 maart- en de 14 maart-alliantie tonen evenwel aan dat Libanon ook zonder een internationale interventie niet aan de impact van de Syrische crisis ontsnapt.

Isis Brun

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!