In Kati, een stad op 15 kilometer van de hoofdstad Bamako, zijn een dozijn vrouwen bezig met het verwerken van lokaal geteeld graan in “Misola”.
Het Misola Initiatief, opgericht door een Franse vereniging met dezelfde naam, is een project dat gericht is op volksgezondheid en de vermindering van de ondervoeding van jonge kinderen.
Antwoord op de voedselcrisis
“Wij kopen gierst, de basis voor de verrijkte bloem, van graanhandelaren hier in de stad”, zegt Ramata Traore, die de productiefaciliteit in Kati beheert.
Het verrijkte meel bestaat uit 60 procent gierst, 20 procent soja en 10 procent aardnoten. Na toevoeging van vitaminen en minerale zouten wordt dit mengsel een uitgebalanceerd voedingsproduct dat een antwoord biedt op de voedingstekorten van de bevolking in Mali.
De vraag naar de bloem groeit dan ook, zeker na de slechte oogst van het laatste seizoen en de droogte van de laatste jaren waardoor ondervoeding uitgroeide tot een ernstig probleem.
Een op vijf Malinese kinderen lijdt aan ondervoeding, vertelt Abdoulaye Sangho, coördinator van de Malinese ngo die Misola ondersteunt.
“We willen het voedingsniveau van de hele bevolking verbeteren, met bijzondere aandacht voor kinderen in de leeftijd van zes maanden tot 5 jaar, zwangere en zogende vrouwen.”
Gemeenschappelijk charter
De eerste productiesite van Misola in Mali werd in 1993 opgericht. Het initiatief groeide en vandaag zijn er 19 kleine fabrieken verspreid over alle regio’s van het land, behalve in Kidal, in het noorden.
Het project strekt zich uit tot ver buiten de grenzen van het land. De productie van de verrijkte bloem begon in Burkina Faso in 1982 en het voedingssupplement wordt nu ook verspreid in Senegal, Niger en Benin.
Een gemeenschappelijk charter verbindt alle groepen die Misola produceren.
Verpleegster Chata Mariko zegt dat de oplossingen voor ondervoeding gemakkelijk beschikbaar zijn. “Een zakje met deze voedingsmiddelen kost niet meer dan 500 CFA-frank (ongeveer een dollar). Maar helaas zijn er ouders die hun kinderen niet op tijd naar een gezondheidscentrum brengen.”